Ondersteunende flitsfuncties
Zoomfunctie
De zoomfunctie past de zoompositie automatisch aan de brandpuntsafstand van
het objectief aan.
•
Welke zoomposities automatisch worden aangepast, hangt af van het gebruikte
verlichtingspatroon. Zie 'Specificaties' (kF-17) voor meer informatie.
•
De beschikbare zoomposities die automatisch worden aangepast bij het
standaard verlichtingspatroon liggen tussen 17 mm en 200 mm (bij FX-formaat)
of tussen 12 mm en 200 mm (bij DX-formaat), zonder stappen.
▲ Zoomfunctie geactiveerd
■
De zoompositie handmatig instellen
Als u de zoompositie wilt wijzigen in een positie die niet overeenkomt met de
brandpuntsafstand, moet u de zoompositie handmatig aanpassen.
•
Terwijl u de zoompositie handmatig instelt, verschijnt er een kleine "
de aanduiding ZOOM op het LCD-venster.
•
Druk op de knop [ZOOM] en draai aan de selectieschijf om de zoompositie in te
stellen.
•
Draai de selectieschijf rechtsom om de waarde te verhogen, draai linksom om de
waarde te verlagen.
•
U kunt de zoompositie ook aanpassen door te drukken op de knop [ZOOM]. In dit
geval wordt de waarde verhoogd telkens wanneer u op de knop [ZOOM] drukt.
Let erop dat de zoompositie na de grootste telepositie verandert in de grootste
groothoekpositie.
■
De zoomfunctie annuleren
De zoomfunctie kan worden geannuleerd via de persoonlijke instellingen (kC-23).
Als de zoomfunctie is geannuleerd:
•
De zoomkop kan handmatig worden aangepast, maar de aanduiding van de
zoompositie verandert niet, ook niet als het objectief wordt gezoomd, een ander
objectief wordt bevestigd of de fl itser wordt in- of uitgeschakeld.
•
Er wordt een "
•
Zie 'De zoompositie handmatig instellen' hierboven voor informatie over het
instellen van de zoompositie.
" weergegeven op het LCD-venster.
D
" boven
D–57