SNMP
Item
Configuratiepro-
gramma/in-
Webpagina
voegtoepassing
van de netwer-
kinstelling
Te gebruiken
-
SNMP-instelling
Gebruikers-
-
naam
Beveilig af-
-
drukinstelling
Paszin
Beveilig af-
-
drukinstelling
Algoritme
Versleutelde
-
instellingen
Paszin
Versleutelde
-
instellingen
Algoritme
Nieuwe SNMP-
-
leesgroep
Nieuwe SNMP-
-
schrijfgroep
SNMP Trap
Item
Configuratiepro-
gramma/in-
Webpagina
voegtoepassing
van de netwer-
kinstelling
Instelling van
-
de printerover-
lappingsgroep
Adres 1 tot 5
-
De overlapping
-
heeft
autorisaties 1
tot 5 gestuurd
Printer
-
opnieuw
starten 1 tot 5
Ontvangst
-
van illegale
overlapping 1
tot 5
Online 1 tot 5
-
Fab-
Hulppro-
rieksstan-
gramma
daardin-
netwerkkaar-
stellingen
tinstallatie
(Mac OS X)
-
SNMPv3+v1
-
hoofdstructuur Stel de SNMPv3-gebruikersnaam in met
-
(Geen)
-
MD5
-
(Geen)
-
DES
-
publiek
-
publiek
Fab-
Hulpprogram-
rieksstan-
ma netwerk-
daardin-
kaartinstallatie
stellingen
(Mac OS X)
-
publiek
-
0.0.0.0
-
Uitschakelen
-
Uitschakelen
-
Uitschakelen
-
Uitschakelen
- 135 -
Items voor netwerkinstellingen
Uitleg
Specificeert de SNMP-versie.
maximum 32 tekens van één byte.
Stelt het wachtwoord in om een
authenticatiesleutel voor de SNMPv3-
pakketauthenticatie te maken. Stel in met behulp
van 8 tot 32 tekens van één byte.
Stelt het algoritme in voor authenticatie van het
SNMPv3 pakket.
Stelt het wachtwoord in om een privacysleutel
voor de SNMPv3-pakketcodering te maken. Stel
in met behulp van 8 tot 32 tekens van één byte.
Specificeert het algoritme voor de codering
van het SNMPv3-pakket. Deze waarde kan niet
worden gewijzigd.
Stelt de SNMPv1-leesgroep in met behulp van
maximum 15 tekens van één byte.
Stelt de SNMPv1-schrijfgroep in met behulp van
maximum 15 tekens van één byte.
Uitleg
Stelt de printeroverlappingsgroep in met behulp
van maximum 31 tekens van één byte.
Specificeert de bestemming van de
overlappingsmelding. U kunt maximaal 5
adressen specificeren.
Specificeert of er printeroverlapping gebruikt
moet worden in de TCP-nummers 1 tot 5.
Specificeert of er SNMP-berichten gestuurd
moeten worden wanneer de printer opnieuw is
opgestart.
Specificeert of er overlapping gebruikt moet worden
wanneer er toegang is tot het apparaat via een niet-
ingestelde hulpprogrammanaam met behulp van
[Instelling groepsnaam printeroverlapping].
Specificeert of er SNMP-berichten gestuurd moeten
worden elke keer dat het apparaat online is.
1
2
3
4
5