Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Kaarten En Enveloppen; Transparanten; Aangepast Afdrukmateriaalformaat - HP DeskJet 460 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Kaarten en enveloppen

Laad de enveloppen altijd in de printer met de klep naar de achterzijde van de printer gekeerd en
zorg dat de plaats voor de postzegel overeenstemt met het enveloppictogram.
Gebruik geen enveloppen met een gladde afwerking, zelfklevende randen, klemmetjes of vensters.
Gebruik ook geen kaarten en enveloppen met dikke, onregelmatige of gekrulde randen of met stukken
die gekreukeld, gescheurd of op andere wijze beschadigd zijn.
Gebruik stevige, strak gevouwen enveloppen.
Fotopapier
Gebruik de modus Best om foto's af te drukken. In deze modus is de droogtijd langer en droogt de inkt
volledig op voordat de volgende pagina wordt afgedrukt. In deze modus neemt het afdrukken meer
tijd in beslag, omdat er meer computergeheugen vereist is.
U kunt ook Maximaal dpi selecteren voor foto's van optimale kwaliteit. Zie
Neem elk afgedrukt vel uit de printer en leg het opzij om het te laten drogen. Als nat afdrukmateriaal
zich opstapelt, kunnen vlekken ontstaan.
Fotopapier moet effen zijn voordat u afdrukt. Als de hoeken van het fotopapier meer dan
10 mm (3/8 inch) krullen, maakt u het papier effen door het opnieuw in de afsluitbare zak te plaatsen
en de zak over de rand van een tafel te rollen totdat het papier effen is.

Transparanten

Gebruik de modus Best om transparanten af te drukken. In deze modus is de droogtijd langer en
droogt de inkt volledig op voordat de volgende pagina wordt afgedrukt. In deze modus neemt het
afdrukken meer tijd in beslag, omdat er meer computergeheugen vereist is.
Laad de transparanten met de afdrukzijde omhoog en met de plakstrip naar de voorzijde van de
printer gericht. De afdrukzijde van transparanten is de ruwe zijde.
Neem elk afgedrukt vel uit de printer en leg het opzij om het te laten drogen. Als nat afdrukmateriaal
zich opstapelt, kunnen vlekken ontstaan.

Aangepast afdrukmateriaalformaat

Gebruik uitsluitend aangepast afdrukmateriaalformaat dat door de printer wordt ondersteund.
Als uw toepassing aangepast afdrukmateriaalformaat ondersteunt, stelt u het formaat eerst in de
toepassing in voordat u het document afdrukt. Zo niet, stelt u het formaat in het printerstuurprogramma
in. U moet wellicht de opmaak van bestaande documenten aanpassen om deze correct te kunnen
afdrukken op aangepast afdrukmateriaalformaat.
24
Hoofdstuk 3 - Gebruik van printer
Digitale foto's
afdrukken.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave