2� Installatie
WAARSCHUWING
Bij de keuze, de installatie en het onderhoud van elektrische apparaten voor
gebruik in een omgeving waar gevaar voor explosies bestaat, dienen te allen
tijde de hiervoor geldende veiligheidsregels in acht te worden genomen. Neem
bij de installatie de relevante plaatselijke en/of landelijke voorschriften in acht.
In alle andere landen dienen de geldende plaatselijke en/of nationale regels en
voorschriften in acht te worden genomen.
AANDACHTSPUNTEN
Het katalytisch detectorelement is bestand tegen katalytisch gif, maar abnormaal
hoge concentraties van halogeenkoolwaterstoffen, dampen van zware metalen of
verbindingen, bepaalde siliconeverbindingen en zwavelverbindingen kunnen tot
gevoeligheidsverlies leiden.
De MPD mag nooit worden gebruikt in omstandigheden met onvoldoende zuurstof
om het brandbare gas volledig te oxideren. Voor de meeste brandbare gassen is
een zuurstofniveau van minstens 15% voldoende.
De gesinterde schijf op de sensor moet vrij blijven van verontreinigingen, zoals
olie en vuil.
2�1 Uitpakken
Bij ontvangst moet de apparatuur voorzichtig worden uitgepakt, met inachtneming
van eventuele instructies die op de verpakking zijn gedrukt, en de inhoud moet op
mogelijke beschadigingen tijdens het transport worden gecontroleerd.
2�2 Oriëntatie van de sensor
De sensor moet worden geïnstalleerd met de sensor omlaag gericht. Voor MPD-BT-IC1
en MPD-UT-IC1-goedkeuring moet de meegeleverde SPXCDWP-weerbescherming
geïnstalleerd zijn om aan de opgegeven prestatienormen te voldoen. In werkomgevingen
waarin IP66 wordt vereist, moet SPXCDWP worden gemonteerd.
2�3 MPD montage op afstand
De MPD kan op afstand worden gemonteerd met behulp van een goedgekeurde
aansluitdoos en verbindingsleiding of bekabeling. De aansluitdoos en installatie moeten
voldoen aan alle lokale vereisten voor de zone waarin het toestel wordt geïnstalleerd.
• De MPB UT-versies moeten met minstens 5 1/4 slagen in de aansluitdoos
of zender worden geïnstalleerd om de goedkeuring te behouden.
• De MPD-snoeren zijn in de fabriek afgedicht, zodat er geen gietfitting tussen
de aansluitdoos en de sensor geplaatst hoeft te worden.
MPD bedieningshandleiding
UL/CSA aluminium aansluitdoos
UL/CSA roestvrijstalen aansluitdoos
2441-0022
Figuur 8. Aansluitbehuizingen
ATEX/IEC aansluitdoos
2110B2103
00780-A-0100
13