6
Wonen
6.9.2
Persoonlijke instellingen voor de Privacy- en Zonweringstanden
Wanneer het plisségordijn voor de voorruit in de privacy- of zonweringstand staat, kan de
hoogte van de betreffende positie aan de persoonlijke wensen en behoeften worden
aangepast.
Hiervoor moet de betreffende functiepositie (zie de hoofdstukken 6.9.1.1 en 6.9.1.2)
worden benaderd.
Daarna de betreffende toets ( / ) bij de bedieningsschakelaar (Afb. 86 of Afb. 87)
indrukken en ingedrukt houden tot de gewenste hoogte is bereikt.
Eén seconde na het loslaten van de toets wordt de nieuwe, gebruikergedefineerde positie
opgeslagen.
In de toekomst, wanneer de privacy- of de zonweringpositie wordt geselecteerd, zal het
plisségordijn aan de voorzijde direct naar de laatst opgeslagen persoonlijke hoogte gaan.
Bij deze fijnafstelling kan een bepaalde minimum- en maximumhoogte niet worden
6.9.3
Verduisteringsrolgordijn zijraam en deur van de bestuurderscabine,
geplooid
Afb. 94
Verduisteringsrolgordijn deur van de bestuurderscabine (A) openen/sluiten:
1. Rolgordijn (Afb. 94/1) in pijlrichting () openen en via klemsluiting (Afb. 94/2)
2. Rolgordijn (Afb. 94/1) in pijlrichting () sluiten en via magneetband vastzetten.
Verduisteringsrolgordijn zijramen (B) openen/sluiten:
1. Rolgordijn (Afb. 94/3) in pijlrichting () openen en via klemsluitingen (Afb. 94/4)
2. Rolgordijn (Afb. 94/3) in pijlrichting () sluiten en via magneetband vastzetten.
98
overschreden of onderschreden.
Verduisteringsrolgordijn zijraam/deur
van de bestuurderscabine
vergrendelen.
vergrendelen.
CAR-0000-02NL_V02