3.14
Motorkap
Wanneer de motorkap geopend is, bestaat er verwondingsgevaar in de
Gevaar voor brandwonden! Ook een motor die al langere tijd uitgeschakeld is, kan
Verricht geen werkzaamheden in de motorruimte terwijl de motor draait.
De motorkap moet tijdens het rijden stevig dicht en vergrendeld zijn. Na het sluiten
Openen:
1. Motorkap ontgrendelen (zie gebruiksaanwijzing van de voertuigfabrikant).
2. Beveiligingshendel (Afb. 12/1) achter de motorkap naar links schuiven en zo de
3. Motorkap in het midden vastpakken (een hand boven, de andere onder).
4. Motorkap in een boog naar voren en omhoog kantelen.
CAR-0000-02NL_V02
Controles
Gasafsluiters gesloten
Gasflessen in gaskast vastgezet zodat ze niet kunnen draaien
Hoofdafsluiter van de gasfles gesloten
motorruimte.
nog heet zijn.
controleren of de vergrendeling vastgeklikt is. Hiervoor aan de motorkap trekken.
Afb. 12
Motorkap open maken
De greep bevindt zich, afhankelijk van het voertuigtype, in de voetenruimte (Afb. 12/2)
of in de bestuurderscabine (Afb. 12/3)
vergrendeling ontgrendelen.
Vóór vertrek
gecontroleerd
3
35