2
Veiligheidsinstructies
2.4.1
Veiligheidsinstructies opklapbed
Voor het rijden het draaibare opklapbed op goede bevestiging van de bouten
2.4.2
Veiligheidsvoorschriften draaibare stoel
Draai alle draaistoelen in rijrichting en vergrendel deze. Tijdens de rit moeten deze
2.4.3
Veiligheidsvoorschriften veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Wanneer aan de passagierszijde een airbag aanwezig en geactiveerd is: Geen
Babystoeltjes indien mogelijk alleen op de tweede zitbank aanbrengen.
Wanneer niettemin een babystoeltje op de passagiersstoel aangebracht moet
Afb. 1
Volg voor het uitschakelen van de airbags de gebruiksaanwijzing van de
De sticker die over de airbag informeert, is op het handschoenenvakje
14
controleren, eventueel vergrendeling zekerstellen.
vergrendeld blijven, verdraaien is niet toegestaan.
babystoeltje tegen de rijrichting in op de passagiersstoel aanbrengen. Wanneer de
airbag bij een botsing wordt geactiveerd, kan dit tot dodelijk persoonlijk letsel
leiden, onafhankelijk van de ernst van de botsing.
worden: De airbags aan de passagierszijde (frontairbag en zijairbag, indien
aanwezig) via het setup-menu uitschakelen.
Controleer of de airbags uitgeschakeld zijn. De led in de toets op het dashboard
moet gaan branden.
Bovendien de passagiersstoel helemaal naar achteren zetten, zodat het
babystoeltje niet tegen het dashboard kan stoten.
Stickers airbag
voertuigfabrikant.
aangebracht.
CAR-0000-02NL_V02