2.
Open de voorste toegangsklep terwijl de printer aanstaat. Wacht totdat de inktpatroonwagen is
gestopt. Dit duurt slechts enkele seconden.
LET OP:
Verwijder of installeer de inktpatronen pas nadat de inktpatroonwagen is gestopt.
3.
Klap de inktpatroonklem op en verwijder de inktpatroon voorzichtig uit de houder.
.
4.
Plaats de nieuwe inktpatroon in zijn houder onder dezelfde hoek waaronder u de inktpatroon heeft
verwijderd. Vergelijk het nummer op de klem met het nummer op de inktpatroon om er zeker van te
zijn dat u de juiste inktpatroon plaatst.
Onderhouden van printer
79