Belangrijk: het kleinere deel van de sensor moet in de richting van het crankstel wijzen en
niet boven op de achtervork worden bevestigd. Op sommige fietsen moet je het hoofdgedeelte
van de sensor mogelijk naar het wiel kantelen. Je moet deze aanpassing doen nadat je de
spaakmagneet hebt bevestigd.
2. Bevestig de spaakmagneet aan een spaak van je fietswiel. Richt de magneet naar de liggende
achtervork waarop de sensor voor de achtervork is bevestigd.
3. Pas de positie van de spaakmagneet en de achtervorksensor zo aan dat de spaakmagneet voorbij
de punt van het hoofdgedeelte van de achtervorksensor komt.
Belangrijk: de afstand tussen de achtervorksensor en spaakmagneet mag niet groter zijn dan 2
mm wanneer de magneet de sensor passeert. Op sommige fietsen moet je het hoofdgedeelte
van de sensor mogelijk naar het wiel kantelen.
58