3.4
Functies van de frontlader
3.4.1
Basisfuncties
De frontlader heeft 4 basisfuncties: omhoog, omlaag, storten, scheppen.
Omhoog
De beide hefcilinders (1) worden uitgeschoven.
Daardoor draait de schommelarm (2) om zijn
draaipunt naar boven en tilt het werktuig (3) op.
Dalen
De beide hefcilinders (1) worden ingetrokken.
Daardoor draait de schommelarm (2) om zijn
draaipunt naar beneden en brengt het werktuig
(3) naar beneden.
Bij frontladers met parallelleiding blijft het
werktuig bij omhoog en omlaag in dezelfde
toestand. De hoek van het werktuig ten op zichte
van de schommelarm wijzigt.
Bij frontladers zonder parallelleiding draait het
werktuig met de schommelarm, de hoek tussen
het werktuig en de schommelarm blijft constant.
Scheppen
De beide werktuigcilinders (4) worden
ingetrokken, daardoor draait het werktuig (3)
naar boven, het schept.
25
FUNCTIEOMSCHRIJVING
1
1
2
2
3
3
1
1
2
2
3
3
4
4
3
3
B58CL1 0000000005 NL 003
B01J
B01K
B01L