Pagina 1
Gebruiksaanwijzing. Eerste uitgave, oktober 2010.
Pagina 2
3. Het ESU model. 3.1. Belangrijke raadgevingen. Eerst lezen, a.u.b. 3.2. Het uitpakken van de locomotief. 3.3. Buiten- en binnenbijzonderheden van uw 215. 4. De techniek van het ESU model. 4.1. Mogelijke bedrijfsmodi van de BR 215. 4.1.1. Analoog bedrijf.
Pagina 3
6.4. Verwisseling van antislipbanden. 7. Bijgeleverd toebehoren. 8. Ondersteuning en helpdesk. 9. Vervangingsonderdelen. 10. Lijst van de belangrijkste CV’s. 11. Garantie.
Pagina 4
2. Het voorbeeld. 29 juli 1984. De 215 010 rijdt het Opper-Zwabische station Bad Waldsse binnen met een lokale trein uit Kisslegg. De ontwikkeling van de serie 215 en de DB dieselocfamilie V160, waartoe deze locomotieven behoren, gaat tot het jaar 1956 terug, het leveringsjaar van de eerste V200 serielocomotieven.
Pagina 5
DB oudere stoomlocomotieftypes buiten dienst, ten gevolge daarvan moest de ontwikkeling van eemotorige diesellocomotieven met hetzelde vermogen als de types 01 en 44 versneld worden. 19 december 1976. Stoom afscheid in Opper-Zwaben. Het huidige museumlocomotief 64 289 en de in 1994 verschroot 215 104 ontmoeten elkaar in Altshausen.
Pagina 6
De tien prototypen werden door een reeks van 140 locomotieven gevolgd die alle, met uitzondering van de 215 071 tot 093, met een 16-cilinder 1900 pk motor uitgerust werden. De 215 071 tot 093 kregen de dikke twaalf-cilinder zoals de prototypen.
Pagina 7
Sommige 225’s (b.v. de 225 004) die aan het departement goederenverkeer toegewezen werden, kregen de logo DB Railion. De 215 093 (de laatstgebouwde 215 met een 2500 pk motor ) en haar Bertani-trein met IVECO vrachtwagens passeert een door een 215 gesleept transformatorvervoer.
Pagina 8
Bovendien hadden de opschriften vanaf 1971 eigenlijk in RAL 7030 steengrijs moeten uitgevoerd worden. Vele 215’s en 218’s droegen nog steeds in de jaren 1980 en 1990 ivoor-kleurige (RAL 1014) opschriften en logos. De 215 010 was geen uitzondering en reed met ivoor-kleurige opschriften door het land tot haar overschilderen in rood-orient. De kleurstelling van de 215 heeft niets buitengewoons gehad, de locomotieven zijn ook niet het woorwerp geweest van design experimenten hetgeen het geval voor sommige 218 is geweest.
Pagina 9
Alle locomotieven werden in het purper afgeleverd. De beige-oceaanblauwe periode begon in 1982, de 225 091 droeg deze kleuren tot haar afschaffing in 2007. Aan het eind van 1989 verscheen de eerste orient-rode 215, in 1997 de eerste verkeer-rode. Afbeelding 2: samenstelling van het treinpaar D2136/2137 (1987).
Pagina 10
Van de prototypen van de serie 215, de latere 225, wordt uitstel aan nummers 001, 002, 003, 004, 005, 006, 009 en 010 verleend tot tenminste 2011 met de mogelijkheid van een tweede verlenging tot 2013. Onder de groep (225 071 tot 093) die vroeger het Ruhrgebied doorkruiste, handhaafte de 225 071 zich nog dankzij uitstel tot april 2011.
Pagina 11
De trapjes aan de hoeken van de 215 zijn uit messing. Alle handrails zijn uit stevig plastic gemaakt en afzonderlijk aangezet. Op de draaistelbekleding vindt u plastic leidingen en metalen veren.
Pagina 12
Bij rangeergang brandt één licht aan beide fronten. De cabine- en dashboardverlichting maken de lichtfuncties volledig. 4. De techniek van het ESU model. Het centrale onderdeel van uw pas aangeschafte 215 is de nieuwe LokSound decoder. De LokSound electronica is verantwoordelijk voor het gedrag en besturing van alle rij- en extrafuncties van de 215 :...
Pagina 13
4.1. Mogelijke bedrijfsmodi van de BR 215. 4.1.1. Analoog bedrijf. De 215 kan op analoge DC of AC modelspoorbanen gebruikt worden. Het aantal beschikbare functies is echter zeer beperkt : vooruit rijden - halten – achteruit rijden lichtuitwisseling motorgeluid (automatisch).
Pagina 14
4.2.1. Lichtfuncties. Schakelt nu de lichtfunctie in met de lichttoets. De BR 215 moet een witte frontverlichting in de rijrichting vooruit en een rode sluitverlichting tonen. Als u wilt, kunt u met F4 de cabineverlichting inschakelen om de binnenkant beter te ontdekken.
Pagina 15
4.2.2. Geluidsfuncties. Bij het drukken op toets F1 komt uw 215 tot leven. Eerst hoort u de starter en daarna het starten van de motor zelf. Met het motorgeluid vermengt zich langzaam het fluiten van de turbocompressor. Als u aan de rijregelaar draait, dan ronkt de dieselmotor en fluit de turbocompressor.
