Inhoudsopgave
Advertenties
7� Kalibratie
AANDACHTSPUNT
De kalibratieprocedure mag alleen worden uitgevoerd door bevoegd personeel.
OPmERkING:
Honeywell Analytics beveelt aan dat het instrument minstens om de 6 maanden
of overeenkomstig de gebruikelijke procedures bij de klant wordt gekalibreerd,
welke als eerste voorkomt, om aan de hoogste veiligheidsvereisten te voldoen.
De correcte werking van elke sensor/detector moet voor elk gebruik worden
gecontroleerd met een testgas van bekende concentratie.
7�1 Nul- en bereikkalibratie voor MPD-sensoren met een XNX
Universal Transmitter
AANDACHTSPUNT
Voorafgaand aan de eerste kalibratie moet de detector zich gedurende 30 minuten
stabiliseren, nadat de stroom is ingeschakeld. In de stand nulpunt- en bereikkalibratie
wordt de uitgangsstroom van de detector geblokkeerd (standaard 2 mA) om valse
alarmen te vermijden.
Langdurige of frequente blootstelling aan hogere concentraties brandbare gassen
kan gevolgen hebben voor de gevoeligheid van de sensor. Controleer de prestatie
van de sensor door frequente kalibratie.
Dit hoofdstuk beschrijft hoe MPD-sensoren worden gekalibreerd die op de XNX
Universal Transmitter bevestigd zijn.
De kalibratieafregelingen worden uitgevoerd op het display van de XNX, terwijl
de begassing wordt uitgevoerd op de sensor (deze kan lokaal of op afstand
aangebracht zijn).
Volgende zaken zijn vereist:
• Bemonsterings-/kalibratiegas stroomadapter (onderdeelnr.: 1226A0411)
• Testgas
• Regelaar
OPmERkING
Het nulgas en het bereikgas moeten ongeveer hetzelfde vochtigheidsniveau
hebben om foutieve celreacties te vermijden.
1. Op de MPD verwijdert u de weerbestendige kap, indien aanwezig.
2. Bevestig de stroomadapter op de MPD.
Keer de verwijderingsprocedure voor de kap om. De volgende afbeelding toont de
stroomadapter die op de MPD is bevestigd.
20
Figuur 10. Stroomadapter
MPD bedieningshandleiding
Advertenties
Inhoudsopgave
