N.B.
Om de printer met een draadloze verbinding te gebruiken, moet u Setup ten minste eenmaal
uitvoeren vanuit de Starter CD en een draadloze verbinding maken. Na uitvoering van één draadloze
setup om een draadloze verbinding te maken, kunt u de printer op aanvullende netwerken aansluiten door
nieuwe draadloze profielen te configureren en de stand van de draadloosprofielschakelaar te wijzigen.
N.B.
Als u de inktniveaus in de Werkset kunt zien, communiceert de Werkset met de printer.
N.B.
Als nieuwe 802.11-instellingen naar de printer worden gestuurd om een van de draadloze
profielen te configureren, wordt de printer uit- en weer aangezet om de instellingen te activeren.
1.
Open de Werkset. Zie
2.
Klik op het tabblad Printerservice.
3.
Klik op Draadloze profielen.
64
Hoofdstuk 4 - Printer beheren en configureren
Werkset
(Windows).