Samenvatting van Inhoud voor Husqvarna Rider ProFlex 18
Pagina 1
Gebruiksaanwijzing Rider ProFlex 18 Neem de gebruiksaanwijzing grondig door en gebruik Nederlands de machine niet voor u alles duidelijk heeft begrepen.
Gebruiksaanwijzing voor Rider ProFlex 18 Inhoudsopgave Vervangen van luchtfilter ........36 Brandstoffilter vervangen ......... 38 Inhoudsopgave ............1 Pulsairfilter schoonmaken ........ 38 Inleiding ..............3 Controle van het luchtfilter Beste klant, ............3 van de brandstofpomp ........38 Rijden en transport op de openbare weg ....3 Controle van luchtdruk in de banden ....
Pagina 4
BELANGRIJKE INFORMATIE Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door zodat u weet hoe u de zitmaaier moet gebruiken en onderhouden voordat u hem gebruikt. Voor andere service dan in dit handboek wordt beschreven, moet u contact opnemen met een erkende verkoper die onderdelen en service aanbiedt.
Inleiding Beste klant, Hartelijk dank voor het feit dat u heeft gekozen voor een Husqvarna Rider. De Husqvarna Riders zijn gemaakt volgens een uniek concept met een aan de voorzijde gemonteerd maaidek en een gepatenteerde besturing van de achterwielen. De Rider is gemaakt voor de hoogste efficiency op zelfs kleine en nauwe oppervlakken.
INLEIDING Goede service De producten van Husqvarna worden over de hele wereld verkocht en alleen maar in de vakhandel die ook service biedt. Dit om ervoor te zorgen dat u als klant de beste ondersteuning en service krijgt. Voordat het product werd afgeleverd is de machine gecontroleerd en afgesteld door uw dealer, zie het bewijs in het Servicejournaal in deze gebruiksaanwijzing.
VERKLARING VAN SYMBOLEN Symbolen en plaatjes Deze symbolen staan op de zitmaaier en in de gebruiksaanwijzing. Bestudeer ze nauwkeurig zodat u weet wat ze betekenen. Langzaam Motor uit Choke Neutraal Snel Brand- Bandenspanning stof Oliepeil Maaihoogte Naar achteren Naar voren Ontsteking Waarschu- Lees de gebruiks-...
Pagina 8
VERKLARING VAN SYMBOLEN WAARSCHUWING! XXXXXXX XXXX XXXXXXXX XXX X. XXXXX XXXXXX XX. XX XXXXXXXX XXXXX XXX XX. Wordt in deze publicatie gebruikt om de lezer erop te attenderen dat het risico voor persoonlijk letsel bestaat, vooral als men de gegeven instructies niet volgt. BELANGRIJKE INFORMATIE Xxxxxxx xxxx xxxxxxxx xxx xxx xxxx xxxxxx xx.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Veiligheidsinstructies Deze instructies zijn gemaakt voor uw veiligheid. Lees ze aandachtig door. WAARSCHUWING! Het ingevoegde symbool betekent dat belangrijke veiligheidsinstructies onder de aandacht moeten worden gebracht. Het betreft uw veiligheid. 8010-047 Lees de gebruiksaanwijzing voordat u de machine start Algemeen gebruik •...
Pagina 10
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES WAARSCHUWING! De uitlaatgassen van de motor van de machine, inclusief bepaalde stoffen daarin, en sommige machineonderdelen bevatten of stoten chemicaliën uit, waarvan men aanneemt dat ze kanker, schade aan de ongeboren vrucht of andere voortplantingsschade veroorza- ken. De motor geeft koolmonoxide af, wat een kleurloos, giftig gas is.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Rijden op hellingen Het rijden op hellingen is een van de operaties waar het risico het grootst is dat de bestuurder de controle verliest of dat de machine omver valt, hetgeen ernstig letsel of overlijden kan veroorzaken. Alle hellingen vra- gen om extra voorzichtigheid.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES BELANGRIJKE INFORMATIE Wielverzwaarders, gemonteerd op de achter- wielen worden aanbevolen voor het rijden op hellingen voor een veiliger sturen en beter aan- drijfvermogen. Vraag advies aan uw dealer over het gebruik van wielverzwaarders, indien u onzeker bent. Kinderen • Ernstige ongelukken kunnen gebeuren als men niet alert is op kinderen in de buurt van de machine.
