Beschrijving van de storing
Langzaam of ongelijkmatig
omhoog heffen van de frontlader.
Te geringe hefkracht.
Lucht in het hydraulische systeem.
(Herkenbaar aan schuimende
hydraulische vloeistof.)
Lekkage aan de hydraulische
koppelingen van de frontlader of
de 3e of 4e stuurkring.
Frontlader blokkeert tijdens de til-
of daalbeweging.
De frontlader gaat steeds meer
slingeren als de lading daalt.
Werktuigcilinders schuiven uit
maar niet meer in.
Lekkages aan het hydraulisch
blok.
59
Oorzaak
Te weinig olie in het hydraulische systeem. Controleer het oliepeil en vul eventueel olie
Toerental van de motor te laag.
Hydraulische vloeistof te koud.
Te veel lading in het werktuig.
Hydraulische koppeling defect.
Interne lekkage in hydraulische cilinder.
Drukbegrenzingsklep fout ingesteld.
Interne lekkage in het besturingsblok.
Interne lekkage in hydraulische cilinder.
Te veel lading in het werktuig.
Drukbegrenzingsklep fout ingesteld.
Interne lekkage in het besturingsblok.
Hydraulische pomp zuigt lucht aan.
Hydraulische filter vervuild.
Lek door binnengedrongen vuil.
Koppeling niet volledig gesloten.
Koppeling defect.
Daalsnelheid te hoog.
Zuigerafdichting in de werktuigcilinder is
defect, zodat de oppervlakken van de
zuiger en de ring met elkaar zijn
verbonden.
Schroefverbindingen los
Lekkage tussen magneet en klep
Lekkage tussen de flensen van de kleppen. Draai de schroeven aan of vernieuw de
PROBLEEMANALYSE
Fouten verhelpen
bij.
Verhoog het toerental van de motor.
Verwarm het hydraulische systeem op
werktemperatuur.
Verminder de lading.
Controleer de koppelingen en vervang ze
eventueel.
Controleer de cilinder, repareer de defecte
cilinder of vervang deze.
Controleer de instelling van de
drukbegrenzingsklep.
Controleer het besturingsblok of vervang
het.
Controleer de cilinder, repareer de defecte
cilinder of vervang deze.
Verminder de lading.
Controleer de instelling van de
drukbegrenzingsklep.
Controleer het besturingsblok of vervang
het.
Controleer de leidingen tussen
hydraulische pomp en tank op losse of
defecte aansluitingen.
Controleer de hydraulische filter en
vervang deze eventueel.
Reinig de koppeling en vervang deze
eventueel.
Bij niet-gebruik van de frontlader of de 3e of
4e stuurkring versluit u de hydraulische
koppelingen met de beschermkappen of
sluit u het deksel van de Hydrofix.
Controleer de hydraulische koppeling.
Vervang de defecte koppelingshelft.
Verminder de daalsnelheid.
Controleer de cilinders afzonderlijk op
dichtheid, vervang defecte cilinders.
Draai de schroefverbindingen aan.
Draai de gerande moer af, verwijder de
magneet, draai de magneetkern met de
muilsleutel aan.
dichtringen.
B58CL1 0000000005 NL 003