Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

ES2032 MFP
Gebruikershandleiding

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Oki ES2032

  • Pagina 1 ES2032 MFP Gebruikershandleiding...
  • Pagina 2: Nhoudsopgave Voorwoord

    OORWOORD We hebben ernaar gestreefd de informatie in dit document volledig, accuraat en up- to-date weer te geven. Oki Printing Solutions is niet aansprakelijk voor de gevolgen van fouten waarvoor deze niet verantwoordelijk is. Oki Printing Solutions kan ook niet garanderen dat wijzigingen in software en apparatuur die zijn aangebracht door andere fabrikanten en waarnaar in deze handleiding wordt verwezen, geen invloed hebben op de toepasbaarheid van de informatie in de handleiding.
  • Pagina 3: Eerste Hulp Bij Ongevallen

    Oki Data Corporation, 4-11-22 Shibaura, Minato-ku, Tokyo 108-8551, Japan MPORTEUR VOOR DE GEMACHTIGDE VERTEGENWOORDIGER OKI Europe Limited (handelend als OKI Printing Solutions) Central House Balfour Road Hounslow TW3 1HY Verenigd Koninkrijk Neem voor algemene vragen en alle vragen over verkoop en ondersteuning contact op met uw plaatselijke leverancier.
  • Pagina 4: Inhoudsopgave

    NHOUDSOPGAVE Voorwoord ....... . . 2 Eerste hulp bij ongevallen ..... 3 Fabrikant .
  • Pagina 5 Fax instellen ......30 Netwerk instellen ......31 Functies voor internetcommunicatie .
  • Pagina 6 Faxtaakrapporten ......76 Scannen ....... . 78 Bediening van de scanner .
  • Pagina 7 Opgeslagen instellingen van het PCL-stuurprogramma ....139 Een set instellingen voor het stuurprogramma opslaan......139 Opgeslagen instellingen van het stuurprogramma terughalen .
  • Pagina 8 Renderingsintenties ......165 Perceptueel ......165 Saturation (Verzadiging) .
  • Pagina 9: Opmerking, Let Op! En Waarschuwing! > 9

    Oki Printing Solutions te werken. Deze zijn te herkennen aan het handelsmerk van Oki Printing Solutions. Het kan voorkomen dat een andere tonercartridge helemaal niet werkt, zelfs als deze als 'geschikt' wordt omschreven. Indien de tonercartridge wel werkt, kunnen de prestaties en de afdrukkwaliteit van het product van mindere kwaliteit zijn.
  • Pagina 10: Inleiding

    NLEIDING Van harte gefeliciteerd met uw keus voor dit multifunctionele product (MFP) van Oki Printing Solutions. Dit apparaat is uitgerust met geavanceerde mogelijkheden voor het met hoge snelheid afdrukken van heldere, levendige kleurenafbeeldingen en scherpe zwart-witpagina's op een aantal verschillende afdrukmedia.
  • Pagina 11: Over Deze Handleiding

    VER DEZE HANDLEIDING OPMERKING In de afbeeldingen in deze handleiding worden mogelijk optionele functies weergegeven die niet op uw MFP zijn geïnstalleerd. Deze handleiding is uw gebruikershandleiding van uw MFP en maakt deel uit van het algemene documentatiemateriaal dat hieronder staat vermeld: >...
  • Pagina 12: Online Gebruik

    NLINE GEBRUIK Deze handleiding is bedoeld voor gebruik op het scherm met Adobe Reader. Maak hierbij gebruik van de functies voor navigatie en weergave van Adobe Reader. Er zijn twee manieren waarop u specifieke informatie kunt weergeven: > Klik in de lijst met bladwijzers linksonder op het scherm op het gewenste onderwerp om dat specifieke onderwerp weer te geven.
  • Pagina 13: Pagina's Afdrukken

    AGINA S AFDRUKKEN Het staat u vrij om de gehele handleiding, afzonderlijke pagina's of secties af te drukken. Ga als volgt te werk: Open het menu Bestand en kies >Afdrukken (of druk op Ctrl + P). Geef aan welke pagina's u wilt afdrukken: [Alle pagina's], (1), voor de gehele handleiding.
  • Pagina 14: Overzicht Van Het Mfp

    VERZICHT VAN HET OORAANZICHT 1. Uitvoervak, afgedrukte 6. Universele lade (gesloten weergegeven). zijde naar beneden Deze lade wordt gebruikt voor zwaarder Standaarduitvoervak voor papier, enveloppen en andere speciale afdrukken. Kan maximaal media. Indien nodig kan deze lade ook 250 vel papier van voor handmatige invoer van enkele vellen 80 g/m²...
  • Pagina 15: Achteraanzicht

    CHTERAANZICHT Hier ziet u het verbindingspaneel en het uitvoervak aan de achterzijde. 13. AAN/UIT-knop. 18. Netwerkconnector 14. USB-interface 19. Lijnaansluiting Aansluiting voor het faxapparaat 15. Netsnoeraansluiting op de telefoonlijn. 16. Achterzijde, uitvoervak voor 100 20. Tel.verbinding. vel, afgedrukte zijde naar boven Aansluiting voor de 17.
  • Pagina 16: Het Bedieningspaneel

    ET BEDIENINGSPANEEL OPIEER EN BELGEDEELTE 1. Zoomen Wordt gebruikt om de schaling in stappen van 1% te verhogen tot 400% en te verlagen tot -25%. U kunt ook kiezen uit de standaardpercentages. 2. oetsenblok Hiermee kunt u met één druk op de knop veelgebruikte of favoriete faxnummers bellen.
  • Pagina 17: Starttoets En Andere Toetsen

    10. OK Wordt gebruikt om de op dat moment geselecteerde instellingen te selecteren en te bevestigen. 11. Terug Wordt gebruikt om selecties te annuleren en terug te gaan naar het hoogste niveau van de instelling. Met deze toets kunt u ook alle voorgaande invoer annuleren. 12.
  • Pagina 18: De Taal Op Het Lcd-Scherm Wijzigen

    LCD- E TAAL OP HET SCHERM WIJZIGEN De standaardtaal die door uw MFP wordt gebruikt om berichten weer te geven en rapporten af te drukken, is het Engels. Indien nodig kunt u dit wijzigen met het MFP Network Setup Tool (MFP- hulpprogramma voor netwerkinstallatie) of de webpagina, zie 'Configuratie' op pagina Overzicht van het MFP >...
  • Pagina 19: Aan De Slag

    AN DE SLAG LET OP! Controleer of de scanner in de ONTGRENDELDE stand staat voordat u het apparaat gebruikt. Open de documentklep. Zet de vergrendingshendelvande scanner in de OPEN positie. MFP- STUURPROGRAMMA S EN HULPPROGRAMMA S INSTALLEREN WAIN EN PRINTERSTUURPROGRAMMA LET OP! Installeer EERST het TWAIN-stuurprogramma en vervolgens het printerstuurprogramma om ervoor te...
  • Pagina 20: Mfp Network Setup Tool (Mfp-Hulpprogramma Voor Netwerkinstallatie)

    Networking/Utilities CD in de map Utilities. Volg de instructies op het scherm op om de installatie van het installatiehulpprogramma te voltooien. Het MFP network setup tool (MFP-hulpprogramma voor netwerkinstallatie) kan ES2032 MFP-apparaten over netwerkverbindingen vinden. Kies Bestand > Alle apparaten zoeken... om apparaten te zoeken en te installeren.
  • Pagina 21: Aanbevolen Papier

    Transparanten moeten van het type zijn dat is ontworpen voor gebruik in kopieermachines en laserprinters. Wij raden u sterk aan Oki-transparanten te gebruiken (bestelnummer 01074101). Vermijd met name het gebruik van kantoortransparanten die moeten worden beschreven met speciale stiften. Deze transparanten smelten in de fuser en veroorzaken schade.
  • Pagina 22: Cassettelade

    De aanbevolen visitekaartjes worden geproduceerd door Oki (bestelnummer 09002985). ASSETTELADE In de cassettelade kunt u papier met een gewicht van 64g/m² tot 120g/m² plaatsen. De cassette is uitermate geschikt voor het afdrukken van A4-documenten van meer dan één pagina lang.
  • Pagina 23: Uitvoervak (Afgedrukte Zijde Naar Beneden)

    In de universele lade kan papier met een breedte van 105 mm en een lengte van maximaal 1200 mm (voor het afdrukken van banners) worden gebruikt. Gebruik voor papier dat langer is dan 356 mm (Legal 14 inch) een papiersoort met een gewicht van 90 tot maximaal 128 g/m² en het uitvoervak aan de achterzijde.
  • Pagina 24: Duplexeenheid

    UPLEXEENHEID Met de duplexeenheid hebt u de mogelijkheid om dubbelzijdig af te drukken, waarbij u minder papier gebruikt en grote documenten handzamer worden. U kunt ook boekjes afdrukken, waarbij u nog minder papier gebruik en grote documenten nog handzamer worden. OPMERKING Controleer of de duplexeenheid in het printerstuurprogramma is ingeschakeld.
  • Pagina 25: Papier In De Printer Plaatsen

    APIER IN DE PRINTER PLAATSEN ASSETTELADE Haal de papierlade uit het MFP. Waaier het papier aan de korte zijden (1) en de lange zijden (2) uit om ervoor te zorgen dat er geen vellen aan elkaar kleven en tik vervolgens met de zijden van het papier op een vlak oppervlak om er weer een rechte stapel van te maken (3).
  • Pagina 26 Plaats het papier (briefhoofdpapier met de bedrukte zijde naar beneden en met de bovenzijde in de richting van de voorkant van de printer). Stel de achterste schuif (1) en de papiergeleiders (2) in op het gebruikte papierformaat. Vastlopen van papier voorkomen: >...
  • Pagina 27 Als u wilt afdrukken en papier wilt uitvoeren met de afgedrukte zijde naar beneden, controleert u of het uitvoervak aan de achterzijde van de printer (3) is gesloten (het papier wordt nu aan de bovenzijde van het MFP uitgevoerd). De capaciteit van het vak is ongeveer 250 vel, afhankelijk van het papiergewicht.
  • Pagina 28: Universele Lade

    NIVERSELE LADE Open de universele lade en druk de papiersteun (1) voorzichtig naar beneden om ervoor te zorgen dat de steun vastzit in de onderste stand. Plaats het papier en stel de papiergeleiders (2) in op het gebruikte papierformaat. > Voor afdrukken op voorbedrukt papier plaatst u het papier in de universele lade met de voorbedrukte zijde naar boven en met de bovenzijde als eerste in het MFP.
  • Pagina 29 juiste papierformaat voor de universele lade in. Zie '..vanuit het beheerprogramma' op pagina 36 voor details. OPMERKING U hoeft maar één menu bij te werken. De scanner- en printermenu's worden automatisch gesynchroniseerd zodat de informatie consistent is. Papier in de printer plaatsen > 29...
  • Pagina 30: Het Apparaat Configureren

    ..ET APPARAAT CONFIGUREREN INIMALE CONFIGURATIEVEREISTEN Voor een optimaal gebruik van uw MFP hebt u de volgende configuratie nodig: Voor het verzenden van faxen: een telefoonlijnverbinding. Voor het verzenden van e-mails: > TCP/IP-netwerk > Een SMTP-server en optioneel een POP3-server Voor het archiveren van documenten via een intranet: >...
  • Pagina 31: Netwerk Instellen

    ETWERK INSTELLEN Voor de functies voor scannen naar e-mail en scannen naar FTP moet tevens het MFP correct worden ingesteld in uw netwerk. U moet de volgende netwerkparameters instellen zodat andere netwerkapparaten het MFP kunnen vinden in het netwerk: DHCP ingeschakeld: IP-adres: .
  • Pagina 32 SMTP-server: Het IP-adres van de SMTP-mailserver dat de netwerkbeheerder heeft toegewezen. SMTP-poort: Het poortnummer van de SMTP-mailserver. DNS-server: Het IP-adres van de DNS-server dat de netwerkbeheerder heeft toegewezen. POP3-server: Het IP-adres van uw POP3-server. POP3-poort: Het poortnummer van de POP3-mailserver. Voer de DNS-naam, of het IP-adres en poortnummer van uw POP3-server in als uw e-mailserver POP3-verificatie vereist, voordat u e-mails verzendt vanaf het apparaat.
  • Pagina 33: Functies Voor Internetcommunicatie

    UNCTIES VOOR INTERNETCOMMUNICATIE Scannen naar e-mail Met het MFP kunt u uw gescande document verzenden naar e-mailadressen in het netwerk. OPMERKING U moet tevens de details voor "Definiëren van" instellen om e-mail te kunnen verzenden. Scannen naar FTP Met het MFP kunt u gescande documenten rechtstreeks opslaan op een aangewezen server of pc in het netwerk met een normale PDF-, JPEG-, TIFF- of MTIFF- bestandsindeling.
  • Pagina 34: Configuratie

    ONFIGURATIE Er is een aantal configuratieopties beschikbaar waarmee u de scanner-, fax- en printerinstellingen aan uw eigen wensen kunt aanpassen. Er zijn drie manieren om het MFP te configureren: Vanaf de webpagina van het MFP. Vanuit de beheerprogramma's van het MFP (raadpleeg de gebruikershandleiding van het hulpprogramma voor netwerkinstallaties op de meegeleverde cd-rom).
  • Pagina 35: Vanaf De Webpagina

    ..VANAF DE WEBPAGINA Typ het IP-adres van het MFP in het adresveld van de browser en druk op Enter. De MFP-pagina verschijnt op het scherm. Bijvoorbeeld: http://10.18.207.62 ES2032 MFP Information Menu Additional settings Administrative settings OPMERKING De beheerdersinstellingen (Administrative Settings) zijn geblokkeerd met een wachtwoord.
  • Pagina 36: Vanuit Het Beheerprogramma

    ..VANUIT HET BEHEERPROGRAMMA Als u dit nog niet hebt gedaan, installeert u het MFP Network Setup Tool (MFP-hulpprogramma voor netwerkinstallatie) volgens de aanwijzingen in 'MFP Network Setup Tool (MFP- hulpprogramma voor netwerkinstallatie)' op pagina OPMERKING De beheerdersinstellingen (Administrative Settings) zijn geblokkeerd met een wachtwoord.
  • Pagina 37: Vanaf Het Bedieningspaneel Van De Scanner

    ..VANAF HET BEDIENINGSPANEEL VAN DE SCANNER Druk op het bedieningspaneel van de scanner op Menu (1). Gebruik de pijltoetsen OMHOOG en OMLAAG (2) om te bladeren, OK (3) om te selecteren en Return (4) om de selectie te annuleren of het menuonderdeel te verlaten. OPMERKING U kunt deze beheerinstellingen alleen opgeven via de webpagina of het hulpprogramma voor netwerkinstallaties.
  • Pagina 38: De Faxfunctie Instellen

    E FAXFUNCTIE INSTELLEN E EERSTE KEER INSTELLEN U moet de volgende parameters instellen voordat u de faxfunctie op het MFP kunt gebruiken: > Datum en tijd > Landcode > Station-id en -nummer Er zijn andere parameters die u indien nodig later kunt aanpassen aan uw persoonlijke voorkeuren, raadpleeg de faxinstallatietabel voor details (Zie “Geavanceerde setup”...
  • Pagina 39: Geavanceerde Setup

    Geef het id-nummer en het telefoonnummer op, en druk op OK om te bevestigen. Druk op Return om de selecties bij te werken en het menu te verlaten. OPMERKING Als u het apparaat aansluit via een PBX-lijn (Private Branch Exchange), moet u tevens een belprefix opgeven zodat het apparaat een externe lijn kan krijgen voordat wordt gebeld.
  • Pagina 40 Geef het faxnummer van de nieuwe bestemming op en druk op OK. OPMERKING 1. De naam kan maximaal 32 tekens lang zijn. Het nummer kan maximaal 32 cijfers lang zijn. 2. Als het faxnummer een toestelnummer heeft, drukt u op de knop Onderbreken om een '-' tussen de cijfers te plaatsen Tijdens het bellen wordt dan een tweede pauze ingevoegd.
  • Pagina 41 Een snelkeuzenummer uit het telefoonboek verwijderen Verwijder als volgt een snelkeuzenummer uit het telefoonboek: Druk op de knop Menu op het bedieningspaneel. Gebruik de pijltoets OMHOOG om naar Faxinstellingen te bladeren en druk op OK. Druk op OK om Telefoonboek te selecteren. Gebruik de pijltoets OMLAAG om naar Verwijder snelkeuze te bladeren en druk op OK.
  • Pagina 42 Druk op Return als u klaar bent met uw selectie en terug wilt gaan naar het vorige scherm. Op het LCD-scherm wordt het geselecteerde aantal groepen bevestigd. Druk op OK om de verwijdering te bevestigen of op Stoppen om de verwijderingen te annuleren. Alle nummers uit het telefoonboek verwijderen Verwijder als volgt alle nummers uit het telefoonboek: Druk op de knop Menu op het bedieningspaneel.
  • Pagina 43 Kies "Ja" om de toevoeging te bevestigen of "Nee" om de bewerking te annuleren. Aansluiten op een PBX Een PBX (Private Branch Exchange) is een privételefoonsysteem dat gebruikt wordt om gesprekken intern door te schakelen, bijvoorbeeld in een bedrijf. Wanneer een telefoonnummer wordt gebeld, wordt indien een prefixnummer (toegangsnummer) is vereist om een buitenlijn te kunnen krijgen, de lijn verbonden met een PBX.
  • Pagina 44 Stel automatisch opnieuw bellen als volgt in: Druk op de knop Menu om het scherm met menu- instellingen weer te geven. Gebruik de pijltoets OMHOOG om naar Faxinstellingen te bladeren en druk op OK. Gebruik de pijltoets OMHOOG om naar Fax instellen te bladeren en druk op OK.
  • Pagina 45 Een telefoonhandset toevoegen Als u een telefoonhandset aan uw MFP wilt toevoegen, sluit u de lijn aan op de telefoonaansluiting (in sommige landen hebt u wellicht een telefoonstekkeradapter nodig). OPMERKING Wikkel de telefoonlijn eenmaal rond het ferriet zoals op de afbeelding wordt getoond.
  • Pagina 46 Druk op Return om de nieuwe configuratie-instellingen op te slaan en het menu te verlaten. OPMERKING Manuele ontvangst moet ook zijn geactiveerd. “Handmatige ontvangst” op pagina Het apparaat configureren..> 46...
  • Pagina 47: Afdrukinstellingen En Beveiliging

    FDRUKINSTELLINGEN EN BEVEILIGING Via de menu’s op het bedieningspaneel van het MFP hebt u toegang tot vele opties. Ook het printerstuurprogramma van Windows bevat veel instellingen voor dezelfde opties. Als opties in het printerstuurprogramma overeenkomen met de opties in de menu's op het bedieningspaneel, hebben de instellingen van de Windows-printerdriver bij het afdrukken van documenten vanuit Windows voorrang boven de instellingen van de menu's op het...
  • Pagina 48: Beveiligd Afdrukken

    Welk venster er wordt geopend als u op Eigenschappen klikt, hangt af van het printerstuurprogramma die is geïnstalleerd. De PostScript-driver biedt andere opties dan de PCL-driver. EVEILIGD AFDRUKKEN Met de functie voor beveiligd afdrukken kunt u vertrouwelijke documenten afdrukken op MFP's die worden gedeeld met andere gebruikers in een netwerkomgeving.
  • Pagina 49: Het Document Verzenden

    ET DOCUMENT VERZENDEN Als u het PCL-stuurprogramma gebruikt, kiest u op het tabblad [Setup] de eventueel opgeslagen [stuurprogramma-instellingen] die u wilt gebruiken. 'Opgeslagen instellingen van het stuurprogramma terughalen' op pagina 140. Klik op [Beveiligde afdruk] op het tabblad [Taakopties] van het stuurprogramma. Het venster Taak PIN (persoonlijk identificatienummer) wordt geopend.
  • Pagina 50: Het Document Afdrukken

    Uw PIN moet uniek zijn op dit MFP. De systeembeheerder moet aan elke gebruiker een PIN toewijzen. Klik op [OK] om uw wijzigingen te accepteren. Klik op [OK] om het venster Eigenschappen voor printer te sluiten. Druk het document af. De afdruktaak wordt naar het MFP gestuurd, maar wordt op dat moment nog niet afgedrukt.
  • Pagina 51: Een Document Voor Beveiligd Afdrukken Verwijderen

    Druk op [ENTER] om uw document af te drukken. Wanneer alle gewenste kopieën zijn afgedrukt, wordt het document automatisch verwijderd van de vaste schijf van het MFP. OPMERKING U kunt beveiligde documenten ook op afstand, vanaf uw pc, afdrukken en verwijderen met het hulpprogramma Storage Device Manager.
  • Pagina 52: Opslaan Op De Vaste Schijf

    PSLAAN OP DE VASTE SCHIJF Met deze functie kunt u afdruktaken maken op de computer en opslaan op de vaste schijf van het MFP voor afdrukken op verzoek. Dit is handig voor formulieren, algemene memo's, briefhoofden, briefpapier en dergelijke. Als u deze functie gebruikt voor bijvoorbeeld standaardformulieren, kunt u op elk gewenst moment naar het MFP gaan en uw formulieren afdrukken zonder dat u ze opnieuw vanaf de pc hoeft te verzenden.
  • Pagina 53: Het Document Verzenden

    ET DOCUMENT VERZENDEN Volg de procedure die is beschreven in het gedeelte 'Het document verzenden' op pagina 49 voor het verzenden van een beveiligd document. Alleen moet u op het tabblad [Taakopties] in stap 2 klikken op [Opslaan op HDD]. ET DOCUMENT AFDRUKKEN Volg de procedure die is beschreven in het gedeelte 'Het...
  • Pagina 54: Gecodeerd, Beveiligd Afdrukken

    ECODEERD BEVEILIGD AFDRUKKEN De veiligheid van het netwerk is in sommige organisaties een groeiend probleem. Met beveiligd afdrukken kunt u vertrouwelijke documenten verzenden, opslaan en afdrukken op MFP's die worden gedeeld met andere gebruikers in een netwerkomgeving. Door uw documenten te coderen voordat u deze naar het MFP stuurt, voorkomt u dat onbevoegden inzicht krijgen in vertrouwelijke of gevoelige informatie.
  • Pagina 55 Het venster Gecodeerde beveiligde afdruk wordt geopend. Geef in het venster Gecodeerde beveiligde afdruk een [Wachtwoord] op voor deze afdruktaak: Het wachtwoord moet uit minimaal 4 en maximaal 12 alfanumerieke tekens bestaan. De cijfers 1 tot en met 9 en de letters a tot en met z zijn allemaal geldig.
  • Pagina 56: Meerdere Keren Willekeurig Overschrijven: Hiermee

    > Meerdere keren willekeurig overschrijven: hiermee wist u een afdruktaak nadat deze driemaal met gegevens is overschreven. Dit is de veiligste manier om een afdruktaak te wissen, maar het duurt echter langer om de taak te voltooien. Kies de time-outperiode voor automatisch wissen Geef de tijdsperiode op (uren:minuten) waarin de afdruktaak op de vaste schijf van het MFP wordt opgeslagen.
  • Pagina 57: Bediening

    EDIENING Met zijn intuïtieve bedieningspaneel biedt dit multifunctionele product (MFP) veel gebruiksgemak. Als het apparaat eenmaal is geconfigureerd, is de bediening redelijk eenvoudig. OPMERKING Als de PIN-beperking is ingeschakeld voor één of voor alle MFP-functies, moet u eerst uw pincode opgeven. In de volgende gedeelten wordt het kopiëren van uw gescande document beschreven, wordt beschreven hoe u uw document verspreidt via internet en hoe u het document via de fax...
  • Pagina 58 > Houd de glasplaat schoon en laat er geen documenten op achter. OPMERKING Als u afwijkende soorten documenten wilt verzenden, plaatst u de documenten op de glasplaat of maakt u eerst een kopie en verzendt u vervolgens de kopie. Als u meerdere pagina's hebt, waaiert u de pagina's uit om vastlopen van papier te voorkomen.
  • Pagina 59: Documenten Op De Glasplaat Plaatsen

    OCUMENTEN OP DE GLASPLAAT PLAATSEN Open de documentklep. Leg het document met de tekst omlaag op de glasplaat en schuif het papier tegen de linkerbovenhoek aan. Sluit de documentklep. OCUMENTEN VERZENDEN VIA E MAIL ASISBEDIENING Leg uw documenten met de afdrukzijde omhoog in de automatische documentinvoer of met de afdrukzijde omlaag op de glasplaat (zoals hiervoor beschreven).
  • Pagina 60: Geavanceerde Bediening

    selecteren, en druk vervolgens op OK (4). Als u het sneller wilt doen, kunt u ook alleen de eerste letter van het e-mailadres typen op het toetsenblok (8). Druk op Return (5) als u wilt teruggaan naar het hoofdscherm E- mail.
  • Pagina 61 OPMERKING > Als u hierbij een fout maakt, drukt u op Stop (3) op het bedieningspaneel om de bewerking te annuleren. > Als u gedurende drie minuten niets typt in de velden Van, Onderwerp, Aan, CC of BCC, verdwijnen de eerder ingevoerde tekens automatisch uit het LCD-scherm.
  • Pagina 62: Documenten Verzenden Naar Een Bestandsserver

    OCUMENTEN VERZENDEN NAAR EEN BESTANDSSERVER Voordat u uw bestand naar een bestandsserver verzendt, moet u profielen opstellen om het proces te versnellen. Een profiel bevat een lijst met archiveringsparameters zoals uw archiveringsprotocol, de map, een bestandsnaam en andere scanparameters. U voegt een nieuw profiel toe op de webpagina van het apparaat of via het hulpprogramma voor netwerkinstallaties, dat u vanaf de meegeleverde cd-rom kunt installeren en vervolgens kunt starten.
  • Pagina 63: Kopiëren

    OPIËREN ASISBEDIENING Leg uw documenten met de afdrukzijde omhoog in de automatische documentinvoer of met de afdrukzijde omlaag op de glasplaat. Druk indien nodig op het bedieningspaneel bij Mode op de knop Kopiëren (1) om het scherm Kopiëren te openen. OPMERKING De standaard fabrieksinstelling is de modus Kopiëren.
  • Pagina 64: Geavanceerde Bediening

    EAVANCEERDE BEDIENING De aanvullende instellingen openen OPMERKING Enkel voor illustratiedoeleinden worden de geavanceerde functies weergegeven vanaf het bedieningspaneel van de scanner. U kunt de functies ook vinden op de webpagina en het MFP Network Setup Tool (MFP-hulpprogramma voor netwerkinstallatie). Als u de geavanceerde functies wilt gebruiken, drukt u op het bedieningspaneel bij Mode Kopiëren (1)en drukt u vervolgens op Aanvullende instellingen (2) om het scherm voor aanvullende instellingen te openen.
  • Pagina 65 De schaal wijzigen Het apparaat is ingesteld op 100% schaling. Als u het origineel wilt verkleinen of vergroten, kunt u het origineel met deze functie maximaal 400% vergroten of 25% verkleinen. U vergroot of verkleint het originele document als volgt: Druk op het bedieningspaneel bij Mode op Kopiëren...
  • Pagina 66 De kopieerkwaliteit verbeteren Het apparaat is vooraf ingesteld op snel kopiëren ('Speed'). Zo nodig kunt u deze instelling wijzigen in 'Tekst' of 'Fijn' om de kopieerkwaliteit te verbeteren. U wijzigt als volgt de kopieerkwaliteit: Druk op het bedieningspaneel bij Mode op de knop Kopiëren om het scherm Kopiëren te openen.
  • Pagina 67 Het aantal kopieën verhogen Het aantal kopieën dat wordt gemaakt is standaard ingesteld op 1. Als u het aantal exemplaren wilt verhogen, geeft u het gewenste aantal op met het numerieke toetsenblok. U verhoogt als volgt het aantal exemplaren: Druk op het bedieningspaneel bij Mode op de knop Kopiëren om het scherm Kopiëren te openen.
  • Pagina 68: Faxen

    AXEN ASISBEDIENING Zoeken in het telefoonboek Zoek als volgt in de inhoud van het telefoonboek: Druk op het bedieningspaneel bij Mode op de knop Fax (1) om het scherm Fax te openen. Druk op de knop Adresboek (2): > eenmaal om te zoeken in snelkeuzenummers; >...
  • Pagina 69 Een fax naar één locatie sturen Leg uw documenten met de afdrukzijde omhoog in de automatische documentinvoer of met de afdrukzijde omlaag op de glasplaat. Druk op het bedieningspaneel bij Mode op de knop Fax (1) om het scherm Fax te openen. Geef het faxnummer van de bestemming op door: >...
  • Pagina 70: Geavanceerde Bediening

    Fax ontvangen Uw MFP is ingesteld op automatische ontvangst van faxen. Als u dit wilt wijzigen in handmatige ontvangst, raadpleegt u'Handmatige ontvangst' op pagina 44 voor details. OPMERKING Als het MFP een fax aan het verzenden is, worden binnenkomende faxen geweigerd. Tijdens de uitvoering van andere functies, bijvoorbeeld kopiëren, opslaan, e-mailen, enzovoort, worden binnenkomende faxen opgeslagen en afgedrukt wanneer het...
  • Pagina 71 De faxkwaliteit wijzigen Het apparaat is vooraf ingesteld op 'Fijn'. Indien nodig kunt u 'Extra fijn' of 'Foto' selecteren om de faxkwaliteit te verbeteren, of kunt u de faxkwaliteit verlagen door 'Standaard' te selecteren. U wijzigt als volgt de faxkwaliteit: Druk op het bedieningspaneel bij Mode op de knop Fax om het faxscherm te openen.
  • Pagina 72 Afmetingen document Het apparaat is vooraf ingesteld op het A4-formaat. Het documentformaat wijzigen: Druk op het bedieningspaneel bij Mode op de knop Fax om het scherm Fax te openen. Druk op de knop Aanvullende instellingen. Gebruik de pijltoets OMLAAG om naar de instelling Documentformaat te bladeren en druk op OK.
  • Pagina 73 Handmatige invoer Als u meerdere reeksen documenten vanaf de ADF of de scanner moet verzenden, schakelt u de optie 'Handmatige invoer' in. De fax instellen op handmatige invoer: Leg uw documenten met de afdrukzijde omhoog in de automatische documentinvoer of met de afdrukzijde omlaag op de glasplaat.
  • Pagina 74 Gebruik de pijltoets OMLAAG om naar de instelling Polling-ontvangst te bladeren en druk op OK. Kies 'AAN' en druk op OK. Druk op Return om het menu te verlaten en terug te gaan naar het faxscherm. Geef de gewenste locatie op met de snelkeuzetoetsen of het numerieke toetsenblok.
  • Pagina 75 Uitzending U kunt een fax verzenden naar meerdere plaatsen tegelijk: Leg uw documenten met de afdrukzijde omhoog in de automatische documentinvoer of met de afdrukzijde omlaag op de glasplaat. Druk op het bedieningspaneel bij Mode op de knop Fax om het scherm Fax te openen.
  • Pagina 76: Faxtaken Annuleren

    AXTAKEN ANNULEREN Als u een opgeslagen faxtaak niet meer nodig hebt, kunt u deze annuleren en uit het MFP-geheugen verwijderen. OPMERKING Het wachtwoord van de beheerder is vereist om deze functie uit te voeren. Druk op het bedieningspaneel bij Mode op de knop Menu om het scherm Menu-instellingen te openen.
  • Pagina 77 Selecteer het gewenste rapport en druk op OK als u het volgende wilt afdrukken: > Activiteitenrapport. > Overdrachtsrapport. U kunt het overdrachtsrapport wijzigen met de volgende beschikbare opties: Ja / Alleen fout / Uit. > Uitzendrapport Bediening > 77...
  • Pagina 78: Scannen

    File, controleert u in de gebruikershandleiding bij de toepassing hoe u de TWAIN-koppeling gebruikt. Er wordt een dialoogvenster met scanbronnen weergegeven. Selecteer “ES2032 MFP”. U hoeft slechts eenmaal de bron te kiezen, tenzij u een andere scanner wilt kiezen.
  • Pagina 79: De Gebruikersinterface

    Selecteer een scanresolutie in het vervolgkeuzemenu voor resolutie (3). Selecteer de gewenste instelling voor de scanfuncties (bijvoorbeeld Verscherpen, Effenen) die u wilt gebruiken (zie 'Het beeld verbeteren' verderop in dit hoofdstuk). Klik op de knop Preview (Voorbeeld) of Scan (Scannen) om een voorbeeld van uw document weer te geven of om het document te scannen.
  • Pagina 80: De Basisfuncties Gebruiken

    E BASISFUNCTIES GEBRUIKEN Scanmethode De opties zijn: > Flatbed (Glasplaat): selecteer deze instelling wanneer u een foto of krantenknipsel wilt scannen. > ADF/Multipage (Automatische documentinvoer/meer pagina's): selecteer deze instelling wanneer u een document van meer pagina's wilt scannen vanaf de automatische documentinvoer.
  • Pagina 81 Resolutie De juiste resolutie geeft een scherp beeld met goede detaillering. De resolutie wordt gemeten in dots (stippen) per inch (dpi). OPMERKING Een kleurenafbeelding op A4-formaat die is gescand met een resolutie van 300 dpi in de modus True Color (Ware kleur) verbruikt ongeveer 25 MB schijfruimte.
  • Pagina 82: Kleuren Aanpassen

    Afbeelding automatisch selecteren Stel automatisch het hele beeld in als uw scangebied. (U kunt ook de afmetingen van het gebied wijzigen door diagonaal 'slepen en neerzetten'.) Het beeld verbeteren Effenen Hiermee elimineert u de moirépatronen* die u meestal aantreft op afgedrukt materiaal.
  • Pagina 83 Automatisch niveau Hiermee stelt u automatisch de lichte gebieden en schaduwgebieden van het gescande beeld bij om het volgende te optimaliseren. De geavanceerde functies gebruiken Klik op de knop voor omschakelen (1) om de balk met geavanceerde instellingen (2 tot en met 7) te selecteren. De geavanceerde instellingen zijn instellingen voor licht/ schaduw, tint/verzadiging/helderheid, curve, kleurbalans en kleur verwijderen.
  • Pagina 84: Niveaus Voor Licht/Schaduw

    Niveaus voor licht/schaduw Licht verwijst naar het lichtste punt in een gescand beeld terwijl schaduw naar het donkerste punt verwijst. Door de functies voor licht en schaduw samen te gebruiken kunt u het kleurenbereik vergroten en meer details laten zien in een grijs beeld of kleurenbeeld.
  • Pagina 85 Wanneer de waarde voor licht en schaduw verandert, verandert het beeld als volgt. 1. Licht: 255/schaduw: 0(Normaal); 2. Licht: 210/schaduw:10; 3. Licht: 200/schaduw:0; 4. Licht: 255/schaduw: 50 De curve aanpassen Hiermee past u de middentinten van het beeld aan zonder de lichtste en donkerste gebieden ervan al te zeer te veranderen.
  • Pagina 86: Tint/Verzadiging/Lichtheid Van De Kleur

    Tint/verzadiging/lichtheid van de kleur Verbeter een beeld door het niveau van tint/verzadiging/lichtheid te veranderen. Hue (Tint) Hier past u de tint aan door het driehoekje naar rechts of links te verplaatsen. (Houd er rekening mee dat de kleurintensiteit gelijktijdig verandert wanneer de tint wordt aangepast.) Saturation (Verzadiging) Verplaats het driehoekje naar rechts om het...
  • Pagina 87: Kleur Verwijderen

    Het eerste vak verwijst naar het percentage voor cyaan/rood, het tweede naar magenta/groen en het derde naar geel/blauw. Kleur verwijderen Als u op deze knop klikt, wordt het onderstaande dialoogvenster Colour Drop-out weergegeven. Hier kunt u een van de kleurkanalen voor R (rood), G (groen) of B (blauw) verwijderen. Deze functie komt vooral van pas wanneer u een beeld converteert naar tekst met OCR-software.
  • Pagina 88: Overige Functies

    VERIGE FUNCTIES Maateenheid: geeft het gebruikte maatsysteem aan. U kunt de maateenheid wijzigen door op deze knop te klikken. De opties zijn: inch, cm, pixel. Papierformaatkeus: Card 4" x 2.5", Photo 5" x 3.5", Photo 3.5" x 5", Photo 4" x 6", Photo 6" x 4", B5, A5, A4, Letter, A3 en scanner maximum (Kaart 10 x 6 cm, Foto 13 x 9 cm, Foto 9 x 13 cm, Foto 10 x 15 cm, Foto 15 x 10 cm, B5, A5, A4, Letter, A3 en scannermaximum).
  • Pagina 89: Onderhoud

    NDERHOUD ERWACHTTE GEBRUIKSDUUR Als richtlijn kunt u voor de verwachtte gebruiksduur van deze materialen het volgende aanhouden: > Toner Startercartridge: Het apparaat wordt geleverd met voldoende zwarte, cyaan, magenta en gele toner voor 2.250 A4-pagina’s. Hierbij wordt de toner voor 750 A4-pagina’s gebruikt om de afbeeldingstrommel te laden (er zijn dan nog 1.500 A4- pagina's over).
  • Pagina 90: Bestelinformatie Verbruikmaterialen

    50% pagina's bij 3 pagina's per taak en 30% pagina's bij 1 pagina per taak. Gebruik alleen originele Oki-verbruiksmaterialen voor de beste afdrukkwaliteit en optimale hardwareprestaties. Niet-originele Oki-producten kunnen de prestaties van de printer nadelig beïnvloeden en uw garantie doen vervallen. Onderhoud > 90...
  • Pagina 91: Verbruiksmaterialen Vervangen

    ERBRUIKSMATERIALEN VERVANGEN ONERCARTRIDGE VERVANGEN LET OP! Om verspilling van toner en mogelijke fouten van de tonersensor te voorkomen moet u de tonercartridge(s) pas vervangen wanneer de melding 'TONER LEEG' wordt weergegeven. De toner die in dit apparaat wordt gebruikt, is een heel fijn droog poeder.
  • Pagina 92 Til voorzichtig de scanner op. Druk op de knop (a) voor het openen van het MFP-deksel (b) en open het deksel volledig. WAARSCHUWING! Als het MFP ingeschakeld is geweest, is de fuser heet. Dit gebied is duidelijk gemarkeerd. Raak dit gedeelte van de printer niet aan.
  • Pagina 93 Let op de posities van de vier cartridges. 1. Cyaan cartridge 2. Magenta cartridge 3. Gele cartridge 4. Zwarte cartridge Trek de gekleurde ontgrendelingshendel (1) op de cassette die moet worden vervangen, volledig naar de voorzijde van het MFP. Onderhoud > 93...
  • Pagina 94 Til de rechterzijde van de cassette op en trek de cassette vervolgens naar rechts om de linkerzijde los te maken. Haal de tonercassette uit het MFP. Plaats de cartridge voorzichtig op een vel papier om te voorkomen dat de toner vlekken maakt op uw meubilair. LET OP! Het groene trommeloppervlak is heel kwetsbaar en lichtgevoelig.
  • Pagina 95 Schud de nieuwe cartridge een aantal keren voorzichtig heen en weer om de toner in de cartridge los te maken en gelijkmatig te verdelen. Verwijder nu het verpakkingsmateriaal en trek het tape van de onderzijde van de cartridge. Houd de cartridge aan de bovenzijde in het midden vast met de gekleurde hendel rechts.
  • Pagina 96 Plaats de linkerzijde van de cassette eerst in de bovenzijde van de afbeeldingstrommel, druk deze tegen de veer op de trommeleenheid en laat vervolgens de rechterzijde van de cassette op de trommeleenheid zakken. Druk de cartridge voorzichtig naar beneden om ervoor te zorgen dat de cartridge goed vastzit en druk vervolgens de gekleurde hendel (1) in de richting van de achterzijde van het MFP Hiermee vergrendelt u de cartridge en kan er...
  • Pagina 97: Afbeeldingstrommel Vervangen

    Sluit de kap aan de bovenzijde van de printer en druk de kap aan beide zijden stevig naar beneden om deze goed te vergrendelen. Laat de scanner voorzichtig zakken. FBEELDINGSTROMMEL VERVANGEN LET OP! Ga voorzichtig met deze apparaten om. Ze zijn gevoelig voor statische elektriciteit.
  • Pagina 98 Druk op de knop (a) voor het openen van het MFP-deksel (b) en open het deksel volledig. WAARSCHUWING! Als het MFP ingeschakeld is geweest, is de fuser heet. Dit gebied is duidelijk gemarkeerd. Raak dit gedeelte van de printer niet aan. Let op de posities van de vier cartridges.
  • Pagina 99 Pak de afbeeldingstrommel aan de bovenkant in het midden vast en til deze samen met de bijbehorende tonercartridge uit het MFP. Plaats de cartridge voorzichtig op een vel papier om te voorkomen dat de toner vlekken maakt op uw meubilair en om te voorkomen dat het groene trommeloppervlak beschadigd raakt.
  • Pagina 100 Til de rechterzijde van de cassette op en trek de cassette naar rechts om de linkerzijde los te maken en haal de tonercassette uit de afbeeldingstrommelcassette. Plaats de cartridge op een vel papier om te voorkomen dat er vlekken op uw meubilair komen. Haal de nieuwe afbeeldingstrommel uit de verpakking en plaats deze op het vel papier waarop ook de oude cartridge was geplaatst.
  • Pagina 101 Duw de gekleurde ontgrendelingshendel (1) van u af om de tonercartridge te vergrendelen op de nieuwe trommeleenheid zodat er toner naar de drum kan worden overgebracht. Houd de complete set aan de bovenzijde in het midden vast en laat de set op zijn plaats in het MFP zakken, waarbij u de voetjes in de uitsparingen aan de zijkanten van de MFP-ruimte plaatst.
  • Pagina 102: Opmerking

    Laat de scanner voorzichtig zakken. OPMERKING indien u dit product om wat voor reden dan ook moet retourneren of transporteren, moet u eerst de trommeleenheid verwijderen en deze in de bijgeleverde zak plaatsen. Hierdoor kan er geen toner worden gemorst. ERVANGING VAN DE TRANSPORTBAND De transportband bevindt zich onder de vier afbeeldingstrommels.
  • Pagina 103 Druk op de knop (a) voor het openen van het MFP-deksel (b) en open het deksel volledig. WAARSCHUWING! Als het MFP ingeschakeld is geweest, is de fuser heet. Dit gebied is duidelijk gemarkeerd. Raak dit gedeelte van de printer niet aan. Let op de posities van de vier cartridges.
  • Pagina 104 Til alle drum eenheden uit het MFP en plaats ze op een veilige plek waar ze niet worden blootgesteld aan warmte en licht. LET OP! Het groene trommeloppervlak aan de onderzijde van de cartridge is heel kwetsbaar en lichtgevoelig. Raak het oppervlak niet aan en stel het niet langer dan 5 minuten bloot aan normaal licht.
  • Pagina 105 Zoek de twee bevestigingen (5) aan beide zijden van de band en zoek de greep (6) aan de voorzijde. Draai de twee bevestigingen 90° naar links. Hierdoor komt de band los van de MFP-behuizing. Trek de greep (6) omhoog zodat de band aan de voorzijde omhoog komt en trek de transportband uit het MFP.
  • Pagina 106: De Fuser Vervangen

    Sluit de kap aan de bovenzijde van de printer en druk de kap aan beide zijden stevig naar beneden om deze goed te vergrendelen. Laat de scanner voorzichtig zakken. E FUSER VERVANGEN De fuser zit in het MFP direct achter de vier image drumeenheden.
  • Pagina 107 Til voorzichtig de scanner op. Druk op de knop (a) voor het openen van het MFP-deksel (b) en open het deksel volledig. Zoek de fuserhendel (1) boven op de fusereenheid. Onderhoud > 107...
  • Pagina 108 Trek de twee fuserhendels (2) in de richting van de voorzijde van de printer zodat ze helemaal rechtop staan. Houd de fuser vast bij de greep (1) en til de fuser recht omhoog uit het MFP. Indien de fuser nog warm is, plaats u deze op een vlak oppervlak dat niet beschadigd kan raken door hitte.
  • Pagina 109 Laat de fuser in het MFP zakken, waarbij u de twee nokjes (3) in de uitsparingen in het metalen gedeelte tussen het fusergebied en de afbeeldingstrommels laat zakken. Duw de twee hendels (2) waarmee de fuser wordt vergrendeld naar de achterzijde van het MFP om de fuser vast te zetten.
  • Pagina 110: Reinigen

    REINIGEN ..Na verloop van tijd raken de papierrollers en pad-module vervuild door inkt, tonerdeeltjes of papierstof. Als dit gebeurt, kan de scanmodule de documenten niet soepel doorvoeren. Volg in dit geval onderstaande reinigingsprocedure. Bevochtig een wattenstaafje met isopropyl-alcohol (95%). Trek de klep aan de voorkant van de ADF voorzichtig open.
  • Pagina 111: De Glasplaat

    ..DE GLASPLAAT De glasplaat moet af en toe worden gereinigd om zeker te zijn van een heldere beeldkwaliteit en optimale prestaties. Reinig de glasplaat als volgt. Open de documentklep (1). Maak een zachte, schone doek vochtig met isopropyl- alcohol (95%). Veeg de glasplaat (2) en het witte vel (3) op de onderkant van de documentklep voorzichtig af om stof en tonerdeeltjes te verwijderen.
  • Pagina 112: De Led-Kop

    ..LED- Reinig de LED-kop wanneer de afdrukken onduidelijk zijn, witte lijnen vertonen of wanneer de tekst vaag is. U hoeft het MFP niet uit te schakelen om de lens te reinigen. Til voorzichtig de scanner op. Druk op de knop (a) voor het openen van het MFP-deksel (b) en open het deksel volledig.
  • Pagina 113 Neem het oppervlak van de LED-kop voorzichtig af met LED-lensreiniger of een zachte doek. LET OP! Gebruik geen methylalcohol of andere oplosmiddelen op de LED-kop. Dit is schadelijk voor het lensoppervlak. Sluit de kap aan de bovenzijde van de printer en druk de kap aan beide zijden stevig naar beneden om deze goed te vergrendelen.
  • Pagina 114: Upgrades Van Drivers Installeren

    PGRADES VAN DRIVERS INSTALLEREN In deze sectie wordt uitgelegd hoe u optionele apparatuur in uw MFP installeert. Dit zijn: > Extra RAM-geheugen > harde schijf van 40 GB. > extra papierlade > opslagkast ESTELCODES OPTIE BESTELCODE RAM-geheugen: 256 MB 01182903 Vaste schijf 40 GB 01186001 Extra papierlade...
  • Pagina 115: Geheugenuitbreiding

    EHEUGENUITBREIDING In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u extra RAM-geheugen in uw MFP installeert als geheugenupgrade. Het model is uitgerust met 256 MB geheugen. Dit kan worden uitgebreid met een extra geheugenkaart van 256 MB, wat resulteert in een maximale geheugencapaciteit van 512 MB. Schakel het MFP uit en verwijder het netsnoer.
  • Pagina 116 Pak de nieuwe geheugenkaart aan de korte zijden vast, zodat de randconnector in de richting van de RAM- uitbreidingssleuf wijst en de kleine uitsparing zich dichter bij de onderkant van het apparaat bevindt. Duw de geheugenkaart voorzichtig in de RAM- uitbreidingssleuf totdat deze vastklikt en niet verder kan.
  • Pagina 117 Wanneer het MFP gereed is, drukt u op de volgende wijze een menuoverzicht af: Druk op het bedieningspaneel van de scanner op Menu (1). Gebruik de pijltoetsen OMHOOG/OMLAAG (2) om naar het menu Rapport afdrukken te bladeren en druk eenmaal op OK (3) voor het menuoverzicht. Druk nogmaals op OK (3) om het menuoverzicht af te drukken.
  • Pagina 118: Harde Schijf

    ARDE SCHIJF De optionele interne vaste schijf van 40 GB maakt het mogelijk om afgedrukte pagina's te sorteren en kan worden gebruikt om overlays, macro's en lettertypen op te slaan. U kunt ook documenten opslaan die zijn beveiligd of die moeten worden gecontroleerd, en die wachten om te worden afgedrukt.
  • Pagina 119 Sluit het toegangspaneel en druk goed aan de bovenzijde om het paneel vast te zetten. Sluit het netsnoer weer aan en schakel het MFP in. Wanneer het MFP gereed is, drukt u op de volgende wijze een menuoverzicht af: Druk op het bedieningspaneel van de scanner op Menu (1).
  • Pagina 120: Extra Papierlade

    Bekijk de eerste pagina van het menuoverzicht. Boven aan de pagina, tussen de twee horizontale lijnen, ziet u de huidige MFP-configuratie. Dit overzicht geeft nu aan dat de harde schijf is geïnstalleerd. U hoeft alleen nog maar het printerstuurprogramma van Windows te configureren om aan te geven dat er een harde schijf is geïnstalleerd en de extra mogelijkheden onmiddellijk beschikbaar te maken.
  • Pagina 121: Opslagkast

    OPSLAGKAST Raadpleeg de instructies van de fabrikant. RINTERSTUURPROGRAMMA S VAN INDOWS BIJWERKEN Nadat u de upgrades hebt geïnstalleerd, moet u het printerstuurprogramma van Windows bijwerken om de extra functies beschikbaar te maken voor uw Windows-toepassingen. Als u het MFP deelt met gebruikers op andere computers, moet het printerstuurprogramma ook op die computers worden bijgewerkt.
  • Pagina 122: Postscript-Driver

    CRIPT DRIVER Deze driver moet worden bijgewerkt voor elke upgrade die wordt geïnstalleerd. Open het venster Printers (Printers en faxapparaten in Windows XP) via het menu Start of vanuit het Configuratiescherm van Windows. Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram van de printer en kies Eigenschappen in het snelmenu.
  • Pagina 123: Problemen Oplossen

    ROBLEMEN OPLOSSEN ASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN Als u de aanbevelingen in deze handleiding over het gebruik van afdrukmedia opvolgt en u de media in goede staat houdt, levert het MFP jarenlang betrouwbare prestaties. Toch kan het papier af en toe vastlopen. In deze sectie wordt uitgelegd hoe u dit vastgelopen papier snel en eenvoudig verwijdert.
  • Pagina 124: In De Printer

    Open voorzichtig de klep aan de voorkant van de automatische documentinvoer links. Trek het papier voorzichtig uit de automatische documentinvoer. Sluit de klep aan de voorkant van de automatische documentinvoer..N DE PRINTER Als een vel papier ver genoeg uit de bovenzijde van de printer steekt, pakt u het vel vast en trekt u het voorzichtig uit de printer.
  • Pagina 125 Druk op de knop (a) voor het openen van het MFP-deksel (b) en open het deksel volledig. WAARSCHUWING! Als het MFP ingeschakeld is geweest, is de fuser heet. Dit gebied is duidelijk gemarkeerd. Raak dit gedeelte van de printer niet aan. Let op de posities van de vier cartridges.
  • Pagina 126 Pak de cyaan drumcartridge aan de bovenkant in het midden vast en til deze samen met de bijbehorende tonercartridge uit de printer. Plaats de cartridge voorzichtig op een vel papier om te voorkomen dat de toner vlekken maakt op uw meubilair en om te voorkomen dat het groene drumoppervlak beschadigd raakt.
  • Pagina 127 Kijk in het MFP of er vellen papier bij de transportband zichtbaar zijn. Als u een vel aan de voorzijde van de band (1) moet verwijderen, tilt u het vel voorzichtig van de band en trekt u het vel naar voren in de interne drumruimte en haalt u het vel eruit.
  • Pagina 128 Als u een vel uit het centrale gebied van de band (2) moet halen, tilt u het vel voorzichtig van de band en haalt u het vel eruit. Als u een vel moet verwijderen dat al gedeeltelijk in de fuser (3) is ingevoerd, tilt u het uiteinde van het vel voorzichtig van de band, drukt u de ontgrendelingshendel (4) van de fuser naar voren en naar beneden om de druk van het vel te halen en...
  • Pagina 129 Plaats de vier drumcartridges terug in de drumruimte. Plaats eerst de cyaan drumcartridge terug, de drum die het dichtst bij de fuser zit. Zorg ervoor dat u de drums in de juiste volgorde plaatst. 1. Cyaan cartridge 2. Magenta cartridge 3.
  • Pagina 130 Sluit de kap aan de bovenzijde van de printer, maar druk deze nog niet helemaal aan. Zo worden de drums niet blootgesteld aan fel licht, terwijl u de overgebleven gebieden controleert op vastgelopen papier. Open het uitvoervak aan de achterzijde (5) en controleer of er papier in de papierbaan aan de achterzijde zit (6).
  • Pagina 131 Als er een duplexeenheid in uw MFP is geïnstalleerd, drukt u op de ontgrendeling op het midden van de eenheid, opent u de klep, verwijdert u eventuele vellen uit dit gedeelte en sluit u de klep weer. Til de ontgrendeling van de klep aan de voorzijde op en open de voorklep.
  • Pagina 132 Controleer of er vellen zijn vastgelopen, verwijder eventuele vellen die u vindt en sluit de klep. Trek de papierlade uit de printer. Controleer of het papier netjes is gestapeld en niet is beschadigd en controleer ook of de papiergeleiders goed tegen de randen van de papierstapel zijn aangeschoven.
  • Pagina 133 Sluit de kap aan de bovenzijde van de printer en druk de kap aan beide zijden stevig naar beneden om deze goed te vergrendelen. Laat de scanner voorzichtig zakken. Als het vastgelopen papier is verwijderd en als Opheffing papierstoring is ingesteld op AAN in het menu Systeemconfiguratie, probeert het MFP de pagina's die bij het vastlopen van het papier verloren zijn gegaan, opnieuw af te drukken.
  • Pagina 134: Checklist Bij Problemen Met Faxen

    HECKLIST BIJ PROBLEMEN MET FAXEN Indien zich een probleem voordoet, neemt u de lijst met problemen en oplossingen door voordat u de servicedienst belt. Het MFP belt geen telefoonnummers. Controleer de voedingskabel en de telefoonaansluiting. Controleer of de telefoonlijn (niet de externe telefoon of de handset) is aangesloten op de LINE-aansluiting aan de achterkant van het apparaat.
  • Pagina 135 Faxen is mogelijk, maar het beeld van het afgedrukte document op het externe apparaat is zeer slecht. Als het gefaxte document een klein lettertype, ingewikkelde illustraties of foto's heeft, of zeer licht of donker is, probeert u de faxkwaliteit- en dichtheidsinstellingen te wijzigen (Zie 'Geavanceerde bediening' op pagina 70).
  • Pagina 136 werkt, moet de afbeeldingstrommel mogelijk worden vervangen. Neem contact op met uw leverancier voor een vervanging. Het MFP is ingesteld op uitgestelde verzending, maar er is niets verzonden. Controleer op het display of het MFP is ingesteld op de correcte datum en tijd (Zie 'De eerste keer instellen' op pagina 38).
  • Pagina 137: Opmerkingen

    ICHTLIJNEN BIJ HET AFDRUKKEN Dit hoofdstuk biedt een handig naslagwerk op het scherm bij veel van de functies van het stuurprogramma bij uw MFP. E SCHERMEN VAN HET STUURPROGRAMMA OPENEN U hebt via de schermen van het printerstuurprogramma toegang tot de meeste beschreven functies. De manier waarop u deze opent, is afhankelijk van uw computer en uw besturingssysteem.
  • Pagina 138: De Standaardinstellingen Van Het Stuurprogramma

    OPMERKINGEN 2. De standaardinstellingen van het stuurprogramma hebben voorrang boven de standaardinstellingen van het MFP. 3. De afdrukinstellingen van de toepassing hebben voorrang boven zowel de standaardinstellingen van het MFP als de standaardinstellingen van het stuurprogramma. E STANDAARDINSTELLINGEN VAN HET STUURPROGRAMMA WIJZIGEN XP/2000/S 2003...
  • Pagina 139: Opgeslagen Instellingen Van Het Pcl-Stuurprogramma

    PCL- PGESLAGEN INSTELLINGEN VAN HET STUURPROGRAMMA Met deze functie, die alleen in Windows PCL-stuurprogramma's voorkomt, kunt u de instellingen in het printerstuurprogramma opslaan en later weer gebruiken. Dit kan handig zijn wanneer u regelmatig veel verschillende soorten documenten afdrukt waarvoor verschillende instellingen in het printerstuurprogramma nodig zijn.
  • Pagina 140: Opgeslagen Instellingen Van Het Stuurprogramma Terughalen

    PGESLAGEN INSTELLINGEN VAN HET STUURPROGRAMMA TERUGHALEN Kies op het tabblad [Setup] van het stuurprogramma de eerder opgeslagen [stuurprogramma-instellingen] die u wilt gebruiken. Maak eventuele andere aanpassingen voor de afdruktaak, zoals beschreven in het betreffende gedeelte in deze handleiding. E APPARAATOPTIES IN HET STUURPROGRAMMA INSTELLEN In dit gedeelte wordt beschreven hoe u ervoor zorgt dat het printerstuurprogramma alle hardwarefuncties in uw MFP kan gebruiken.
  • Pagina 141: Zwarte En Grijze Tinten (Zwarte Overdruk)

    WARTE EN GRIJZE TINTEN ZWARTE OVERDRUK Bij een zwarte overdruk wordt de witte rand tussen de afgedrukte lettertypen en de gekleurde achtergrond verwijderd. U kunt zwart overdrukken alleen gebruiken wanneer u 100% zwarte tekst afdrukt op een achtergrondkleur. Deze functie is mogelijk niet beschikbaar in alle softwaretoepassingen.
  • Pagina 142: Zwart Afdrukken (Zwart Genereren)

    WART AFDRUKKEN ZWART GENEREREN Als u zwart wilt laten genereren, moet u Officekleur of Graphic Pro selecteren als afdrukmodus. Uw MFP drukt de kleur zwart op een van de twee volgende manieren af: Samengesteld zwart of Puur zwart. AMENGESTELD ZWART De toners cyaan, magenta, geel en zwart worden gecombineerd tot samengesteld zwart.
  • Pagina 143 Selecteer de gewenste optie onder [Zwarte afwerking] (2): [Automatisch] (de printer de beste methode laten kiezen op basis van de inhoud van de pagina), [Puur zwart] of [Samengesteld zwart]. Graphic Pro Selecteer [Graphic Pro] (1) op het tabblad [Kleur] van het stuurprogramma en klik op de knop [Opties].
  • Pagina 144: Dunne Lijnen Versterken

    UNNE LIJNEN VERSTERKEN U kunt deze functie gebruiken om de penbreedte van zeer dunne lijnen (minimumlijnbreedte) te benadrukken. Als deze functie in sommige softwaretoepassingen is ingeschakeld, kunnen de ruimten in streepjescodes te smal worden. In dat geval schakelt u [Bijstellen zeer dunne lijnen] uit. Klik op [Geavanceerd] op het tabblad [Taakopties] van het stuurprogramma.
  • Pagina 145: Grijswaarden Afdrukken

    RIJSWAARDEN AFDRUKKEN Als u Grijswaarden selecteert, converteert het MFP alle kleuren naar grijstinten en wordt alleen met zwarte toner afgedrukt. Gebruik Grijswaarden als u snel wat proefafdrukken wilt maken of wanneer het niet nodig is een kleurendocument in kleur af te drukken.
  • Pagina 146 Als u het PS-stuurprogramma gebruikt, klikt u op [Grijswaarde] op het tabblad [Kleur] en klikt u vervolgens op [Geavanceerd] als u helderheid en contrast wilt aanpassen. In sommige toepassingen zal worden geprobeerd de grijswaardescherminformatie voor het MFP in te stellen. Als de optie om [grijswaarden van de printer te gebruiken] is ingeschakeld, stelt het MFP een eigen schermwaarde voor grijswaarden in, wat een vloeiender resultaat geeft.
  • Pagina 147: Kleurkoppeling

    LEURKOPPELING ASISPRINCIPES Er zijn drie manieren waarop u de kleuren van uw document kunt beheren en aanpassen. Windows Kleurbeheer via de toepassing (1). Sommige grafische programma's en DTP-programma's, zoals Adobe Photoshop, Adobe Illustrator en Quark Xpress, hebben hun eigen interne systeem voor kleurbeheer. Zie 'Instellingen van het printerstuurprogramma voor het maken van ICC-profielen of het achterwege laten van kleurkoppeling' op pagina...
  • Pagina 148: Wat Wordt In Deze Handleiding Beschreven

    Kleurbeheer via de printer (3). Wanneer u uw document afdrukt en instellingen wijzigt in het printerstuurprogramma, verricht het MFP de kleurkoppelingen. OPMERKINGEN 1. Gebruik slechts één systeem voor kleurbeheer voor de beste resultaten van het MFP. 2. Als u het kleurbeheersysteem van het MFP wilt gebruiken, moet u ervoor zorgen dat het kleurbeheer in uw toepassing en besturingssysteem is uitgeschakeld.
  • Pagina 149: Kleurbeheer Via De Printer

    LEURBEHEER VIA DE PRINTER Uw printer heeft twee aparte systemen voor kleurbeheer: Officekleur en Graphic Pro. Windows > Office-kleur (3a) –'Officekleur' op pagina 151 > Dit is een vrij eenvoudig systeem voor kleurbeheer dat is ontwikkeld met het oog op gebruiksgemak. Officekleur wordt aanbevolen voor gebruikers die niet veel ervaring met kleur hebben, maar wel goede resultaten willen halen bij het afdrukken vanuit programma's als Microsoft Office.
  • Pagina 150: Ondersteuning Voor Rgb- Gegevens

    RGB- CMYK- KLEUREN In sommige toepassingsprogramma's kunt u kiezen of u documenten wilt maken en bewerken met RGB-kleuren of met CMYK-kleuren. Meestal worden CMYK-kleuren alleen ondersteund door professionele grafische software en DTP- software. De meeste toepassingsprogramma's, zoals Microsoft Office-programma's of webbrowsers, ondersteunen alleen RGB- kleuren.
  • Pagina 151: Officekleur

    FFICEKLEUR In dit gedeelte worden de functies in het printerstuurprogramma voor printerkleurbeheer met 'Officekleur' beschreven. Er zijn twee verschillende optiesets in Officekleur: RGB-OPTIES CMYK-OPTIES (ALLEEN POSTSCRIPT) Monitor (6500K) - Auto OMRUILEN Monitor (6500K) - Euroscale Perceptueel Monitor (6500K) - Levendig JapanColor Monitor (9300K) Digitale camera...
  • Pagina 152: Office-Kleur: Rgb-Opties

    : RGB- FFICE KLEUR OPTIES Officekleur biedt een verzameling van een aantal verschillende standaardinstellingen voor kleurkoppeling voor RGB-gegevens. Deze standaardinstellingen hebben elk een iets ander effect op de kleur van uw afdruk. Deze RGB-kleurkoppelingsopties zijn beschikbaar in alle printerstuurprogramma's. STANDAARD- BESCHRIJVING INSTELLING Monitor (6500K) -...
  • Pagina 153: Rgb Officekleur Aanpassen Met Het Hulpprogramma Voor Kleurcorrectie

    Selecteer op het tabblad [Kleur] van het printerstuurprogramma de optie [Officekleur] (1) en klik op [Opties]. Selecteer een standaardinstelling bij [Kleurkoppelingsopties] (2). RGB O FFICEKLEUR AANPASSEN MET HET HULPPROGRAMMA VOOR KLEURCORRECTIE Als de standaardinstellingen van Officekleur niet aan uw behoeften voldoen, biedt het hulpprogramma Colour Correct een mogelijkheid voor verdere aanpassing.
  • Pagina 154: Graphic Pro

    RAPHIC In dit gedeelte worden de kleurkoppelingsopties voor Graphic Pro beschreven. Het Graphic Pro-kleurkoppelingssysteem is gebaseerd op ICC- profielen. U downloadt deze profielen naar het MFP met het hulpprogramma Profile Assistant, waarna u ze kunt selecteren in het printerstuurprogramma. Wanneer een taak naar het MFP wordt gestuurd, worden de ICC-profielen op het MFP toegepast op de afdruktaak.
  • Pagina 155: Cmyk-Inktsimulatie

    CMYK- INKTSIMULATIE U kunt het MFP gebruiken om de kleuruitvoer te simuleren van een drukpers (inktinstellingen OMRUILEN, Euroscale of JapanColor). MFP- AUWKEURIGERE KLEUR Als u zelf profielen hebt gemaakt met software voor het maken van ICC-profielen van derden, kunt u deze profielen naar het MFP downloaden en gebruiken bij het afdrukken.
  • Pagina 156: Werkstroom Van Graphic Pro: Overzicht

    ERKSTROOM VAN RAPHIC OVERZICHT Het gebruik van het kleurkoppelingssysteem Graphic Pro verloopt in drie stappen. ICC-profielen verzamelen of maken (zie hierna) ICC-profielen downloaden naar de vaste schijf van het (pagina 156) De ICC-profielen bij het afdrukken selecteren in het printerstuurprogramma (pagina 158) 1: ICC-...
  • Pagina 157 Selecteer het verbindingstype “Netwerk (TCP/IP)” en klik op Start om te beginnen met zoeken. Als u het IP-adres van het MFP weet, voert u dat zelf in. Op het hoofdscherm van Profile Assistant worden de profielen weergegeven die op de vaste schijf van het MFP staan.
  • Pagina 158: Printerstuurprogramma

    Klik op [OK] om het ICC-profiel te downloaden naar het MFP. 3: ICC- PROFIELEN SELECTEREN IN HET PRINTERSTUURPROGRAMMA Wat u selecteert in het printerstuurprogramma is afhankelijk van de kleurkoppelingstaak die u wil uitvoeren. In de volgende gedeelten van deze handleiding worden voorbeelden van de selectie van ICC-profielen getoond voor verschillende kleurkoppelingstaken.
  • Pagina 159 Wanneer u de kleur wilt koppelen aan de kleur van een RGB- invoerapparaat, zoals een monitor, scanner of digitale camera, moet u de volgende gegevens selecteren in het printerstuurprogramma: Selecteer [Graphic Pro] (1) op het tabblad [Kleur] van het printerstuurprogramma en klik op [Opties]. Selecteer [ICC-profiel kleurkoppeling] (2).
  • Pagina 160: Een Andere Printer Simuleren

    Als [Auto] is geselecteerd, worden de standaard- fabrieksprofielen gebruikt die zijn ingesloten in de het MFP. Als u zelf een MFP-profiel hebt gemaakt met software voor het maken van profielen, selecteert u dat hier. OPMERKING als u uw eigen uitvoerprofiel hebt geselecteerd (4), kunt u ook de renderingsintentie aanpassen.
  • Pagina 161 Als u de uitvoer van een andere printer wilt simuleren, moet u met Profile Assistant minimaal twee profielen downloaden naar uw MFP: > RGB-bronprofiel > Simulatie doelprofiel > Printeruitvoerprofiel (optioneel) Als de profielen zijn gedownload, selecteert u de juiste gegevens in het printerstuurprogramma volgens de onderstaande beschrijving.
  • Pagina 162 Selecteer het ICC-profiel dat overeenkomt met het apparaat dat u gebruikt om uw brondocument vast te leggen of weer te geven. Dit kan een monitor, scanner of digitale camera zijn (3). Vergeet niet dat de namen 'RGB-bron 1', 'RGB-bron 2' en dergelijke verwijzen naar het nummer dat met Profile Assistant is toegewezen aan het profiel.
  • Pagina 163: Cmyk-Inktsimulaties: Cmyk-Brongegevens

    CMYK- : CMYK- INKTSIMULATIES BRONGEGEVENS U kunt het op ICC-profielen gebaseerde systeem voor kleurkoppeling gebruiken om de uitvoer op een drukpers te simuleren. U kunt een selectie maken uit de inkttypen die het meest worden gebruikt in verschillende regio's van de wereld: >...
  • Pagina 164 Als u een CMYK-brondocument hebt, gebruikt u de volgende instellingen in het printerstuurprogramma om een CMYK- inktsimulatie uit te voeren: Selecteer [Graphic Pro] (1) op het tabblad [Kleur] van het printerstuurprogramma en klik op [Opties]. Selecteer [ICC-profiel kleurkoppeling] (2). Selecteer het [CMYK-invoerprofiel] (3) dat overeenkomt met het apparaat dat u probeert te koppelen, zoals een pers die gebruikmaakt van de inkttypen OMRUILEN of Euroscale.
  • Pagina 165: Renderingsintenties

    Gebruik de optie [Zwart behouden] om de informatie over de oorspronkelijke grijze component (K-kanaal) te bewaren. Als de optie [Zwart behouden] is uitgeschakeld, kunnen grijze componenten worden afgedrukt met een mengsel van CMYK-toners, in plaats van alleen K-toner (zwart). Selecteer een printeruitvoerprofiel (4). Als [Auto] is geselecteerd, worden de standaardfabrieksprofielen gebruikt die zijn ingesloten in de het MFP.
  • Pagina 166: Relatief Colorimetrisch

    ELATIEF COLORIMETRISCH Deze optie is het best voor het afdrukken van effen kleuren en tinten. Gebruik deze optie wanneer u afdrukt vanuit een tekenprogramma, zoals Adobe Illustrator of Macromedia Freehand. BSOLUUT COLORIMETRISCH Deze optie wordt aanbevolen als u op uw MFP proefafdrukken maakt van afbeeldingen die uiteindelijk moeten worden afgedrukt op een drukpers.
  • Pagina 167: Instellingen Van Het Printerstuurprogramma Voor Het

    NSTELLINGEN VAN HET PRINTERSTUURPROGRAMMA VOOR HET ICC- MAKEN VAN PROFIELEN OF HET ACHTERWEGE LATEN VAN KLEURKOPPELING Als u ICC-profielen maakt met software van derden, selecteert u [Kleurkoppeling uitschakelen bij het creëren van profiel]. Met deze optie schakelt u elk printerkleurbeheer uit en voorkomt u ook dat het MFP de dikte van de tonerlaag beperkt.
  • Pagina 168: Afwerkingsopties

    FWERKINGSOPTIES Uw MFP biedt een brede selectie van afwerkingsopties voor uw documenten, waarmee u meer controle hebt op de uiteindelijke vorm van uw afgedrukte document. Afhankelijk van de aangesloten hardware, hetzij als optionele upgrades hetzij als standaard bijgeleverde hardware (afhankelijk van uw model printer), kan het systeem verschillende mogelijkheden bieden.
  • Pagina 169 het MFP. Bovendien moet er ten minste 256 MB extra geheugen (in totaal 512 MB) zijn geïnstalleerd. OPMERKINGEN 1. Wanneer u wilt controleren hoeveel geheugen momenteel is geïnstalleerd, drukt u een menuoverzicht af vanaf het bedieningspaneel van de printer. 2. Enkele toepassingen ondersteunen het afdrukken van boekjes niet, maar de meeste wel.
  • Pagina 170 Windows PostScript (Alleen voor Windows 2000/XP/Server 2003) Kies [Boekje] in de vervolgkeuzelijst [Pagina's per vel] op het tabblad [Lay-out] van het stuurprogramma. Controleer of de duplexoptie is ingesteld op [Over korte zijden spiegelen]. OPMERKING Als de optie voor Boekje niet wordt weergegeven, controleert u of de duplexoptie is ingeschakeld in het stuurprogramma.
  • Pagina 171 Windows PCL Roep op het tabblad [Setup] van het stuurprogramma de eerder opgeslagen [stuurprogramma-instellingen] op die u wilt gebruiken. Kies [Boekje] in de vervolgkeuzelijst [Afwerkingmodus] en klik op [Opties]. In het venster Opties kunt u de grootte van de [katernen] instellen, het aantal [pagina's] per zijde van het papier en de [rugmarge] als het een dik document is.
  • Pagina 172: Sorteren

    ORTEREN Met deze functie kunt u meerdere exemplaren van een document van meer pagina's zo afdrukken dat de pagina's van elk exemplaar op de juiste volgorde liggen. Niet-gesorteerde pagina's worden als volgt afgedrukt Gesorteerde pagina's worden als volgt afgedrukt Sorteren via de toepassing: sommige toepassingsprogramma's hebben een sorteerfunctie bij hun afdrukopties.
  • Pagina 173 Als u problemen ondervindt bij het sorteren via het MFP, kunt u in plaats daarvan de sorteeroptie bij de afdrukopties van uw toepassing gebruiken. Als u het PCL-stuurprogramma gebruikt, kiest u op het tabblad [Setup] eerst de eventueel opgeslagen [stuurprogramma-instellingen] die u wilt gebruiken. 'Opgeslagen instellingen van het stuurprogramma terughalen' op pagina 140.
  • Pagina 174: Kleurscheiding