Pagina 13
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES WAARSCHUWING! De motor, het uitlaatgassysteem en de componenten van het hydraulisch sys- teem worden tijdens bedrijf zeer warm. Risico voor brandwonden bij aanraking. • Als er lekkage is opgetreden in het brandstofsys- teem mag de motor niet gestart worden voordat dit is verholpen.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES • Gebruik de machine nooit binnenshuis of in ruimtes die ventilatie missen. De uitlaatgassen bevatten koolmonoxide, een geurloos, giftig en levensgevaar- lijk gas. • Stop om de uitrusting te inspecteren wanneer u tegen een voorwerp aanrijdt. Repareer, indien nodig, voordat u start. •...
Presentatie Gefeliciteerd met de keuze van een uitstekend kwali- teitsproduct. Deze gebruiksaanwijzing beschrijft de Rider ProFlex 18. De Rider ProFlex 18 is uitgerust met een viertakt V-Twin motor van Kawasaki van 18 pk. 8009-551 ProFlex 18 De Rider ProFlex 18 is uitgerust met stuurbekrachti-...
PRESENTATIE De plaats van de hendels 8009-676 Elektriciteitscontact 11. Snelheidshendel voor achteruit rijden Ontstekingsslot 12. Snelheidshendel voor vooruit rijden Schakelaar voor contact 13. Pedaal voor parkeerrem Chokehendel 14. Vergrendelknop voor parkeerrem Schakelaar voor verlichting 15. Hendel voor instelling van zitting Gashendel –...
PRESENTATIE Gashendel De gashendel regelt het toerental van de motor en daardoor ook de rotatiesnelheid van de messen. Om het toerental van de motor te verhogen of te verla- gen wordt de hendel naar voren respectievelijk naar achteren gebracht. Voorkom lange tijd stationair draaien, het risico van een afzetting op de bougie bestaat.
PRESENTATIE Maaielement De Rider ProFlex kan worden uitgerust met een maaie- lement van de types Combi 112 met een maaibreedte van 112 cm en Combi 122 met een maaibreedte van 122 cm. Een Combimaaielement werkt als een BioClipelement wanneer een BioClip-plug is gemonteerd, maar kan omgezet worden naar achteruitworp door de BioClip- plug te verwijderen.
PRESENTATIE Hendel voor instelling van maaihoogte Met de hendel voor de maaihoogte kan de maaihoogte op 7 verschillende standen worden gezet. Om een gelijkmatige maaihoogte te krijgen is het belangrijk dat de luchtdruk in de beide voorwielen gelijk is 60 kPa/0,6 bar/9 PSI. 8009-557 Hendel voor hydraulisch heffen van het element...
PRESENTATIE Mechanische hefstang voor maaielement De stang wordt gebruikt als noodhefstang om het maaielement in transport- of maaistand te zetten wan- neer er geen hydraulische druk is. Hij kan ook worden gebruikt om het maaielement mechanisch in transport- stand te zekeren. De stang moet worden gebruikt bij motorstart, wanneer de motor gestopt is terwijl het element in maaistand staat, om het element op te tillen zodat de startvergren-...
PRESENTATIE Parkeerrem De parkeerrem wordt als volgt aangetrokken: Druk het parkeerrempedaal in. Druk de vergrendelknop op het servostuurhuis helemaal in. Laat het parkeerrempedaal omhoog komen terwijl u de knop ingedrukt houdt. De vergrendeling van de parkeerrem wordt automa- tisch uitgeschakeld wanneer het parkeerrempedaal wordt ingedrukt.
PRESENTATIE Ontkoppelingshendel De ontkoppelingshendel wordt gebruikt om de zitmaaier te kunnen verplaatsen met een motor die uit staat. • Uitgetrokken hendel, het aandrijfsysteem is ontkoppeld. • Ingedrukte hendel, het aandrijfsysteem is ingeschakeld. 8009-142 Urenteller De urenteller laat de tijd zien die de motor gelopen heeft.
GEBRUIK Maaitips WAARSCHUWING! Haal stenen en andere voorwerpen die door de messen kunnen worden weg- geslingerd van het gazon. • Zoek stenen en andere vaste voorwerpen op en markeer ze om een aanrijding te voorkomen. 6007-212 Maaipatronen • Begin met een hoge maaihoogte en laat deze minder worden tot het gewenste maairesultaat bereikt is.
