3 Raak [X] aan om voor de geselecteerde afstand de scherpstelling
te vergrendelen.
Tijdens handmatige scherpstelling wordt [D] op het scherm getoond.
OPMERKINGEN
• Wanneer u [E] en [F] gebruikt om handmatig scherp te stellen, kunt
u het scherm binnen het kader aanraken om automatisch op dat punt
scherp te stellen.
Witbalans
De witbalansfunctie helpt u bij het nauwkeurig reproduceren van kleuren
onder verschillende lichtomstandigheden, zodat witte objecten in uw
opnamen altijd echt wit overkomen.
Bedieningsstanden:
>
[2]
[Ä Witbalans]
* Wanneer u [Å Aangep.WB] selecteert,
in met de volgende procedure voordat u [X] aanraakt.
De aangepaste witbalans instellen
Richt de camcorder op een wit object, zoom in totdat het object
het gehele scherm vult en druk op [WB inst.].
Als de instelling voltooid is, stopt Å met knipperen en verdwijnt dit
symbool. De camcorder onthoudt de aangepaste witbalans ook als
u de camcorder uitschakelt.
Opties
(
Standaardwaarde)
[Ã Automatisch]
af op kleuren die natuurlijk lijken.
[¼ Daglicht]
[É Lamplicht]
en tl-verlichting van het wolfraamtype (3 golflengten).
[Å Aangep.WB]
onderwerpen onder een gekleurde verlichting wit uit te laten komen.
SCN
>
De camcorder stemt de witbalans automatisch
Voor het maken van buitenopnamen.
Voor het maken van opnamen onder kunstlicht
Gebruik de aangepaste witbalansinstelling om witte
Gewenste optie*
s
telt u de aangepaste witbalans
Geavanceerd opnemen
>
[X]
75