Het systeem inschakelen
De gebruiksduur van de batterij zal variëren met het ver‑
mogen van de batterij en het gebruik. Vier alkalinebatte‑
rijen van grootte C kunnen de SR‑24 gedurende 10 tot 15
uur van stroom voorzien.
Gebruik batterijen die allemaal van het-
LET OP
zelfde type zijn. Het door elkaar gebrui-
ken van alkaline- en oplaadbare batterij-
en kan oververhitting en lekkage van de
batterij veroorzaken.
Volg deze stappen voor het installeren of vervangen van
de batterijen:
1. Draai de knop op de batterijhouder tegen de klok in
en trek het er recht uit.
2. Plaats vier batterijen van grootte C als getoond op
het label binnen de batterijhouder.
NB: zorg ervoor dat de batterijen volledig in de hou-
der vallen.
3. Pas de achterplaat op de batterijhouder, druk de
plaat omlaag en draai de knop met de klok mee om
te sluiten.
Waarschuwing laag vermogen van batterijen
Wanneer de batterijspanning laag is, wordt een waar‑
schuwing voor lage batterijspanning weergegeven op het
scherm en een geluid wordt elke 10 minuten gegeven
totdat de SR‑24 wordt uitgeschakeld. Wanneer de waar‑
schuwing voor lage batterijspanning wordt weergegeven,
moet u de batterijen vervangen.
NB: als u oplaadbare batterijen gebruikt, kan de span-
ning snel zakken als de batterij bijna leeg is, wat leidt tot
een verkorte waarschuwingsperiode voorafgaand aan
stroomuitval.
Bedieningsmodi ontvanger
De SR‑24 kan functioneren met gebruik van twee modi:
Leidingtracering en Sonde.
Modus Leidingtracering
Bij de modus Leidingtracering kunt u leidingtracering ac‑
tiveren door opzettelijk een signaal toe te passen op de
doelleiding via geleiding van metaal op metaal of inductie
van niet‑metaal op metaal met een zender.
Bij de modus Leidingtracering kunt u tevens passieve
leidingtracering uitvoeren door het detecteren van sig‑
naalenergie gekoppeld aan metalen geleiders van nabij‑
gelegen energiebronnen, zoals spanningsleidingen. De
modus Passieve leidingtracering omvat de modi Passief
vermogen, Radio‑breedband en OmniSeek‑breedband.
Breedbandfrequenties richten zich op elk signaal in een
frequentiebereik.
NB: actieve signalen binnen een breedbandbereik wor-
den tevens gedetecteerd.
Modus Leidingtracering
Actieve frequenties
Standaard
Door de gebruiker te
programmeren
Passieve frequenties
Standaard Noord‑Amerika
Standaard Europa
Standaard Japan
Vermogen
voorgeprogrammeerd
Door de gebruiker te
programmeren
Breedband radiofrequentie
OmniSeek‑breedbandmodi
(alle drie tegelijkertijd)
128 Hz
1 kHz
8 kHz
33 kHz
10 kHz – 35 kHz
60 Hz
x9
< 4 kHz
50 Hz
x9
< 4 kHz
50 Hz
x9
60 Hz
x9
< 4 kHz
50 Hz
50 Hz
x5
50 Hz
x9
60 Hz
60 Hz
x5
60 Hz
x9
100 Hz
120 Hz
10 Hz – 35 kHz
4 kHz – 15 kHz
> 15 kHz
< 4 kHz
4 kHz – 15 kHz
> 15 kHz
Nederlands – 11