GEBRUIK Rijden BELANGRIJKE INFORMATIE Het luchtinlaatrooster in de motorkap achter de bestuurderszitting mag niet worden geblokkeerd door bijv. kledingstukken, balderen, gras of vuil. De koeling van de motor verslechtert dan. Risico van ernstige motorbeschadiging. 8009-489 Voor de start • Lees de hoofdstukken ”Veiligheidsinstructies” op bladzijde 7 en ”Presentatie”...
Pagina 25
GEBRUIK Breng de gashendel naar de middenstand. 8009-562 Wanneer de motor koud is moet de chokehendel naar achteren naar de eindstand getrokken worden. 8009-534 Draai de ontstekingssleutel naar startstand. 8009-558 Wanneer de motor start, moet u de ontstekings- sleutel gelijk weer naar neutraalstand laten gaan. BELANGRIJKE INFORMATIE Laat de startmotor niet langer dan ca.
GEBRUIK Schuif de chokehendel stap voor stap naar voren wanneer de motor is gestart. 8009-560 Stel het gewenste motortoerental in met de gashendel. Laat de motor 3 tot 5 min. op matige toeren ”halfgas” lopen voor hij zwaar belast wordt. WAARSCHUWING! Laat de motor nooit binnenshuis, in gesloten of slecht geventileerde ruimtes...
GEBRUIK Kies de gewenste maaihoogte (1–7) met de hendel voor de maaihoogte. 8009-539 Druk de vergrendelknop op de mechanische hef- stang in en breng de stand naar de voorste stand. Het maaielement gaat naar beneden en start. 8009-537 Indien het maaielement niet helemaal daalt, of wanneer de messen niet gaan draaien, moet u het maaielement helemaal laten zakken met de hydraulische hefstang.
GEBRUIK Stoppen van motor Laat de motor een minuut stationair lopen om weer normale werktemperatuur te krijgen voordat hij wordt afgezet, als hij hard heeft moeten werken. Voorkom lange tijd stationair draaien, het risico van een afzetting op de bougie bestaat. Til het maaielement op met de hydraulische hefstang.
ONDERHOUD Onderhoud Onderhoudsschema Hieronder volgt een lijst van het onderhoud dat aan de zitmaaier moet worden uitgevoerd. Voor de punten die gemarkeerd zijn met voetnoot 4, moet u een erkende servicewerkplaats bezoeken. G = Staat in deze gebruiksaanwijzing beschreven. ❍ = Staat niet in deze gebruiksaanwijzing beschreven. Onderhoud Blad- Dagelijks...
Pagina 30
ONDERHOUD G = Staat in deze gebruiksaanwijzing beschreven. ❍ = Staat niet in deze gebruiksaanwijzing beschreven. Onderhoud Blad- Dagelijks Ten min- Onderhoudsinterval Wekelijks zijde onderhoud ste ieder in uren onder- jaar houd voor ❍ Controleer of er beschadigingen zijn ontstaan Controleer de luchtdruk in de banden (60 kPa) Controleer of de kabelhouder in het...
Pagina 31
ONDERHOUD G = Staat in deze gebruiksaanwijzing beschreven. ❍ = Staat niet in deze gebruiksaanwijzing beschreven. Onderhoud Blad- Dagelijks Ten min- Onderhoudsinterval Wekelijks zijde onderhoud ste ieder in uren onder- jaar houd voor Controleer/stel de maaihoogteinstelling af Controleer/stel de parkeerrem af ❍...
ONDERHOUD Verwijder de kappen van de zitmaaier Motorkap Schuif de zitting naar de voorste stand en klap ze omhoog. Draai het slot op de bovenkant van de motorkap 1/4 slag tegen de klok in. 8009-509 Klap de motorkap omhoog. Indien nodig kan de motorkap eraf worden getild door de pennen van de scharnieren te verwijderen.
ONDERHOUD Linker vleugelkap Maak de bouten (2 st) los en til de vleugel eraf. 8009-501 Transmissiekap Maak de beide bouten los (één aan iedere kant) en til de transmissiekap er daarna af. 6008-209 Controle van de koelluchtinlaat van de motor Maak het luchtinlaatrooster in de motorkap achter de bestuurderszitting schoon.
ONDERHOUD Controle van de luchtinlaat van de transmissie Controleer of de luchtinlaat van de transmissie niet verstopt is. 6008-208 Controle en afstellen van stuurkabels De besturing wordt geregeld met behulp van kabels. Deze kunnen na een tijdje gebruik oprekken, wat bete- kent dat de instelling van de besturing kan wijzigen.
ONDERHOUD Controle en afstellen van gaskabel Controleer of de motor reageert op gas geven en of een goed motortoerental wordt bereikt bij volgas. Bezoek een servicewerkplaats bij twijfel. Indien afstellen nodig is kan dit als volgt worden gedaan bij de onderste kabel: Maak de klemschroef voor de mantel van de kabel los en schuif de gashendel naar de volgasstand.
ONDERHOUD Afstellen van hydrostaatkabel De hydrostaatkabel (aan de linkerkant) wordt op de volgende manier afgesteld: Verwijder de kap op de transmissie. Maak de beide bouten los (één aan iedere kant) en til de transmissiekap er daarna af. Haal de onderste kogelverbinding uit elkaar, deze zit met een borgveer vast.
ONDERHOUD Afstellen van parkeerrem De parkeerrem wordt op de volgende manier afge- steld: Verwijder de kap op de transmissie. Maak de beide bouten los (één aan iedere kant) en til de transmissiekap er daarna af. 6008-209 Haak de veer (A) van de bout (B) aan de rechter- kant.
ONDERHOUD Vervangen van luchtfilter Als de motor zwak lijkt of ongelijkmatig loopt kan de oorzaak een verstopt luchtfilter zijn. Door gebruik met een vies luchtfilter kan de bougie een aanslag krijgen waardoor storingen in de werking optreden. Het is daarom belangrijk om met regelmatige tussen- pozen het luchtfilter te vervangen (zie ”Onder- houdsschema”...
Pagina 39
ONDERHOUD Verwijder de vleugelmoer van het luchtfilter en haal het papieren filter weg. 8009-150 Sla het papieren filter tegen een vaste ondergrond om stof te verwijderen. Is het papieren filter nog steeds vuil, moet het wor- den vervangen. BELANGRIJKE INFORMATIE Gebruik geen perslucht om het papieren filter schoon te maken.
ONDERHOUD Brandstoffilter vervangen Vervang het in de leiding gemonteerde brandstoffilter om de 100 uur (een keer per seizoen) of vaker als het verstopt is. Vervang het filter als volgt: Open de motorkap. Haal de slangklemmen van het filter. Gebruik een kniptang. Trek het filter van de slanguiteinden af.
ONDERHOUD Controle van luchtdruk in de banden De luchtdruk in de banden moet 60 kPa/0,6 bar/9 PSI zijn voor alle wielen. Om het aandrijfvermogen te verbeteren kan de lucht- druk van de achterbanden verminderd worden tot 40 kPa/0,4 bar/6 PSI Maximaal toegestane druk = 80 kPa/0,8 bar/12 PSI.
ONDERHOUD Vervangen van bougie Maak de ontstekingskabel los en maak rond de bougie schoon. Verwijder de bougie met een 3/4" (19 mm) bougiedop. Controleer de bougie. Vervang de bougie wanneer de elektroden rondom verbrand zijn of wanneer de isolator gesprongen of beschadigd is.
ONDERHOUD Controle van veiligheidssysteem De zitmaaier is uitgerust met een veiligheidssysteem dat starten of rijden onder de volgende condities ver- hindert. De motor mag alleen gestart kunnen worden wanneer het maaielement omhoog getild is en de hydrostaatpe- dalen in neutraalstand staan. De bestuurder hoeft niet op de bestuurderszitting te zitten.
ONDERHOUD Lampen vervangen Voor informatie over het type lampen, zie ”Technische gegevens”. Schroef de twee bouten los waarmee de kap op het stuurservohuis vastzit. Til de kap weg en draai het rond de stuurstang. 8009-511 Schroef de twee bouten los waarmee de inzet voor de lamp vastzit.
ONDERHOUD Onderdelen van het maaielement In onderstaande instructies wordt een maaielement met achteruitworp getoond, maar de werkwijze is het- zelfde voor alle elementen indien niet anders wordt aangegeven. De onderdelen die hier genoemd worden, zijn: • A Vergrendeling • B Binnenste plug •...
