2.3.2
Brandbestrijding
Neem altijd een poederblusser (min. 1 kg) in de camper mee. De brandblusser
Laat de brandblusser regelmatig door geautoriseerd personeel controleren.
2.3.3
Gedrag bij brand
Inzittenden evacueren.
Schakel de elektrische stroomvoorziening uit en koppel deze los van het netwerk.
Sluit de hoofdafsluiter op de gasfles.
Sla alarm en bel de brandweer.
Bestrijd het vuur, als dit zonder risico mogelijk is.
Over positie en bediening van de nooduitgangen informeren.
Vluchtwegen vrijhouden.
Gebruiksaanwijzing van de brandblusser in acht nemen.
2.4
Verkeersveiligheid
Controleer voor het rijden de werking van het alarm- en verlichtingssysteem, de
Laat de remmen en de gasinstallatie controleren door een geautoriseerde service-
Voor het rijden de verduistering aan de voorzijde, aan de bestuurderszijde en aan
Tijdens het rijden moeten de personen op de stoelen blijven zitten. Het toegestane
Maak voor het rijden de gordels vast en houd deze tijdens het rijden om.
Beveilig de kinderen altijd met kinderbeveiligingsmiddelen die zijn voorgeschreven
Installeer de kinderstoelen uitsluitend met de in de fabriek gemonteerde
Het basisvoertuig is een bedrijfsvoertuig (kleine truck). Pas de rijstijl
In de winter moet het dak vrij zijn van sneeuw en ijs alvorens te vertrekken.
CAR-0000-02NL_V02
(niet met de camper meegeleverd) moet goedgekeurd, gecontroleerd en onder
handbereik zijn.
Testdatum in acht nemen.
stuurinrichting en de remmen.
werkplaats na een lange stilstand (ca. 10 maanden).
de bijrijderszijde openen en vastzetten.
aantal stoelen staat op de voertuigpapieren.
voor de lichaamslengte en het gewicht van het kind.
driepuntsgordels.
overeenkomstig aan. Houd bij onderdoorgangen, tunnels en dergelijke, rekening
met de totale hoogte van de camper (zie Technische gegevens op de
voertuigpapieren).
Veiligheidsinstructies
2
13