* Classificatie
van kalibratiegas
4. Als een sensor moet worden gebruikt om een ander gas te detecteren
dan het gas waarvoor de sensor werd gekalibreerd, kan de vereiste
correctiefactor worden afgeleid uit tabel 3. De meetwaarde moet met dit
getal worden vermenigvuldigd om de reële gasconcentratie te verkrijgen.
Sensor gekalibreerd
om te detecteren
8*
7*
6*
5*
4*
3*
2*
1*
OPmERkING
Omdat sensoren voor brandbare gassen zuurstof nodig hebben om correct te
kunnen werken, moet voor de kalibratie een mengsel van gas in lucht worden
gebruikt. Als we uitgaan van een gemiddelde prestatie van de sensor, is de
gevoeligheidsinformatie in de tabellen 1 tot 3 normaal gezien nauwkeurig tot +20%.
VOORBEELD
Als het te detecteren gas butaan is en het beschikbare kalibratiegas is methaan
(50% LEL):
1. Zoek de sterclassificatie voor elk gas in tabel 1: butaan 4* en methaan 6*�
2. Controleer de meterinstellingen voor 50% LEL kalibratiegas in tabel 2; in
dit geval is dat 78�
3. De meter moet dus worden ingesteld op 78% om een nauwkeurige meting voor
butaan te verkrijgen wanneer 50% LEL methaan als kalibratiegas wordt gebruikt.
OPmERkING
Het is belangrijk dat de sensor wordt gekalibreerd bij de benaderende alarmniveaus
als compensatie voor de niet-lineariteit van de sensoren bij gasconcentraties
boven 80% LEL.
MPD bedieningshandleiding
* Classificatie van te detecteren gas
8*
7*
8*
50
62
7*
40
50
6*
33
41
5*
26
33
4*
-
26
3*
-
2*
-
1*
-
Tabel 2. Meterinstellingen
8*
7*
1,00
1,24
0,81
1,00
0,66
0,81
0,53
0,66
0,42
0,52
0,34
0,42
0,26
0,33
0,21
0,26
Tabel 3. Meter vermenigvuldigingsfactoren
6*
5*
4*
76
95
61
76
95
50
62
78
40
50
63
32
40
50
-
26
32
40
-
-
25
31
-
-
-
25
Sensor gebruikt om te detecteren
6*
5*
1,52
1,89
1,23
1,53
1,00
1,24
0,80
1,00
0,64
0,80
0,51
0,64
0,40
0,50
0,32
0,39
3*
2*
1*
-
-
-
95
-
79
95
63
80
95
50
64
81
39
50
64
31
39
50
4*
3*
2*
2,37
2,98
3,78
1,92
2,40
3,05
1,56
1,96
2,49
1,25
1,58
2,00
1,00
1,26
1,60
0,80
1,00
1,27
0,63
0,79
1,00
0,49
0,62
0,78
-
-
-
1*
4,83
3,90
3,17
2,55
2,03
1,62
1,28
1,00
23