Diepontlading van de batterij
•
Voorkom diepontlading. Bij diepontlading (de resterende capaciteit is lager dan
10%) kan er door chemische processen een kortsluiting ontstaan in de batterij.
Als de spanning van de batterij onder de 5,5 Volt komt zal de betaalautomaat de
batterij niet meer opladen. Dit is een beveiliging om gasvorming in de batterij te
voorkomen.
•
In de batterij is ook een beveiligingsmechanisme aangebracht dat er voor zorgt dat
bij een diepontlading de spanning naar de betaalautomaat wordt afgesloten. Als
deze situatie zich voordoet is het niet meer mogelijk om de batterij op te laden.
•
Als de betaalautomaat niet gebruikt wordt, neemt de lading van de batterij na
verloop van tijd af door zelfontlading.
Opslag van de batterij
•
Sla de batterij op in een droge en schone ruimte zonder direct zonlicht als u de
batterij voor langere tijd (langer dan één week) niet gebruikt. De omgevings-
temperatuur van de opslagruimte dient hoger te zijn dan 0 °C en mag maximaal
25°C bedragen. Een lagere omgevingstemperatuur is echter beter voor de batterij.
•
De batterij dient ongeveer 40% opgeladen te zijn. Hierdoor zal de batterij minimaal
verouderen en extreme diepontlading door zelfontlading wordt voorkomen.
•
De zelfontlading van een Li-ion batterij bedraagt minimaal 5% per maand.
Dit betekent dat u een batterij, die 40% geladen is, maximaal zes maanden mag
opslaan. Na deze periode dient u de batterij weer op te laden. Laad een opgeslagen
batterij regelmatig op tot ongeveer 40%.
|
48