Hys max
Om de koeleenheid zelf tegen beschadiging te beschermen wordt het relais uitgeschakeld zodra de temperatuur op de refe-
rentiesensor van de veldkoeling Tmax field + Hys max. bereikt.
Veldkoelingsensor
Referentiesensor van de veldkoelfunctie.
Deze functie activeert de solarpomp niet om de collector via de buffertank te koelen. Daarom moet de collectorbescherming
in de beschermingsfuncties worden geactiveerd.
Antilegionella
De anti-legionellafunctie is een aanvullende functie voor bepaalde relaisfuncties zoals: elektrische verwarmingsstaaf,
brander, circulatie, compressor.
Met behulp van de antilegionellafunctie (hierna "AL" genoemd), kan het systeem op geselecteerde momenten worden opgewarmd
om het vrij te houden van legionella.
Bij uitlevering van het systeem is de antilegionellafunctie uitgeschakeld.
De functie Antilegionella wordt niet getoond in het menu "Beschermingsfuncties". In plaats daarvan wordt hij getoond als
submenu van de bijbehorende speciale functie. Speciale functies met AL zijn: solar, brander, circulatie en compressor.
Zodra hij opgewarmd is en "AL" is ingeschakeld, wordt informatie met de datum weergegeven op het scherm.
Deze antilegionellafunctie biedt geen veilige bescherming tegen legionella, omdat de regelaar een adequate hoeveelheid
energie nodig heeft en de temperaturen niet kunnen worden gemonitord in het gehele buffergebied en het aansluitende lei-
dingensysteem.
Tijdens het bedrijf van de antilegionellafunctie, indien van toepassing, wordt de buffertank verwarmd tot boven de inge-
stelde waarde "Tmax", wat kan leiden tot brandwonden en schade aan het systeem.
AL Tref
Voor een succesvolle opwarming moet deze temperatuur worden bereikt op de AL-sensor(s) voor de blootstellingsperiode.
AL-verblijftijd
Voor deze periode moeten de AL Tref-temperaturen worden bereikt op de geactiveerde AL-sensors voor een succesvolle opwarming.
Laatste AL-opwarming
Dit geeft aan wanneer de laatste succesvolle opwarming heeft plaatsgehad.
AL-sensor 1
Op deze sensor wordt de temperatuur van de AL-functie gemeten.
AL-sensor 2
Optionele AL-sensor
Als deze sensor is ingesteld voor een succesvolle opwarming, moet Tset AL op deze sensor ook worden bereikt voor de actietijd.
AL-tijden
Tijdens deze periodes wordt geprobeerd de AL-opwarming uit te voeren. Als binnen de vastgelegde periode wordt voldaan aan de
AL-voorwaarde (Tref op de gedefinieerde sensors gedurende de blootstellingsperiode), wordt de opwarming voltooid en gere-
gistreerd als "Laatste AL-opwarming".
Warmteoverdracht
Met deze functie kan energie van de ene buffertank worden overgebracht naar een andere.
23