Pagina 46
ONDERHOUD Monteer het element in de buitenste haken van het gereedschapsframe. 8009-024 Trek de vergrendeling (A) uit en maak de haakbe- scherming los door het handvat (D) naar achteren te schuiven. 8009-167 Zet het element hoger door de mechanische hef- stang, die aan de rechterkant van de bestuurder zit, omhoog te trekken.
Pagina 47
ONDERHOUD Maak de veer van de riemspanner los en monteer de riem op de voorste poelie. Een nieuwe riem is kort. Draai de voorste poelie indien nodig met een sleutel op de middenbout. 8009-008 Haak de veer van de riemspanner weer vast. BELANGRIJKE INFORMATIE Controleer of de riem rond de spanpoelie ligt.
ONDERHOUD Instellen van maaihoogte, parallelliteit en gronddruk Wanneer een nieuw maaielement wordt gemonteerd is het nodig de hoogte, parallelliteit en gronddruk af te stellen. Het afstellen moet u doen in de genoemde volgorde. Uitgangspositie: • Controleer de luchtdruk van de banden 60 kPa/ 0,6 bar/9 PSI.
ONDERHOUD Gronddruk Om het beste maairesultaat te krijgen moet het maaie- lement de ondergrond volgen zonder er te hard op aan te sluiten. De druk wordt afgesteld met een bout en veer aan beide kanten van de zitmaaier. Het afstellen van de gronddruk van het maaielement gaat als volgt: Plaats een personenweegschaal onder het frame van het maaielement (aan de voorkant) zo dat het...
ONDERHOUD Uitvoeringen van het maaielement ProFlex kan worden uitgerust met twee verschillende soorten maaidekken: • Combi 112 • Combi 122. Andere maaielementen kunnen niet worden gemon- teerd zonder de aandrijfriem te vervangen. 8009-288 Combi 112 8009-290 Combi 122 Controle van messen Om het beste maairesultaat te bereiken is het belang- rijk dat de messen onbeschadigd en scherp zijn.
ONDERHOUD Verwijderen van maaielement WAARSCHUWING! Neem voorzichtigheid in acht. Risico van verwonding door beknelling. Plaats de machine op een vlakke ondergrond. Zet de rem vast door het pedaal in te drukken en met de drukknop te vergrendelen. 8009-328 Til het maaielement op met de mechanische hefstang.
Pagina 52
ONDERHOUD Haak de hendel voor de hoogteinstelling (E) los door het achterste deel omhoog te brengen: Ontlast de hendel indien nodig door het voorste deel van het frame omhoog of omlaag te trekken. 8009-169 10. Trek tegelijkertijd aan het handvat (D) en het maaielement.
ONDERHOUD Verwijderen van frame van het maaielement Uitgangspositie bij verwijderen van het frame van het maaielement: • Maaielement is verwijderd. Draai de vergrendeling zo, dat de voorste bevesti- ging van het maaielement getild kan worden. 8009-184 Breng het frame van het maaielement naar achte- ren zodat de tong van het maaielement de grip over de beugel van het frame verliest en til het frame eraf.
ONDERHOUD Montage van riem Leg de riem van voren op zijn plaats en laat het voorste deel aan het handvat van de haakbescher- ming hangen. Leg de riem op het middenwiel en onder de dwars- balk. 8009-613 Druk de geleideplaat onder het steunwiel naar beneden en breng de riem aan.
ONDERHOUD Vervangen van de riem van het maaielement WAARSCHUWING! Bescherm uw handen met handschoe- nen wanneer u aan de messen werkt. Risico van beknelling bij het werken met de riem. Vervangen van de riem op een Combi-element. Op deze maaielementen met ”botsbeveiligde” messen worden de messen aangedreven door één V-snaar.
ONDERHOUD Verwijderen van BioClip-plug Om een Combi-element om te zetten van BioClip-func- tie naar een maaielement met achteruitworp verwijdert u de BioClip-plug, die met drie bouten onder het maaielement vastzit. Zet het maaielement in servicestand, zie ”Servi- cestand voor maaielement” op bladzijde 47. Verwijder de drie bouten waarmee de BioClip-plug vastzit en haal de plug weg.
SMEREN Smeren Smeerschema Bij dagelijks gebruik van de machine moet de weke- lijkse smeerbeurt (1/52) twee keer/week worden uitge- voerd. 8009-675 Het positienummer van de smeerpunten refereert aan de smeerinstructies op de volgende pagina’s. Nederlands-...
SMEREN Algemeen Verwijder de startsleutel om onbedoelde bewegingen tijdens het smeren te voorkomen. Bij smeren met een oliekan moet de oliekan gevuld zijn met motorolie. Bij smeren met vet kan, waar niet anders is aangege- ven, vet 503 98 96-01 of een ander chassis- of kogella- gervet met een goede antiroestbescherming worden gebruikt.
SMEREN Smeren volgens het smeerschema De getallen in de volgende koppen refereren aan het smeerpunt volgens ”Smeerschema” op bladzijde 55. 1. Pedaalmechanisme in frametunnel Smeer het pedaalmechanisme in de frametunnel. Verwijder het deksel van de frametunnel door de bou- ten los te maken. 8009-340 Beweeg de pedalen en smeer beweegbare lagers met een oliekan.
SMEREN 3. Motorolie Controleer het oliepeil in de motor als de machine hori- zontaal staat en de motor uitgezet is. Klap de motorkap omhoog. Haal vervolgens de peilstok weer omhoog en droog deze af. Doe de peilstok vervolgens weer in het gat, zonder hem in te schroeven.
Pagina 61
SMEREN Vervangen van motorolie De motorolie moet de eerste keer worden vervangen na 8 uur bedrijfstijd. Daarna moet het verversen om de 100 bedrijfsuren plaatsvinden. WAARSCHUWING! De motorolie kan zeer warm zijn als deze direct na het stoppen afgetapt wordt. Laat de motor daarom eerst wat afkoe- len.
SMEREN 4. Versnellingshendel Verwijder de kap op de transmissie, twee bouten. Smeer scharnierpunten en lagers aan de linkerkant met een oliekan. Schuif de rubberen bescherming weg en smeer de hydrostaatkabel met een oliekan. Trap het pedaal enkele keren in en smeer weer. 6008-209 Zet de rubberen bescherming weer terug.
SMEREN 8. Bestuurderszitting Klap de zitting omhoog. Smeer het mechanisme van de lengteinstelling met een oliekan. Smeer de schuifrails van de lengteinstelling met vet. Trek de zitting heen en weer en smeer aan beide kanten. 8009-347 9. Gas- en chokekabels, hendellagers Verwijder de rechter zijkap van de hendelhouder (2 bouten) en open de motorkap.
SMEREN 10. Hydraulisch oliefilter, vervangen BELANGRIJKE INFORMATIE Gebruikte motor- of transmissieolie is schade- lijk voor de gezondheid en mag niet op de grond of in de natuur worden gegoten. Vervangen filters moeten worden ingeleverd bij een werkplaats of een andere aangewezen plaats voor verwerking.
SMEREN Demonteer het oliefilter. Gebruik indien nodig een filtertang. Strijk nieuwe, schone motorolie op de afdichting van het nieuwe filter. Monteer het filter handmatig tot het aanligt + 3/4 slagen. Laat de motor warm draaien, controleer daarna of er geen lekkage is rond de afdichting van het olie- filter.
OPSPOREN VAN STORINGEN Schema voor het opsporen van storingen Probleem Oorzaak De motor start niet • Er zit geen brandstof in de brandstoftank • Verkeerde brandstof bijgevuld • De bougies verkeerd • Bougieaansluitingen verkeerd • Vuil in carburateur of brandstofleiding De startmotor trekt de motor niet rond •...
Pagina 68
OPSPOREN VAN STORINGEN Probleem Oorzaak De motor voelt zwak • Het luchtfilter verstopt • De bougies verkeerd • Vuil in carburateur of brandstofleiding • De carburateur verkeerd afgesteld • Choken of verkeerd afgestelde chokekabel • Verkeerde brandstof bijgevuld De motor raakt oververhit •...
STALLEN Stallen Winterstalling Aan het einde van het maaiseizoen moet de zitmaaier direct klaar gemaakt worden voor stalling, dit moet ook gebeuren wanneer hij langer dan 30 dagen ongebruikt blijft staan. Brandstof die lange periodes blijft staan (30 dagen of meer) kanplakkerige lagen afzetten, die de carburateur verstoppen en de werking van de motor verstoren.
STALLEN Verwijder de bougies en giet ong. een eetlepel motorolie in iedere cilinder. Draai de motor rond zodat de olie verdeeld wordt en schroef de bou- gies weer vast. Smeer alle smeerpunten, scharnierpunten en assen. Verwijder de accu. Maak deze schoon, laad op en bewaar op een koele plaats.
