8. Volg de instructies op het scherm.
De printer delen in een netwerk
Printer delen
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een printer kunt delen in een standaard-Windows-netwerk.
De computers in een netwerk kunnen een printer delen die rechtstreeks op een van de computers
is aangesloten. De computer die rechtstreeks is aangesloten op de printer, is de afdrukserver. De
overige computers zijn clientcomputers die toestemming nodig hebben om de printer te delen met
de afdrukserver. De clientcomputers delen de printer via de afdrukserver.
Geef de juiste instellingen op voor de afdrukserver en clients op basis van de versies van het
Windows-besturingssysteem en uw toegangsrechten tot een netwerk.
Afdrukserver instellen
Zie "Extra driver gebruiken" op pagina 106 voor meer informatie.
Clientcomputers instellen
Zie "Windows Vista, Vista x64, XP, XP x64 en 2000" op pagina 110 voor meer informatie.
Opmerking:
❏ Vanaf een Windows Me- of Windows 98-client hebt u geen toegang tot de printer die wordt gedeeld door
de Windows Vista- of Windows Vista x64-afdrukserver.
❏ Vanaf een Windows Vista- of Vista x64-client hebt u geen toegang tot de printer die wordt gedeeld door
de Windows Me- of Windows 98-afdrukserver.
❏ Wanneer u de printer deelt, moet u EPSON Status Monitor instellen zodat de gedeelde printer kan
worden gecontroleerd op de afdrukserver. Zie "Mededelingsinstellingen" op pagina 96 voor meer
informatie.
❏ De afdrukserver en de clientcomputers moeten op hetzelfde netwerk en onder hetzelfde netwerkbeheer
zijn ingesteld.
AcuLaser C2800
De printersoftware gebruiken met Windows
Gebruikershandleiding
105