2
Leveringsomvang
2
Leveringsomvang
Afb. 1
Leveringsomvang
[1]
Binnenunit
[2]
Stelpoten
[3]
Gebruikersinstructie
[4]
Installatie-instructie
[5]
Inlaatcombinatie in losse onderdelen
[T1] Buitentemperatuursensor
3
Algemeen
Deze handleiding werd in het Zweeds opgesteld, handleidingen in alle
andere talen zijn vertalingen van de originele handleiding.
De installatie mag alleen door overeenkomstig opgeleid
vakpersoneel worden uitgevoerd. De installateur moet
de ter plaatse geldende bepalingen en voorschriften en
ook de instructies uit de installatie- en gebruikersinstruc-
tie aanhouden.
3.1
Specificaties betreffende warmtepomp
De binnenunit IDU Split 2-6 T, IDU Split 8-15 T, IDU Split 2-6 TS en IDU
Split 8-15 TS zijn bedoeld voor binnenopstelling en aansluiting op een
buitenunit.
Mogelijke combinaties:
Binnenunits (IDU)
IDU Split 2-6 T of IDU Split 2-6 TS
IDU Split 2-6 T of IDU Split 2-6 TS
IDU Split 2-6 T of IDU Split 2-6 TS
IDU Split 8-15 T of IDU Split 8-15 TS
IDU Split 8-15 T of IDU Split 8-15 TS
IDU Split 8-15 T of IDU Split 8-15 TS
IDU Split 8-15 T of IDU Split 8-15 TS
Tabel 2 Keuzetabel voor warmtepomp-binnenunits IDUS T/TS en lucht-
water-buitenunit
4
1
T1
4
Buitenunits (ODU)
ODU Split 2
ODU Split 4
ODU Split 6
ODU Split 8
ODU Split 11t
ODU Split 13t
ODU Split 15t
De binnenunits beschikken over een geïntegreerde elektrische bijver-
warming.
3.2
Gebruik
De binnenunit mag alleen in gesloten cv-installaties conform EN 12828
worden ingebouwd.
Andere toepassingen zijn niet conform de bedoeling. Daaruit resulteren-
de schade valt niet onder de aansprakelijkheid.
3.3
Minimale installatievolume en uitvoering van de cv-
installatie
Om overmatig veel start/stop-cycli, een onvolledige ont-
dooiing en onnodige alarmen te voorkomen, moet in de
installatie voldoende energie worden opgeslagen. De
energie wordt enerzijds in de waterhoeveelheid van de
cv-installatie en anderzijds in de installatiecomponenten
(radiatoren) en in de betonnen vloer (vloerverwarming)
opgeslagen.
Omdat de eisen voor verschillende warmtepompinstallaties sterk varië-
ren, wordt over het algemeen geen minimum installatievolume opgege-
ven. In plaats daarvan gelden voor alle warmtepompinstallaties de
volgende voorwaarden:
Ongemengd vloerverwarmingscircuit zonder buffervat:
Om de warmtepomp- en ontdooifunctie te waarborgen, moet minimaal
²
22 m
verwarmbaar vloeroppervlak ter beschikking staan. Verder moet
in de grootste ruimte (referentieruimte) een kamerthermostaat zijn gein-
stalleerd. De door de kamerthermostaat gemeten kamertemperatuur
wordt meegenomen bij de berekening van de aanvoertemperatuur (prin-
cipe weersafhankelijke regeling met kamerinvloed). Alle zoneventielen
van de referentieruimte moeten volledig zijn geopend. Onder bepaalde
omstandigheden kan de elektrische bijverwarming worden ingescha-
keld, om een volledige ontdooifunctie te waarborgen. Dit is afhankelijk
van het beschikbare vloeroppervlak.
EnviLine A/W Split T/TS • 6 720 816 444 (2015/06)
2
3
5
6 720 809 156-01.2I