INGEBRUIKNAME EN BEDIENING
4.4.3
Montage van de frontlader
(1) Maak de spanhefboom van de frontlader-
vergrendeling los.
(2) Rijd de tractor voorzichtig midden in de arm.
Als het inrijden niet mogelijk is omdat de
poten van de frontlader te hoog of te laag
staan, raadpleegt u de adviezen op de
volgende pagina!
(3) Rijd de tractor verder naar voren, tot beide
blokkeerpennen de schuifrail en de
vanghaak aanraken.
(4) Tractor stilzetten:
a) Trek de parkeerrem aan.
b) Zet de motor af.
c) Beweeg de bedieningshendel in alle
eindposities, om de hydrauliek drukloos
te maken.
(5) Sluit de hydraulische leidingen en de
elektrische kabels van de frontlader aan.
(6) Met de hefcilinders worden de bouten aan
de poten in de vanghaken aan de
opnamepunten gedraaid:
a) Start de tractor opnieuw.
b) Laat de bedieningshendel een beetje
naar achteren trekken (functie Tillen), tot
de bouten in de vanghaken zijn
vastgezet.
(7) Parkeersteunen inklappen:
a) Laat de bedieningshendel een beetje
naar achteren trekken (functie Tillen), tot
de frontlader wat is opgetild van de
bodem.
b) Trek de parkeerrem aan.
c) Zet de motor af.
d) Klap beide parkeersteunen in:
(8) Sla beide vergrendelingshendels om naar
beneden.
Let op de juiste instelling van de
vergrendeling, zie hoofdstuk 4.4.5
"Instellen van de frontlader-
vergrendeling".
B58CL1 0000000005 NL 003
1
1
2
2
4
4
6
6
7
7
3
3
5
5
8
8
B00L
40