5.
De helderheidschuifbalk is ingesteld op 50%. Verplaats de schuifregelaar omhoog of omlaag om de
helderheid aan te passen.
6.
Selecteer onderin het venster op Toepassen of OK om de wijzigingen op te slaan.
Het toevoegen van een monitor
Voor het aansluiten van een monitor op het werkstation:
1.
Bepaal de juiste kabel en/of benodigde adapter voor de aansluiting van de monitor.
Monitorinterface
DisplayPort
VGA
DVI
Dual-Link (DVI)
HDMI
2.
Sluit het DisplayPort-einde van de kabel/adapter aan op de DisplayPort-connector op de achterkant van
het werkstation.
3.
Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de extra monitor.
4.
Zet de monitor aan. Als het werkstation Windows gebruikt en er een grafisch stuurprogramma
geïnstalleerd is, zal het werkstation de externe monitor automatisch herkennen en als scherm
gebruiken.
Het beeldscherm of een externe monitor aanpassen
U kunt de vernieuwingsfrequentie, schermresolutie, kleurinstellingen, tekengrootte en
energiebeheerinstellingen van het beeldschermr van het werkstation en dat van de externe monitor
handmatig selecteren of wijzigen. U kunt dit doen via het configuratiescherm van de grafische kaart (MXM-
kaart of geïntegreerde grafische kaart) of via de Windows-instellingen in Configuratiescherm >
Beeldscherm.
Raadpleeg de documentatie van uw tweede monitor voor meer informatie over de configuratie van de
monitor.
Benodigde aansluiting
DisplayPort-kabel
DisplayPort naar VGA-adapter met VGA-kabel
DisplayPort naar DVI-adapter met DVI-D-kabel
DisplayPort naar DLDVI-adapter met Dual-Link-
kabel
DisplayPort naar HDMI-adapter met HDMI-kabel
Beeldschermopties
25