11.
ONDERHOUD
Tijdpad
Voor elke ingebruikname
Na elke ingebruikname
Na eerste 20 werkuren
(nieuw of gerepareerd)
Na elke 100 uur
11.1. Smeerpunten
Om de juiste werking van de Overseeder te waarborgen dienen de lagers van de achterrol aan beide
zijdes regelmatig te worden gesmeerd. (Zie Figuur 9)
Smeer deze punten volgens het tijdpad zoals aangegeven in de tabel van hoofdstuk 11
Controlepunt
Controleer of de as die de zaaicups
aandrijft soepel draait.
Controleer of de machine niet
vochtig is, in het bijzonder het
zaaisysteem.
Controleer op loszittende bouten/
moeren.
Aanwezigheid en leesbaarheid van
de veiligheidsstickers.
Maak de machine en vooral het
zaaimechanisme schoon.
Berg de machine op in een droge
omgeving.
Controleer op loszittende bouten/
moeren.
Voorzie de smeerpunten van vet
Controleer of de aandrijfkettingen
genoeg smering hebben.
Controleer of er nog genoeg vet /
olie in de gearbox zit.
Controleer of de aandrijfkettingen
genoeg smering hebben.
Voorzie de smeerpunten van vet.
Figuur 9
Methode
Zie hoofdstuk 10.4.
Indien de as zwaar draait controleer
op vervuiling en maak het
zaaisysteem schoon.
Maak de machine droog, gebruik
lucht.
Draai de loszittende bouten/moeren
vast met het juiste moment.
Vervang deze indien niet
aanwezig/beschadigd.
Maak het zaaimechanisme alleen
schoon met lucht.
Gebruik geen water.
Draai de loszittende bouten/moeren
vast met het juiste moment.
Gebruik EP 2 smeervet.
1 shot
Smeer de aandrijfkettingen.
Vul de gearbox bij, zie parts manual
voor details.
Smeer de aandrijfkettingen.
Gebruik EP 2 smeervet
22