Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Warme Circuit; Ruimtereferentie (Dag); Ruimtereferentie (Nacht); Kamer - Sorel MTDC Installatie- En Bedieningsinstructies

Inhoudsopgave

Advertenties

Relais is permanent ingeschakeld.

Warme Circuit

In de verwarmingsfunctie, zal een simple circuit in het systeem, de tijd en temperatuur bepalen. De settings van het ver-
warmingssysteem geven de kamer referentie (dag) en kamer referentie (nacht) waarden weer voor de aangesloten kamersensor.
Warme Circuit
Functie activeren.

Ruimtereferentie (dag)

De ingestelde temperatuur als referentie temperatuur voor de weergegeven kamersensor in dagmodus. De dagmodus is weer-
gegeven door verwarminsysteem perioden; Er kunnen drie perioden worden ingesteld voor elke dag en worden doorgekopieerd naar
de daarop volgende dagen.

Ruimtereferentie (nacht)

De ingestelde temperatuur als referentie temperatuur voor de weergegeven kamersensor in nachtmodus.
De nachtmodus is weergegeven buiten de verwarmings perioden.

Kamer

Deze menu bepaalt de sensor voor kamertemperatuur.

Periodes

Activiteittijden thermostaat
Stel de gewenste periodes in dat de thermostaat actief moet zijn. Voor elke dag van de week kunnen drie periodes worden gede-
finieerd. Bovendien kunt u een individuele dag naar andere dagen kopiëren. Buiten de ingestelde periodes wordt de thermostaat uit-
geschakeld.

Hoeveelheid warmte

Constante stroom
Als "Constante stroom" is geactiveerd als metingsoort van de opwarming, worden de benaderde opwarming van de handmatig inge-
voerde waarden voor antivries, de concentratie ervan en de systeemstroom en de gemeten sensorwaarden van de collector en buf-
fertank berekend. Er is extra informatie nodig over antivries, de concentratie ervan en de systeemstroom. Daarnaast kan, met de
instelling offset ∆T, een correctiefactor worden ingesteld voor verzameling van de opwarmingshoeveelheid. Omdat de col-
lectortemperatuur en de buffertanktemperatuur kunnen worden gebruikt voor meting van de hoeveelheid opwarming, kunnen er,
afhankelijk van het systeem, afwijkingen bestaan van de weergegeven verzamelde temperatuur ten opzichte van de actuele vorige
temperatuur of van de weergegeven buffertanktemperatuur ten opzichte van de actuele retourtemperatuur. Deze afwijking kan met de
instelling Offset ∆T worden gecorrigeerd.
Voorbeeld: weergegeven collectortemperatuur 40°C, gemeten vorige temperatuur 39°C, weergegeven buffertanktemperatuur 30°C,
gemeten retourtemperatuur 31°C betekent een instelling van -20% (weergegeven ∆T 10K, actueel ∆T 8K => -20% correctiewaarde)
De warmtehoeveelheidsgegevens in de modus "Constante stroom" bestaan uitsluitend uit berekende waarden voor de
functionele inspectie van het systeem.

Stroomtemperatuursensor (X)

In dit menu wordt ingesteld welke sensor wordt gebruikt om de retourstroomtemperatuur te meten.

Retourstroomsensor

In dit menu kunt u instellen welke sensor wordt gebruikt om de retourstroomtemperatuur te meten.

Glycoltype

In dit menu wordt het gebruikte antivries ingesteld. Als geen antivries wordt gebruikt, stelt u het glycolaandeel in op 0.

Glycolpercentage

Het percentage antivries in het medium.

Stroomsnelheid toevoerstroom (X)

Nominale systeemstroom.
De systeemstroom in liters per minuut, die wordt gebruikt als berekeningsbasis voor het meten van warmte.
Correctie ∆T
Correctiefactor voor het temperatuurverschil voor meting van de opwarming
27

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave