Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Belangrijkste Functies; Flitsstanden En -Functies Van De Sb - Nikon SB-900 Gebruikshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Belangrijkste functies

Flitsstanden en -functies van de SB-900

i-DDL-stand
De camera regelt de flitssterkte van de SB-900 door het licht te meten dat door het
onderwerp wordt weerkaatst wanneer de SB-900 een reeks monitor-voorflitsen afgeeft.
B
Flitsen met automatisch diafragma
De SB-900 bepaalt de flitssterkte door het flitslicht dat door het onderwerp wordt
weerkaatst, te meten met de sensor voor niet-DDL automatisch flitsen en deze informatie
te combineren met informatie van de camera, zoals de ISO-gevoeligheid en het diafragma.
Niet-DDL automatisch flitsen
De SB-900 regelt de flitssterkte door het flitslicht dat door het onderwerp wordt
weerkaatst, te meten met de sensor voor niet-DDL automatisch flitsen.
Handmatig flitsen met afstandsvoorkeuze
Als u het diafragma en de afstand tot het onderwerp vooraf instelt, bepaalt de
SB-900 automatisch de juiste flitssterkte.
Handmatig flitsen
Als u het diafragma en de flitssterkte instelt, kunt u de belichting en de afstand tot het
onderwerp handmatig instellen.
Stroboscopisch flitsen
De SB-900 flitst meerdere malen om het stroboscopische effect van meervoudige
belichting te creëren. Dit is handig wanneer u snelbewegende onderwerpen fotografeert.
Het verlichtingspatroon wijzigen
U kunt kiezen uit drie soorten verlichtingspatronen (standaard, centrumgericht en
gelijkmatig) in overeenstemming met uw doelstelling.
Indirect flitsen
Door de flitskop te kantelen of te draaien, kunt u het licht laten weerkaatsen via
een plafond of muur en zo gebruikmaken van het weerkaatste licht.
Close-up flitsfotografie
U kunt close-up foto's met flits maken door de ingebouwde groothoekadapter te
gebruiken en de flitskop omlaag te kantelen.
Kleurfilters gebruiken
U kunt de kleur van een lichtbron corrigeren of interessante effecten creëren door
de kleur van het licht via filters te wijzigen.
Flitssterktecorrectie/belichtingscorrectie
Bij flitssterktecorrectie wordt de flitssterkte alleen aangepast aan het onderwerp dat
door de flitser wordt verlicht. Bij belichtingscorrectie wordt de juiste belichting opzettelijk
aangepast om de verlichting van zowel het onderwerp als de achtergrond te wijzigen.
B–4
(kD-2)
(kD-14)
(kD-17)
(kD-26)
(kD-30)
(kD-33)
(kD-5)
(kD-8)
(kD-11)
(kD-24)
(kD-37)

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave