onderkant van de locomotief. In dit geval moet u de locomotief voorzichtig omdraaien en de vloeistof helemaal laten
lekken. Het lontmateriaal bevat vloeistof genoeg voor het bedrijf.
Afbeelding 8: vullen van het systeem.
4.2.4.2. Werking van de rookgenerator.
De rookgenerator werkt in verbinding met de geluidsfunctie. Rook zonder geluid is niet mogelijk. Schakel nu de
rookgenerator in met de functietoets F3. Zolang de motor nog niet draait, gebeurt er voorbeeldgetrouw niets. Door
het drukken op toets F1 hoort u het geluid van de starter. Zodra de motor akoestisch start, zendt de diesellocomotief
een rookwolk in de hemel van uw modelspoorbaan. De intensiteit van de rook wordt voorbeeldgetrouw lager bij de
stationair draaiende motor. Bij versnellingsfases wordt meer rook prototypisch uitgestoten. Bij het afremmen is
natuurlijk geen rookpluim te zien. Om de locomotief te beschermen, schakelt de rookgenerator automatisch uit na 6
minuten. Op die manier wordt ook een oververhitting vermeden ingeval er geen olie meer in de tank zou zijn. Schakel
F3 uit en dan weer in om de rookfunctie opnieuw te activeren. De maximale tankinhoud bedraagt 0,5 ml en is genoeg
voor een bedrijfsperiode van ongeveer 10 tot 15 minuten afhankelijk van het rijbedrijf.
In zeldzame gevallen kan het voorkomen dat het systeem, bij zeer hoog vulniveau van de tank, verstopt raakt door
condensatie. In dit geval blaas kort, herhaaldelijk door de uitlaten om de druppeltjes te verwijderen.
Het systeem en de hele locomotief worden zeer warm tijdens het bedrijf. Laat de locomotief afkoelen alvorens deze in
de verpakking weer te plaatsen.
Zowel de hoeveelheid rook als de intensiteit kunt u aan uw wensen aanpassen. Zie hoofdstuk 5.7 voor meer informatie.
4.2.5. PowerPack. Energiebuffer.
De BR 215 is met een onderhoudsarme energiebuffer 'PowerPack' uitgerust. Deze maakt een ononderbroken
stroomvoorziening mogelijk zelfs met vuile rails. De PowerPack is enkel actief bij digitaal bedrijf. Hij wordt automatisch
uitgeschakeld bij analoog bedrijf.
Na het inschakelen van de spanningvoorziening moet de PowerPack eerst opgeladen worden, het kan tot 60 seconden
duren. Daarna staat de volle buffercapaciteit ter beschikking. Het systeem levert energie aan de verlichting, de
rijmotor en de geluidsfuncties echter niet aan de rookgenerator. De duur van de shuntage kan aangepast worden. Zie
hoofdstuk 5.8.
5. Decoderinstellingen aanpassen.
Hoofdstuk 5 behandelt de verandering van de belangrijkste instellingen van de LokSound decoder. De decoder in uw
BR 215 werd speciaal aan het model aangepast en biedt veel eigenschappen die niet alle hier kunnen vermeld worden.
We beperken ons tot de meest voorkomende instellingen.
Voor iedere veranderlijke eigenschap is er binnen de decoder een of meerdere geheugenlocaties waarin getallen of
karakters kunnen opgeslagen worden.
Die individuele geheugenlocaties kunnen als systeemkaarten beschouwd worden die in een grote kaartenbak bewaard
zijn. Om individuele kaarten te kunnen terugvinden hebben ze een nummer of een beschrijving met de eigenschap van
de kaart, b.v. 'locadres' of 'topsnelheid'.
Stelt u zich nu voor dat u op die kaarten met een potlood kunt schrijven, het is dus altijd mogelijk de kaarten uit te
wissen en erop opnieuw te schrijven. U kunt niet op alle kaarten schrijven, sommige informaties zijn definitief
opgeslagen, b.v. de identificatie van de fabrikant ESU.