De karteringfunctie van de SR-24 gebruiken
De karteringfunctie van de SR‑24 biedt een snelle en
intuïtieve manier om de positie van de sonde onder de
grond te vinden. Het dipoolveld van de sonde is vergelijk‑
baar met het magnetische veld van de aarde, met twee
polen en een equator. De SR‑24 gebruikt pictogrammen
voor het weergeven van de positie van de twee polen en
de equator. Door het vinden van de polen en de equa‑
tor kunt u een beter beeld krijgen van de positie van de
sonde onder de grond.
Om de locatie van de sonde in kaart te brengen, volgt u
deze stappen:
1. Volg stappen 1 t/m 6 in de vorige paragraaf.
2. Bepaal de plaats van de eerste pool.
Naarmate u de sonde nadert, wordt een poolpicto‑
gram of de equatorlijn weergegeven binnen het ac‑
tieve weergavegebied. Als u de equatorlijn eerst ziet,
beweegt u naar links of naar rechts totdat een pool‑
pictogram wordt weergegeven.
3. Centreer het poolpictogram in het dradenkruis en
markeer de positie met een rode markeerchip.
NB: de locatie van de pool is het meest nauwkeu-
rig wanneer de onderantenne de aarde raakt en de
antennemast van de ontvanger verticaal wordt ge-
houden.
Pool centreren op dradenkruis
Afbeelding 6 –
4. Bepaal de locatie van de tweede pool.
Verplaats de ontvanger een paar inch van de pool
af totdat de buisrichting wordt weergegeven. Twee
pictogrammen Sonde‑equator worden weergegeven
langs de equatorlijn wanneer de plaats van de eerste
pool is bepaald, om aan te geven dat de locatie van
de sonde dichtbij is.
Loop in die richting langs de buis. De tweede pool
wordt weergegeven nadat u de equator kruist. Mar‑
keer de locatie van de tweede pool met een rode
markeerchip.
5. Zoek de sonde.
Ga terug richting de equator. Lijn de ontvanger uit
tussen de twee polen, centreer de equator op de
kruisdraad en markeer de geschatte locatie van de
sonde met een gele markeerchip.
Equator
Pool
Positie van de polen en de equator
Afbeelding 7 –
6. Om te verifiëren dat u de plaats van de sonde hebt
bepaald, moet u ervoor zorgen dat de signaalsterk‑
te zakt wanneer u de ontvanger in enige richting be‑
weegt.
NB: verifieer altijd uw resultaten door het bepalen
van het punt waar de signaalsterkte het hoogst is
en door de sonde op deze locatie te markeren. Als
de sonde horizontaal staat en niet is gekanteld, be-
vindt de equator zich op het punt met maximale
signaalsterkte.
Pool
Nederlands – 25