vergrendelen wanneer u geen activiteit met tijdmeting
vastlegt.
Eenheden: Hiermee kunt u de op het toestel gebruikte
meeteenheden instellen
(De maateenheden wijzigen,
pagina
20).
Formaat: Hiermee kunt u algemene notatievoorkeuren instellen,
zoals het tempo en de snelheid die tijdens activiteiten worden
weergegeven en het begin van de week.
Gegevensopslag: Hiermee stelt u in hoe het toestel
activiteitgegevens vastlegt. Met de instelling Slim (standaard)
kunnen langere activiteiten worden vastgelegd. Met de
instelling Iedere seconde zijn de opnamen van activiteiten
meer gedetailleerd, maar worden langere activiteiten mogelijk
niet geheel vastgelegd.
USB-modus: Hiermee kunt u de massaopslagmodus of de
Garmin modus inschakelen op het toestel als er verbinding is
met een computer.
Herstel: Hier kunt u gebruikersgegevens en -instellingen
opnieuw instellen
(Alle standaardinstellingen herstellen,
pagina
23).
Software-update: Hiermee kunt u via Garmin Express
gedownloade software-updates installeren.
Tijdinstellingen
Houd MENU ingedrukt en selecteer Instellingen > Systeem >
Tijd.
Tijdweergave: Hiermee stelt u de 12- of 24-uursklok, of de
militaire notatie in.
Stel tijd in: Hiermee stelt u de tijdzone voor het toestel in. De
optie Automatisch stelt de tijdzone automatisch in op basis
van uw GPS-positie.
Tijd: Hiermee kunt u de tijd aanpassen als de functie is
ingesteld op de optie Handmatig.
Waarschuwingen: Hiermee kunt u de waarschuwingen per uur,
zonsopkomst- en zonsondergangswaarschuwingen zo
instellen dat een bepaald aantal minuten of uren vóór de
feitelijke zonsopkomst of zonsondergang een
waarschuwingssignaal wordt gegeven.
Synchroniseer met GPS: Hiermee kunt u de tijd handmatig
synchroniseren met GPS wanneer u van tijdzone verandert,
en kunt u de zomertijd instellen.
De schermverlichtingsinstellingen wijzigen
1
Houd op de watch face MENU ingedrukt.
2
Selecteer Instellingen > Systeem > Schermverlichting.
3
Selecteer Nachtweergave om de intensiteit van de
schermverlichting te verminderen voor compatibiliteit met een
nachtzichtbril (optioneel).
4
Selecteer een optie:
• Selecteer Tijdens activiteit.
• Selecteer Niet tijdens activiteit.
5
Selecteer een optie:
• Selecteer Knoppen om de schermverlichting in te
schakelen bij het indrukken van knoppen.
• Selecteer Waarschuwingen om de schermverlichting in
te schakelen voor waarschuwingen.
• Selecteer Beweging om de schermverlichting in te
schakelen als u uw arm optilt en draait om op uw pols te
kijken.
• Selecteer Time-out om de tijdsduur in te stellen voordat
de schermverlichting wordt uitgeschakeld.
• Selecteer Helderheid om het helderheidsniveau van de
schermverlichting in te stellen.
OPMERKING: Als u de modus Nachtweergave inschakelt,
kunt u het helderheidsniveau niet aanpassen.
20
De sneltoetsen aanpassen
U kunt de functie voor het ingedrukt houden van afzonderlijke
knoppen en knopcombinaties aanpassen.
1
Houd op de watch face het MENU ingedrukt.
2
Selecteer Instellingen > Systeem > Sneltoetsen.
3
Selecteer de knop of knopcombinatie die u wilt aanpassen.
4
Selecteer een functie.
De maateenheden wijzigen
U kunt de eenheden voor afstand, tempo en snelheid, hoogte,
gewicht, lengte en temperatuur aanpassen.
1
Houd op de wijzerplaat MENU ingedrukt.
2
Selecteer Instellingen > Systeem > Eenheden.
3
Selecteer een type maatsysteem.
4
Selecteer een maateenheid.
Toestelgegevens weergeven
U kunt toestelinformatie zoals de toestel-id, softwareversie,
informatie over wet- en regelgeving en de licentieovereenkomst
weergeven.
1
Houd op de watch face MENU ingedrukt.
2
Selecteer Instellingen > Over.
Informatie over regelgeving en compliance op e-
labels weergeven
Het label voor dit toestel wordt op elektronische wijze geleverd.
Het e-label kan regelgeving bevatten, zoals
identificatienummers verstrekt door de FCC of regionale
compliance-markeringen, maar ook toepasselijke product- en
licentiegegevens.
1
Houd op de watch face MENU ingedrukt.
2
Selecteer Instellingen > Over.
Draadloze sensoren
Uw toestel kan worden gebruikt in combinatie met draadloze
ANT+ of Bluetooth sensoren. Ga voor meer informatie over
compatibiliteit en de aanschaf van optionele sensoren naar
buy.garmin.com.
De draadloze sensoren koppelen
Wanneer u voor de eerste keer een draadloze sensor via ANT+
of Bluetooth technologie met uw toestel wilt verbinden, moet u
het toestel en de sensor eerst koppelen. Nadat de koppeling is
voltooid, maakt het toestel automatisch een verbinding met de
sensor wanneer u een activiteit start en de sensor actief is en
zich binnen bereik bevindt.
1
Als u een hartslagmeter koppelt, moet u de hartslagmeter
omdoen.
De hartslagmeter kan pas gegevens verzenden of ontvangen
als u deze hebt omgedaan.
2
Breng het toestel binnen 3 m (10 ft.) van de sensor.
OPMERKING: Zorg ervoor dat u minstens 10 m (33 ft.) bij
andere draadloze sensoren vandaan bent tijdens het
koppelen.
3
Houd MENU ingedrukt.
4
Selecteer Instellingen > Sensoren en accessoires > Voeg
nieuwe toe.
5
Selecteer een optie:
• Selecteer Zoek alles.
• Selecteer uw type sensor.
Als de sensor is gekoppeld met uw toestel wordt de status
van de sensor gewijzigd van Zoeken naar Verbonden.
Draadloze sensoren