Pagina 16
Hoofdstuk 5 behandelt de verandering van de belangrijkste instellingen van de LokSound decoder. De decoder in uw BR 215 werd speciaal aan het model aangepast en biedt veel eigenschappen die niet alle hier kunnen vermeld worden. We beperken ons tot de meest voorkomende instellingen.
Pagina 17
'Schrijf de waarde 7 in CV3'. Iedere decoder die deze commando krijgt, zal het uitvoeren. ESU telt de bits vanaf 0 tot 7 volgens de DCC normen, sommige fabrikanten (b.v. Lenz®) van 1 tot 8. 5.2.2. Programmering met Märklin® 6021.
Pagina 18
maar een twee-cijferig getal kan tonen, moeten de waarden verdeeld en in twee stappen ingevoerd worden. 5.2.2.1. Naar de programmeermodus overgaan. Naar de programmeermodus overgaan met Märklin® 6020/6021. De rijregelaar moet op 0 staan. Er mogen geen andere locomotieven op de sporen staan. Let op de knippersignalen van de locomotief! Druk de “Stop”...
Pagina 19
MS-Windows® computer. De computer bespaart u het zoeken naar de verschillende CV nummers en waarden. Verdere informatie in de handleiding van de LokProgrammer. Voor de BR 215 gelieve de nieuwe software vanaf versie 4.1 te gebruiken, u kunt deze op onze homepage donwloaden. (www.esu.eu) 5.3.
Pagina 20
Indien er geremd wordt ongeacht de spoorhelft waarin de dioden zitten, dan zet u bit 0 en bit 1 in CV 27 (CV 27=3). 5.6. Volume aanpassen. Voor alle geluiden van de BR 215 kan het volume afzonderlijk aangepast worden. Op die manier is het mogelijk uw locomotief aan uw wensen optimaal aan te passen.
Pagina 21
Functie Fabriekswaarde. Dieselmotor (aandrijfmotor) Turbocompressor Locfluit 1 Klok Locfluit 2 Luchtcompresssor. Stationsmededeling. Koppelingsgeluid. Perslucht afblazen. Conducteursfluitje. Zanden Waarschuwingsfluitje 1 Waarschuwingsfluitje 2. Wisselsgedender Piepen in bochten. Piepen van remmen. Willekeurige geluiden. 5.6.3. Motorgeluid. Het motorgeluid kan natuurlijk ook afzondelijk aangepast worden. Merk op dat het motorgeluid gescheiden van de turbocompressor kan veranderd worden.
Pagina 22
Afbeelding 9: posities van de kapschroeven. 6.2. Smering. We hebben de BR 215 met duurzame mechanische elementen uitgerust. Voor de aslagers gebruiken we uitsluitend hoogwaardige bronzen glijlagers. Alle bewegende delen zijn met hoogwaardig vet en olie permanent gesmeerd. Een extra-smering van de afzonderelijke componenten is niet nodig.
Pagina 23
8. Ondersteuning en helpdesk. Indien u vragen over uw BR 215 die hier niet beantwoord worden, richt u zich ten eerste naar uw vakhandelaar. Hij is uw competente partner voor alle vragen omtrent de modelbaan. Indien hij u ook niet kan helpen, kijkt U op onze website.
Pagina 24
9. Vervangingsonderdelen. Wegens het groot aantal delen van uw 215 hebben we de vervangingsonderdelen in groepen verdeeld. Sommige tot een grote groep behorende onderdelen zijn in kleinere groepen beschikbaar. Denk eraan dat uitsluitend de in de onderdelenlijst vermelde delen als onderdeel bij de fabriek verkrijgbaar zijn. Aanvragen om andere componenten is dus nutteloos.
Pagina 25
Configuratie Het meest complexe CV van de DCC normen. In dit register register worden belangrijke informaties samengevat die, althans gedeeltelijk, enkel bij DCC bedrijf relevant zijn. Functie. Waarde Normale rijrichting. Omgekeerde rijrichting. 14 rijstappen DCC 28 of 128 rijstappen DCC Analoog bedrijf uitschakelen Analoog bedrijf toelaten RailCom®...
Pagina 26
Vul de terugzendkaart zo nauwkeurig mogelijk in en stuur die ook mee. • Omvang van de garantie: De garantie omvat, naar keuze van de firma ESU electronic solutions ulm GmbH & Co. K, het gratis herstellen of...
Pagina 27
Ze zullen ongeopend teruggezonden worden. De garantietermijn wordt niet verlengd door een reparatie of vervanging. Indien u aanspraak wenst te maken op garantie, kunt u hetzij zich naar uw ESU-handelaar richten hetzij het geclaimde product naar de firma Esu electronic solutions ulm GmbH & Co. K op te sturen met het garantie-bewijs, het aankoopbewijs en de foutbeschrijving.
Pagina 28
Aanhansel handleiding in functie van de modellen met afneembare sleper: ESU-31023, ESU-31024, ESU-31028 en ESU-31029. Montage en demontage van de sleper. Demontage: zet eerst de loc op het dak. Dan zet het werktuig in een zodanige wijze dat de vier beugeleinden in de vier gaten onder de sleper passen.