Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Inbedrijfstelling; Voorafgaande Indicaties; Vergrendeling Van Pomp En Leidingen; Aansluiting Op Leidingen Van Het Systeem - BEDU POMPEN M Series Bedienings- En Onderhoudshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

8 INBEDRIJFSTELLING

8.1

VOORAFGAANDE INDICATIES

Voor de juiste werking van de pomp is het essentieel dat de as van de kleppen perfect verticaal is. Voorzie
tevens in de installatie van de volgende apparatuur:
-
een manometer die is geïnstalleerd in een aftakking op de toevoerleiding stroomopwaarts van enig
ander accessoire dat in de lijn aanwezig is om de werkelijke werkdruk van de pomp te meten (zie
"Toevoerleiding - Manometer")
-
een externe veiligheidsklep geïnstalleerd in een aftakking op de toevoerleiding stroomopwaarts van
enig ander accessoire aanwezig in de lijn (zie "Toevoerleiding - Externe veiligheidsklep")
-
een magnetothermische inrichting die geschikt is voor de bescherming van de motor.
De bedrijfsdruk mag nooit hoger zijn dan de maximaal toelaatbare druk aangegeven op het gege-
vensplaatje, zelfs niet bij het openen (ontladen) van de externe veiligheidsklep.
Bescherm de pomp tegen productlekken van het systeem en/of corrosiefenomenen. Installeer geen
leidingen of accessoires er direct boven. Vermijd installatie in corrosieve en stagnerende omgevin-
gen.
Voor buiteninstallaties, zorg voor voldoende bescherming van de pomp tegen de directe weersin-
vloeden (regen, wind, stof, vochtigheid). Dit verhoogt de efficiëntie en de veiligheid van de hele
pomp aanzienlijk.
Zorg voor voldoende vrije ruimte rond de gehele pomp om inspectie en/of demontage mogelijk te maken.
Met name aan de kant van de pompkop, aan het besturingssysteem en aan de motorzijde (zie afbeelding 3).
Bovendien, voor pompen met koppen gemaakt van KUNSTSTOF materiaal moet ook worden voorzien in:
-
passende beschutting tegen zonlicht om thermische vervorming van de kop te voorkomen
-
periodieke controles en/of bijstellingen van de aanhaalspanning van de bevestigingsbouten van de kop
-
periodieke controle van de temperatuur van de gedoseerde vloeistof
-
periodieke controles op lekken in de pompaansluitingen of de leidingen van het systeem

8.1.1 Vergrendeling van pomp en leidingen

Installeer de pomp niet rechtstreeks op een betonnen ondergrond. Gebruik een stalen basis en zorg ervoor
dat deze stabiel is en goed waterpas staat. Bevestig de pomp stevig op de grondplaat met bouten met sluit-
ringen om te zorgen voor een goede verdeling van de belasting.
De leidingen moeten onafhankelijk worden ondersteund, hun gewicht mag de pompkop niet belasten of er
spanning op uitoefenen. Daarom heeft de pomp, naast de grondplaat, een structuur nodig om de leidingen te
ondersteunen, zowel de aanzuig- als de toevoerleidingen.

8.1.2 Aansluiting op leidingen van het systeem

Voorzie op de toevoerleiding, om het verwijderen van de pomp uit het systeem te vergemakkelijken, geschikte
afvoeropeningen in de buurt van de pompkop.
Voorzie verbindingsmoffen om het verwijderen van de flensverbindingen te vergemakkelijken (zie afbeelding 4).
Afbeelding 3
Bestand: UT-5600
Afbeelding 4
Pagina 12 van 41

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave