6
Wonen
6.4.1
Raam bestuurderscabine (passagierszijde)
Afb. 57
Openen:
1. Greep van de vergrendeling (Afb. 58/1) richting midden venster drukken. De
2. Raam met de greep (Afb. 57/1) openen.
Sluiten:
1. Venster aan de greep (Afb. 57/1) sluiten tot de vergrendeling kort voor de
2. Greep van de vergrendeling (Afb. 58/1) richting midden venster drukken vasthouden.
3. Venster volledig sluiten.
4. Greep van de vergrendeling (Afb. 58/1) loslaten. De vergrendeling moet in de
6.4.2
Uitzetraam
Bij het uitzetten van het uitzetraam, erop letten dat geen verdraaiingen optreden.
Bij elke bediening van de vergrendelingshendel de beveiligingsknop (zie
70
Raam bestuurderscabine
(passagierszijde)
vergrendeling zwenkt uit de bevestigingsclip (Afb. 58/2).
bevestigingsclip (Afb. 58/2) staat.
bevestigingsclip (Afb. 58/2) inzwenken.
Uitzetramen gelijkmatig uitzetten en sluiten.
paragraaf 6.4.2.1) indrukken.
Afb. 58
Vergrendeling
CAR-0000-02NL_V02