te voorzien in bescherming tegen brandwonden!
Andere waarden, bijvoorbeeld Teco, gelden in de spaarstand.
Koeling
Deze functie wordt gebruikt om bijvoorbeeld opslagplaatsen te koelen tot een ingestelde temperatuur waarbij hitte verspreid wordt.
Tset
De doeltemperatuur aan de ingestelde sensor voor de koelingsfunctie (afvoer).
Hysterese
Als de temperatuur op de koelsensor gelijk is aan Tset + Hys, wordt het relais uitgeschakeld.
Koelsensor
Referentiesensor van de koelfunctie.
Periodes
Koelingsvrijgavetijden
Hier worden de gewenste periodes ingesteld dat de werking van de koeling is goedgekeurd. Voor elke dag van de week kunnen drie
periodes worden gedefinieerd. Bovendien kunt u een individuele dag naar andere dagen kopiëren. De koelfunctie wordt uitgeschakeld
buiten de ingestelde vrijgavetijden.
Retourstroom verhogen
Met deze functie wordt bijvoorbeeld de retourtemperatuur van en verwarmingscircuit verhoogd door de buffertank.
Retourstroom verhogen
Functie activeren.
Retourstroom verhogen Tmax
De maximumtemperatuur die voor deze functie is ingesteld op de buffertanksensor wordt overschreden bij de RL-buffertanksensor, de
functie wordt weer uitgeschakeld.
ΔT retourstroom
Schakel temperatuurverschil in:
Het relais wordt ingeschakeld als dit temperatuurverschil wordt overschreden tussen de buffertanksensor en de herkoelingsensor.
Schakel temperatuurverschil uit:
Het relais wordt uitgeschakeld als dit temperatuurverschil te klein is tussen de buffertanksensor en de herkoelingsensor.
Retourstroomsensor
Selectie van de retourstroomsensor.
Buffertanksensor
Selectie van de buffertanksensor.
Veldkoeling
Deze functie regelt dat een externe koeleenheid de collector afkoelt.
Tmax field
Als deze temperatuur wordt overschreden bij de referentiesensor van de veldkoeling, wordt het relais ingeschakeld.
Hys min
Als de temperatuur op de referentiesensor van de veldkoeling daalt tot onder Tmax field +Hys min wordt het relais uitgeschakeld.
22