Het beeld regelen
De spoorvolging regelen
Hoewel de videorecorder de spoorvolging
automatisch regelt tijdens de weergave (de
indicator knippert in het uitleesvenster en
dooft vervolgens), kan er toch vervorming
optreden wanneer de opname in slechte staat
verkeert. In dat geval kunt u de spoorvolging
handmatig regelen.
Druk tijdens de weergave op PROGRAM +/–
op de videorecorder om de
spoorvolgingsmeter te laten verschijnen. De
vervorming moet verdwijnen bij een druk op één van beide toetsen (de
indicator licht op). Werp de cassette uit en breng ze weer in om terug te
keren naar automatische regeling.
Betreffende de Reality Regenerator (herstel) functie
De Reality Regenerator-functie herstelt tijdens de weergave automatisch de
originele beeldkwaliteit.
Gebruik van de Reality Regenerator (herstel) functie
1
Druk op MENU, kies vervolgens OPTIES en druk op OK.
2
Druk op M/m om OPTIES-2 te laten oplichten en druk vervolgens op
OK.
3
Druk op M/m om RR te laten oplichten en
druk vervolgens op OK.
4
Druk op M/m om RR op NORMAL of HOOG te zetten en druk
vervolgens op OK.
De RR indicator licht op in het uitleesvenster.
5
Druk op MENU om terug te keren naar het originele scherm.
Kies UIT in stap 3 om de functie af te zetten. De RR indicator dooft in het
uitleesvenster.
TRACKING
Spoorvolgingsmeter
OPTIES - 2
DECODER / LINE3
DECODER
TIMEROPTIES
VARIABEL
SPAARSTAND
UIT
DIRECTE TV OPNAME
RR
NORMAAL
TERUG
HOOG
UIT
KIEZEN
:
BEVESTIGEN
:
OK
VERLATEN
wordt vervolgd
Het beeld regelen
:
MENU
87