ELEKTRISCH EN HYDRAULISCH SYSTEEM Hydraulisch systeem 8009-357 Hydraulisch systeem, plaats van de componenten Hydraulisch systeem plaats van de componenten: Stuurbekrachtiging Luchtcilinder Pomp in hydrostaat Drukbegrenzingsklep Hydraulisch oliefilter Bedieningsklep voor luchtcilinder Hou het hydraulisch systeem schoon. Denk erom dat: • U zorgvuldig schoonmaakt voordat het vuldeksel wordt geopend of een aansluiting wordt losge- maakt.
Pagina 74
ELEKTRISCH EN HYDRAULISCH SYSTEEM Nederlands-...
Husqvarna AB, SE-561 82 Huskvarna, Zweden, telefoon: +46-36-146500, verklaart hierbij dat de zit- maaiers Husqvarna Rider ProFlex 18 met een serienummer uit het jaar 2005 en verder (het jaar met daaropvolgend een serienummer wordt duidelijk aangegeven op het productplaatje), in overeenstem- ming zijn met de voorschriften in de RICHTLIJNEN VAN DE RAAD: -van 22 juni 1998 ”betreffende machines”...
Pagina 78
EG-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING Nederlands-...
SERVICEJOURNAAL Servicejournaal Maatregel Leverservice Vul de accu met accuzuur en laadt hem vier uur op. Monteer stuur, zitting en in voorkomende gevallen overige onderdelen. Monteer het maaielement. Stel het maaielement af: Stel de hefveren af (het ”gewicht” van het maaielement moet 12-15 kg worden, indien de borstel gebruikt moet worden stelt u af op max.
Pagina 80
SERVICEJOURNAAL Maatregel Datum, meterstand, stempel, handtekening 25 uursservice Maak de voorreiniger van de luchtreiniger schoon (Foam- Aantal element). (kortere intervallen bij stoffige bedrijfsomstandigheden) Maak de koelluchtinlaat van de motor en de luchtinlaat van de transmissie schoon. Maak de luchtfilters van de brandstofpomp schoon. (bij stoffige bedrijfsomstandigheden) Controleer de bouten van de geluiddemper (10Nm).
Pagina 81
SERVICEJOURNAAL Maatregel Datum, meterstand, stempel, handtekening 50 uursservice Maak de voorreiniger van de luchtreiniger schoon of vervang Aantal deze (Foam-element). (kortere intervallen bij stoffige bedrijfsomstandigheden) Maak de koelluchtinlaat van de motor en de luchtinlaat van de transmissie schoon. Maak de luchtfilters van de brandstofpomp schoon. Maak de luchtfilters van de brandstofpomp schoon.
Pagina 82
SERVICEJOURNAAL Maatregel Datum, meterstand, stempel, handtekening 100/200 uursservice Ververs motorolie. Vervang het oliefilter om de 200 uur. Aantal Maak de voorreiniger van de luchtreiniger schoon of vervang deze (het Foam-element). Maak het papierfilter van de luchtreiniger schoon. Vervang om de 200 uur. (kortere intervallen bij stoffige bedrijfsomstandigheden) Controleer de bouten van de geluiddemper (10Nm).
Pagina 83
SERVICEJOURNAAL Maatregel Datum, meterstand, stempel, handtekening 300 uursservice Keur de machine. Extra werkzaamheden? Aantal Ververs motorolie. Vervang luchtfilter (Foam-element). Vervang luchtfilter (papieren filter). Controleer de bouten van de geluiddemper (10Nm). Maak de luchtfilters van de brandstofpomp schoon. Controleer/stel de maaihoogteinstelling af. Controleer/stel de parkeerrem af.
Pagina 84
SERVICEJOURNAAL Maatregel Datum, meterstand, stempel, handtekening Ten minste een keer per seizoen Vervang de motorolie (100 uur). Aantal Maak de voorreiniger van de luchtreiniger schoon of vervang deze (het Foam-element) (25 uur). (kortere intervallen bij stof- fige bedrijfsomstandigheden) Vervang/maak het papieren filter van de luchtreiniger schoon (100 uur).
Pagina 85
SERVICEJOURNAAL Maatregel Datum, meterstand, stempel, handtekening Nederlands-...