Printen op verschillende papieren
2
Als u uitvoert naar de stapelaar met
beeldzijde naar boven, open dan de
stapelaar met beeldzijde naar boven.
1
Leg het printoppervlak naar boven om uit te voeren.
Memo
z U kunt uitvoeren naar de stapelaar met de
2
beeldzijde naar beneden.
3
4
Stapelaar met beeldzijde naar boven
3
Stel het papierformaat en de papiersoort
5
in via het configuratiescherm.
(1)
Druk op de [Fn (Fn)]-toets.
Het numerieke invoerwaarde-
scherm zal worden weergegeven.
(2)
Voer een nummer in afhankelijk
van het te gebruiken papier.
z De multifunctionele lade gebruiken
Druk op [9], [0], en druk op de
knop [OK (OK)].
z Lade 1 gebruiken
Druk op [1], [0], en druk op de
knop [OK (OK)].
(3)
Selecteer [Aangepast (Custom)]
en druk op de knop [OK (OK)].
(4)
Controleer of
aan de linkerkant van [Aangepast
(Custom)] en druk op de knop
[BACK (TERUG)].
(5)
Selecteer [X-afmeting (X
Dimension)] en druk op de knop
[OK (OK)].
(6)
Druk op de scroll-knoppen
of
om een gepast formaat te
selecteren en druk vervolgens op
de knop [OK (OK)].
- 22 -
wordt weergegeven