7.7.1
Beschermrooster
Ter bescherming tegen onbedoelde bediening zijn het elektroblok (Afb. 119/5) en het
laadapparaat (Afb. 119/3) achter een afneembaar luchtdoorlatend beschermrooster
(Afb. 119/2) ondergebracht.
Beschermrooster verwijderen/aanbrengen:
1. De schroeven (Afb. 119/1) na elkaar door een kwart draai linksom losmaken.
2. Beschermrooster (Afb. 119/2) eraf nemen.
3. Na voltooiing van de werkzaamheden beschermrooster (Afb. 119/2) onmiddellijk weer
Het beschermrooster (Afb. 119/2) onmiddellijk volgens werkzaamheden aan het
7.8
Laadapparaat
De lader (Afb. 119/3) is speciaal ontwikkeld voor de caravan- en pleziervaartbranche en
kan 12 V-accu's opladen.
Het laadapparaat is door de fabriek op gelaccu's ingesteld. Controleer op het paneel, of
de laadspanning boven de 14 V komt.
Het laadapparaat is beveiligd tegen oververhitting. De 12V-uitgangen zijn bestand tegen
kortsluiting.
Na bereiken van de maximale laadspanning onderhoudt het laadapparaat het optimale
laadniveau van de batterij.
Meer gegevens en aanwijzingen over het laadapparaat vindt u in de bijgevoegde
7.9
Zekeringen
Vervang defecte zekeringen alleen, wanneer de oorzaak van het probleem bekend
Zekeringen nooit overbruggen of repareren.
De verbruikers die in het woongedeelte aan de 12V-voeding aangesloten zijn, zijn door
eigen zekeringen beveiligd.
CAR-0000-02NL_V02
aanbrengen.
Ga daarvoor in omgekeerde volgorde te werk.
elektroblok (Afb. 119/5) weer aanbrengen, om deze tegen onbedoelde bediening te
beschermen.
gebruiksaanwijzing van de fabrikant van de apparatuur.
en weggenomen is.
Elektrische installatie
7
123