4
Bediening AXENT ISOBUS
Hierna moet u nog het aantal impulsen van het snelheidssignaal vastleggen.
Wanneer het juiste impulsaantal bekend is, kunt u dat direct invoeren:
5. In het geselecteerde trekkerprofiel het menu-item Imp/100m oproepen.
Het display toont het menu Impulsen voor de manuele invoer van het
aantal impulsen.
Kent u het precieze aantal impulsen niet, dan Kalibreerrit starten.
6. Druk in het trekkerprofiel op de kalibreertoets.
Op het display wordt het werkscherm Kalibreerrit weergegeven.
7. Druk aan het startpunt van het referentietraject op de Start-toets.
De weergave Impulsen staat nu op nul.
De bedieningsunit is gereed voor de impulstelling.
8. Een 100 m lang referentietraject rijden.
9. Trekker aan het einde van het referentietraject stoppen.
10. Op Stop-toets drukken.
Het display toont het aantal van de ontvangen impulsen.
Het nieuwe aantal impulsen wordt opgeslagen.
U keert nu terug naar het profielmenu.
64