Maaitips
WAARSCHUWING!
Haal stenen en andere voorwerpen die
door de messen kunnen worden weg-
geslingerd van het gazon.
•
Zoek stenen en andere vaste voorwerpen op en
markeer ze om een aanrijding te voorkomen.
•
Begin met een hoge maaihoogte en laat deze
minder worden tot het gewenste maairesultaat
bereikt is.
•
Het maairesultaat wordt het best met een hoog
motortoerental (de messen draaien snel) en lage
snelheid (de zitmaaier beweegt langzaam). Is het
gras niet al te lang en dicht, kan de rijsnelheid wor-
den verhoogd zonder dat het maairesultaat merk-
baar verslechtert.
WAARSCHUWING!
Gebruik de zitmaaier nooit op terrein dat
meer dan 15° helt. Maai hellingen van
boven naar beneden en nooit dwars.
Verander niet plotseling van richting.
•
U krijgt het mooiste gazon door het vaak te maaien.
Het maaien wordt gelijkmatiger en het gemaaide
gras wordt gelijkmatiger over het oppervlak verde-
eld. De totale tijdsbesteding wordt niet groter omdat
u een hogere rijsnelheid kunt kiezen zonder dat het
maairesultaat slechter wordt.
•
Vermijd het een natte grasmat te maaien. Het maai-
resultaat wordt dan slechter omdat de wielen in het
natte gazon zakken.
•
Spoel het maaielement aan de onderkant met
water af na ieder gebruik. Bij het schoonmaken
moet het maaielement in servicestand gezet
worden.
•
Bij maaien met de mulchfunctie komt een korte
maai-interval extra nauw.
Ontkoppelingshendel
Om de zitmaaier te kunnen verplaatsen met een motor
die uit staat moet u de ontkoppelingshendel uittrekken.
GEBRUIK
Maaipatronen
6007-212
MAX 15
6016-104
8009-337
21
Nederlands-