1� Inleiding
De MPD (Figuur 1) is een explosiebestendige behuizing die onderhouden kan worden,
met katalytische parel- of infraroodsensoren voor de meting van brandbare en toxische
gassen. De MPD is gemaakt van 316 roestvrij staal en wordt geleverd met ¾ inch NPT-
of M25-draad met de overeenkomstig goedkeuringen (zie hoofdstuk 10 - Specificaties).
Het sintergedeelte kan eenvoudig worden verwijderd om de sensor te vervangen.
WAARSCHUWING:
De officiële goedkeuringen gelden voor specifieke combinaties van sensor en
behuizing, zodat een veldupgrade van sensortypes niet is toegestaan. Het MPD-
onderdeelnummer, serienummer, sensortype en doelgas moeten worden vermeld
bij de bestelling van vervangende sensoren (zie deel 8.1 MPD Vervanging van
katalytische parel- en IR-sensorcartridges).
De MPD kan direct op een transmitter zoals de XNX Universal Transmitter worden
bevestigd of op een ander geschikt toestel in een explosiegevaarlijke zone, of op
afstand op een transmitter worden gemonteerd in een niet-explosiegevaarlijke zone.
Voor bevestiging op afstand is de detector uitgerust met een optionele aansluitdoos.
Het ¾ NPT-type wordt geleverd met in de fabriek afgedichte snoeren, zodat het
niet langer nodig is om een gietpakking tussen de detector en de aansluitdoos
aan te brengen.
Optionele accessoires, zoals een verzamelkegel, weerbestendige kap of alternatieve
bemonsteringssystemen kunnen op de MPD worden geïnstalleerd via de M40
externe draad op de sensorhouder. Een adapter voor M40 (buitendraad) naar M36
(binnendraad) kan apart worden besteld.
De aanwezigheid van doelgas wordt aangegeven door een millivolt elektrische
interface voor alle sensortypes via drie draden. Twee extra draden zorgen voor
een digitale interface voor het infraroodmodel. Als er een goede interface met een
controller bestaat, kan de controller voor een uitvoer zorgen, zoals een display,
20 mA of relais.
De MPD-detector moet worden geïnstalleerd volgens de lokale en nationale
vereisten voor de geïnstalleerde zone en toepassing. Zie tekeningnummer
1226E0351 voor specifieke installatievereisten.
Honeywell raadt een periodieke bumptest van de sensor aan om de juiste werking
en naleving van de functionele veiligheidsnormering van de installatie te waarborgen.
1�1�1 Benoemingsconventies
MPD-sensormodellen zijn benoemd op basis van de indeling MPD-XX-YYY. XX wijst
op de officiële goedkeuring (AM = ATEX/IEC Ex met M25-draad met buitendraad,
UT = UL/CSA of UL met 3 / 4 " NPT-draad met buitendraad, BT = UL/INMETRO 3 / 4 "
NPT-draad met buitendraad), YYY wijst op het sensortype (CB1 = katalytische paren
% LEL, IF1 = infrarood % LEL, IV1 = infrarood % LEL CH
8
, IC1 = infrarood CO
4
MPD bedieningshandleiding
).
2