    LEURSCHEIDING Met de functie voor kleurscheiding drukt u elk van de vier primaire kleuren af als aparte grijswaarde-afbeeldingen. Dit is een proefdrukvoorziening die de relatieve dichtheid van elk van de vier tonerkleuren in uw afdrukdocument aangeeft. Hoe donkerder een gebied wordt weergegeven, des te meer van de corresponderende tonerkleur wordt gebruikt wanneer u in kleur afdrukt.
  • Pagina 175: Afdruktaken In De Wachtrij Scheiden

    FDRUKTAKEN IN DE WACHTRIJ SCHEIDEN Wanneer u een MFP deelt met andere gebruikers, kan het handig zijn een speciale pagina tussen afdruktaken af te drukken, zodat iedere gebruiker gemakkelijk de eigen afdruktaak kan terugvinden in de stapel papier bij het MFP. In Windows wordt deze pagina een 'scheidingspagina' genoemd.
  • Pagina 176: Aangepast Paginaformaat

    Klik op [Papierinvoeropties]. Schakel het selectievakje [Gebruik andere bron voor de eerste pagina] in. Kies de lade vanwaar u het voorblad wilt invoeren en de papiersoort in de vervolgkeuzelijsten [Bron] en [Gewicht]. ANGEPAST PAGINAFORMAAT Met deze functie kunt u afdrukken op afdrukmedia van afwijkende formaten.
  • Pagina 177 Windows XP/2000 PostScript Klik op [Geavanceerd] op het tabblad [Lay-out] van het stuurprogramma. Kies in het venster Geavanceerde opties onder [Papier/ uitvoer] de optie [Grootte van aangepaste pagina (PostScript)] in de vervolgkeuzelijst [Papierformaat]. Kies in het venster Grootte van de aangepaste pagina definiëren (PostScript) de [papierinvoerrichting]...
  • Pagina 178 De mogelijke opties zijn: Korte zijde eerst De pagina is in staand formaat (lang) en u voert eerst de bovenkant van de pagina in het MFP in. Lange zijde De pagina is in liggend formaat (breed) en u voert eerst eerst de bovenkant van de pagina in het MFP in.
  • Pagina 179 Windows PCL Selecteer op het tabblad [Setup] van het stuurprogramma de eerder opgeslagen instellingen die u wilt gebruiken. Klik op de knop [Papierinvoeropties]. Klik in het venster Papierinvoeropties op [Aangepast formaat]. Als u eerder speciale aangepaste formaten hebt opgeslagen, worden deze weergegeven in het venster Aangepast formaat.
  • Pagina 180: Duplex (Dubbelzijdig) Afdrukken

    Klik op [OK] om het gekozen formaat te accepteren en het venster Aangepast formaat te sluiten. Als dit het formaat van uw document is, maar u het wilt schalen naar een standaardpapierformaat, klikt u op [Documentgrootte wijzigen zodat het op het blad past] in het venster Papierinvoeropties en kiest u het werkelijke papierformaat voor het MFP in de vervolgkeuzelijst [Conversie].
  • Pagina 181 Windows PostScript Selecteer op het tabblad Lay-out van het stuurprogramma, onder [2-zijdig afdrukken], de gewenste bindrand. WINDOWS XP Voor een staande paginalay-out is [Lange zijde] de gebruikelijke keus. Voor een liggende paginalay-out is [Korte zijde] de gebruikelijke keus. Als u [Uit] kiest, wordt dubbelzijdig afdrukken uitgeschakeld en wordt het document enkelzijdig afgedrukt.
  • Pagina 182: Meer Pagina's Afdrukken Op Één Blad (N-Up)

    Als u [Uit] kiest, wordt dubbelzijdig afdrukken uitgeschakeld en wordt het document enkelzijdig afgedrukt. EER PAGINA S AFDRUKKEN OP ÉÉN BLAD Met deze functie schaalt u het papierformaat van uw document voor het afdrukken en worden meerdere pagina's per vel afgedrukt.
  • Pagina 183 Windows PostScript Kies op het tabblad Lay-out van het stuurprogramma het aantal pagina's dat u op elk blad wilt afdrukken ('X op één'): 1 op één is normaal, 16 op één is het maximum. Windows PCL Kies op het tabblad Setup van het stuurprogramma het aantal pagina's dat u op elk blad wilt afdrukken ('X op één'): 1 op één is normaal, 16 op één is het maximum.
  • Pagina 184: Poster Afdrukken

    Hier kunt u de afdrukvolgorde van de pagina en de paginalay-out opgeven, kunt u opgeven of u paginaranden wilt afdrukken en kunt u zo nodig een rugmarge kiezen. OSTER AFDRUKKEN Met deze optie kunt u posters afdrukken door één documentpagina in meerdere delen te verdelen. Elk deel wordt vergroot op een apart blad afgedrukt.
  • Pagina 185: Schalen Naar Pagina

    Een [overlap] kan u helpen de aangrenzende pagina's juist tegen elkaar aan te leggen wanneer u de uiteindelijke poster maakt. CHALEN NAAR PAGINA Met de functie voor schalen naar pagina kunt u gegevens die zijn opgemaakt voor een bepaald paginaformaat afdrukken op een ander paginaformaat, zonder de afdrukgegevens te wijzigen.
  • Pagina 186: Watermerken

    ATERMERKEN Een watermerk is meestal een vage tekst die over de afdruk van een document wordt weergegeven. Dit kan worden gebruikt om aan te geven dat een document 'Concept', of wellicht 'Vertrouwelijk' is. De onderstaande illustratie komt uit de Windows-PostScript- driver.
  • Pagina 187 U maakt als volgt een nieuw watermerk: Klik op [Nieuw…] in het venster Watermerken. Voer de gewenste tekst voor het watermerk in. Wijzig zo nodig lettertype, formaat, kleur, hoek, positie en rand (bijsnijden) van het watermerk. Klik op [OK] om uw wijzigingen te accepteren. U kiest als volgt een eerder gemaakt watermerk: Klik in de lijst op het venster Watermerken op het gewenste watermerk.
  • Pagina 188: Specificaties

    PECIFICATIES ES2032 N31174B ITEM SPECIFICATIE Algemeen Afmetingen 500 x 600 x 670 mm (B x D x H) Gewicht Circa 37 kilo Voedingsbron Invoer: 220 tot 240 V wisselstroom, 50 tot 60 Hz Stroomverbruik Max. werkend: 1200 W Normaal werkend: 490 W Stand-by: 110 W Energiespaarstand: <27 W...
  • Pagina 189 ITEM SPECIFICATIE Netwerk 10/100 MBit Netwerk- Zelfstandig kopiëren werkgroepoplossing E-mailen (via internet/intranet) voor: archiveren Rechtstreeks faxen Uitvoerindeling PDF, JPEG, TIFF Interface USB 2.0-host kopiëren USB 2.0-apparaat Scannen Ethernet 10/100 Mb E-mailen, naar bestand scannen, afdrukken Automatische documentinvoer Afmetingen document 114 x 140 tot 216 x 355 mm Gewicht/dikte 60 tot g/m²...
  • Pagina 190 ITEM SPECIFICATIE Kwaliteit Snel, Tekst, Foto Dichtheidsbeheer 5 niveaus Vergroten/verkleinen Hele pagina (98%) 25% tot 400% met stappen van 1% en 10% vergroten Vooraf ingestelde schaling Invoerlade Lade 1/Lade 2 (optioneel)/Universele lade Papierinvoer Letter SEF (Short Edge Feeding) Legal SEF A4 SEF A5 SEF Rand wissen...
  • Pagina 191 ITEM SPECIFICATIE Faxspecificatie Circuits PSTN, PBX-lijn Kleurenfax Compatibiliteit ITU-T G3 (Super G3) Modemsnelheid 33,6 kBps Lijninterface Dubbele RJ-11C (lijn en TEL) Lijninvoerniveaubereik 19 dB tot -43 dB Codering MH, MR, MMR, JBIG Ontvangstgeheugen 1,5 MB Resolutie: Standaard 200 x 100 dpi Fijn 200 x 200 dpi Foto...
  • Pagina 192 ITEM SPECIFICATIE Scheidingslimiet 1 MB, 3 MB, 5 MB, 10 MB, 30 MB, geen limiet Resolutie 75, 100, 150, 200, 300, 400, 600 dpi Standaardresolutie: Zwart-wit 200 dpi Grijs/kleur 150 dpi Omvang adresboek: Max. aantal adressen Groep Aantal adressen per groep Meerdere ontvangers toestaan...
  • Pagina 193 ITEM SPECIFICATIE Standaard- bestandsindeling Resolutie 75, 100, 150, 200, 300, 400, 600 dpi Standaardresolutie Zwart-wit 200 dpi Grijs/kleur 150 dpi Max.aantal profielen Afdrukken Snelheid 20 pagina's per minuut in kleur/32 pagina's per minuut in zwart-wit Resolutie 600 x 600 dpi 600 x 1200 dpi Optisch: 600 x 600 dpi Automatische opties...
  • Pagina 194 ITEM SPECIFICATIE Gebruiksduur EP- 20.000 pagina's (standaard cartridge kantoorgebruik) Gebruiksduur 60.000 A4-pagina's bij 3 pagina's per taak transportband Gebruiksduur fuser 60.000 A4-pagina's Specificaties > 194...
  • Pagina 195: Index

    NDEX De kleur koppelen aan een monitor, scanner of camera..... 158 Aanbevolen papier De schermen van het stuurprogramma Enveloppen ......21 openen ........137 Etiketten ......... 21 De standaardinstellingen van het Transparanten ......21 stuurprogramma wijzigen ... 138 Visitekaartjes ......22 Dunne lijnen versterken ....
  • Pagina 196 ICC-profielen ......155 printer ......148, 149 Universele lade ......22 RGB ........150 gebruik........28 toepassing ......147 papierafmetingen......22 Kleurbeheer via de printer ....149 Vastgelopen papier MFP-stuurprogramma's en hulppro- verwijderen ......123 gramma's installeren in de automatische MFP Setup tool (MFP- documentinvoer....123 installatiehulpprogramma..20 in de printer ......
  • Pagina 197 Oki Europe Limited Central House Balfour Road Hounslow TW3 1HY United Kingdom Tel: +44 (0) 208 219 2190 Fax: +44 (0) 208 219 2199 www.okiexecutiveseries.com 07080013 iss1...

Inhoudsopgave