Printen op verschillende papieren
Met gebruik van aangepast
papier
1
Deze instelling wordt in de volgende gevallen
gebruikt:
z Als een laterale streep opvalt in Zwaar papier,
kan deze worden verbeterd door [Aangepast
2
papier] in te stellen. In dat geval wordt de
printsnelheid vertraagd.
z Wanneer u wilt printen op OKI
TRANSPARANTEN
1
3
Stel het papierformaat en de papiersoort
in via het configuratiescherm.
(1)
Druk op de [Fn (Fn)]-toets.
Het nummerinvoerscherm
4
verschijnt.
5
(2)
Voer het nummer in afhankelijk
van de papierlade die moet worden
ingesteld.
z Voor de multifunctionele lade
Druk op [9] en [0], en druk op de
knop [OK (OK)].
z Voor Lade 1
Druk op [1] en [0], en druk op de
knop [OK (OK)].
(3)
Selecteer het papierformaat en
druk op de knop [OK (OK)].
(4)
Controleer dat
weergegeven aan de linkerkant van
het geselecteerde papierformaat en
druk op de knop [BACK (TERUG)].
(5)
Selecteer [Papiersoort (Media
Type)] en druk op de knop [OK (OK)].
(6)
Selecteer [HQFORUH1] -
[HQFORUH5] of [OKITRANSFILM]
en druk op de knop [OK (OK)].
Controleer dat
weergegeven aan de linkerkant van
de geselecteerde [HQFORUH].
* In de standaard fabrieksinstellingen zijn de papiersoorten
ingesteld voor [HQFORUH1] - [HQFORUH5], zoals in de
volgende tabel wordt getoond.
Naam van
Papiersoort
HQ_FOR_UH1
HQ_FOR_UH2
HQ_FOR_UH3
HQ_FOR_UH4
HQ_FOR_UH5
OKITRANSFILM
- 26 -
wordt
wordt
Papiersoort
Papiergewicht
Eenvoudig
Ultra Zwaar1
Eenvoudig
Ultra Zwaar2
Eenvoudig
Ultra Zwaar3
Eenvoudig
Ultra Zwaar4
Eenvoudig
Ultra Zwaar5
Speciale OKI-instelling