6.2
Regeling met e-Comfortcontroller
Voor de warmtewisselaartypen 3209.5XX en 3210.5XX.
35
Afb. 16:
Display-indicaties en systeemanalyse van de e-Com-
fortcontroller
Legenda
1
Programmeertoets, tegelijk weergave van de ingestelde
temperatuureenheid (graden Celsius)
2
Set-toets
3
Programmeertoets, tegelijk weergave van de ingestelde
temperatuureenheid (graden Fahrenheit)
4
7-segments display
6.2.1
Eigenschappen
– Geïntegreerde inschakelvertraging en deurschakelaar-
functie
– Bewaking van alle motoren (ventilator)
– Master-slave-functie met maximaal 10 warmtewisse-
laars. Eén warmtewisselaar fungeert als master-
warmtewisselaar. Bij het bereiken van de insteltempe-
ratuur bij één van de gekoppelde slave-warmtewisse-
laars of bij deurschakelaarfunctie meldt de betreffende
slave-warmtewisselaar dit aan de master-warmtewis-
selaar, die alle andere lucht/water-warmtewisselaars
in- resp. uitschakelt.
– Schakelhysterese: instelbaar 2 – 10 K, ingesteld op
5 K.
– Visualisering van de actuele interne behuizingstempe-
ratuur alsmede alle storingsmeldingen op het 7-seg-
ments display.
De lucht/water-warmtewisselaar functioneert automa-
tisch, d.w.z. na het inschakelen van de voeding draait de
ventilator (afb. 2, pos. 3) continu en zorgt voor een per-
manente luchtcirculatie in de behuizing. Ventilator en
magneetventiel worden geregeld door de e-Comfort-
controller.
De e-Comfortcontroller beschikt over een 7-segments
display (afb. 16, pos. 4). Na het inschakelen van de voe-
ding wordt hierop eerst gedurende ca. 2 sec. de actuele
softwareversie weergegeven. Tijdens normaal bedrijf
verschijnen op het display zowel de temperatuur (in gra-
den Celsius of Fahrenheit, omschakelbaar) als storings-
meldingen.
De actuele interne behuizingstemperatuur wordt nor-
maal gesproken permanent weergegeven. Bij een opge-
treden storing verschijnt deze weergave afwisselend
met de temperatuurweergave.
De warmtewisselaar kan via de toetsen 1 – 3 (afb. 16)
worden geprogrammeerd. De parameters hiervoor ver-
schijnen eveneens op het display.
Rittal Lucht/water-warmtewisselaar
6.2.2
Testmode starten
De e-Comfortcontroller is uitgevoerd met een testfunc-
tie, waarbij de lucht/water-warmtewisselaar onafhanke-
lijk van de insteltemperatuur of deurschakelaarfunctie
koelt.
1
Druk gedurende min. 5 seconden tegelijk op de toet-
2
sen 2 (°C) en 3 ("Set") (afb. 16).
3
De lucht/water-warmtewisselaar treedt in werking. Na
4
ca. 5 minuten of bij het bereiken van 15°C is de Testmo-
de beëindigd. Het apparaat schakelt uit en gaat over op
normaal bedrijf.
6.2.3
Algemene informatie bij de programmering
Met de toetsen 1, 2 en 3 (afb. 16) kunt u 24 parameters
binnen het aangegeven bereik (instelwaarde, min.-waar-
de, max.-waarde) wijzigen.
De tabellen 8 en 9 tonen welke parameters u kunt wijzi-
gen. Afb. 20 toont op welke toetsen u daarbij dient te
drukken.
Aanwijzing m.b.t. schakelhysterese:
Bij een geringe hysterese en daarmee korte
schakelcyli bestaat het gevaar dat de koeling
onvoldoende is of dat er slechts bepaalde
delen van de behuizing worden gekoeld.
Aanwijzing m.b.t. insteltemperatuur:
De insteltemperatuur is bij de comfortregeling
door de fabriek op +35°C ingesteld. Om
energiebesparingsredenen dient u de instel-
temperatuur niet lager in te stellen dan nodig.
De programmering is in principe voor alle instelbare pa-
rameters gelijk.
Om naar de programmeermode te gaan:
Druk gedurende ca. 5 sec. op toets 2 ("Set").
De regeling bevindt zich nu in de Programmeermode.
Wanneer u in de Programmeermode gedurende ca.
30 sec. op geen enkele toets drukt, dan knippert de
weergave eerst en vervolgens keert de regeling terug
naar de normale weergavemode. De weergave "Esc"
signaleert hierbij dat eventueel aangebrachte wijzigingen
niet werden opgeslagen.
Druk op de programmeertoets "" (°C) resp. "" (°F)
om tussen de instelbare parameters te wisselen (zie
tabellen 8 en 9).
Druk op toets 2 ("Set") om de weergegeven parame-
ters die u wilt wijzigen te selecteren.
De actuele waarde van deze parameters wordt weerge-
geven.
Druk op één van de programmeertoetsen "" (°C)
resp. "" (°F).
De weergave "Cod" verschijnt. Om een waarde te kun-
nen wijzigen, dient u de toegangscode "22" in te voeren.
Houd de programmeertoets "" (°C) zo lang inge-
drukt tot "22" verschijnt.
6 Bediening
17
NL