6
Wonen
3. Voor het loskoppelen de toets (Afb. 67/4) indrukken en greep (Afb. 67/3) kantelen.
4. Rolhor (Afb. 67/2) van het verduisteringsrolgordijn (Afb. 67/1) losmaken.
5. Verduisteringsrolgordijn en insectengaas zoals beschreven openen/sluiten (zie
6.5.4
Dakventilator elektrisch
Voor het wegrijden controleren of het dakluik gesloten is en de ventilatorschakelaar
Voor onderhoud de draaiknop om de 4 weken invetten.
Meer aanwijzingen en instructies voor het dakluik vindt u in de bij het voertuig
Afb. 68
Dakventilator inschakelen/uitschakelen:
1. Draaiknop (Afb. 68/1) linksom of rechtsom draaien en zo het dakluik openen of
2. Met toets (Afb. 68/2) de dakventilator in-/uitschakelen.
3. Met de toetsen (Afb. 68/3) een keuze maken tussen lucht uitblazen en aanzuigen en
Verduisteringsrolgordijn openen:
1. Vergrendeling (Afb. 68/4) samendrukken.
2. Verduisteringsrolgordijn (Afb. 68/5) eruit trekken en in voorgedefinieerde stand laten
80
paragraaf 6.5.1.2).
in de stand "0" staat.
behorende handleiding van de fabrikant.
Dakventilator elektrisch
sluiten.
tussen meerdere snelheidstreden.
vergrendelen.
1
Draaiknop
2
Toets
3
Toets
4
Vergrendeling
5
Verduisteringsrolgordijn
CAR-0000-02NL_V02