5� Storingen
De volgende tabel geeft een overzicht van mogelijke fouten aan de sensor, alsook
de mogelijke oorzaken en oplossingen.
Storing
Sensor leest altijd niet-nulwaarde
Sensor meet niet-nulwaarde als er
geen gas aanwezig is
Sensor meet lage waarde als gas
wordt gepresenteerd
Sensor meet hoge waarde als gas
wordt gepresenteerd
Sensor meet nul als gas wordt
gepresenteerd
Bij blootstelling aan een verontreiniging, bijv. silicone of op silicone gebaseerde
producten, of langdurige blootstelling aan hoge gasconcentraties, moet de sensor
gedurende 24 uur in een schone omgeving werken en daarna opnieuw worden
gekalibreerd.
Als de sensor defect is of niet kan worden gekalibreerd, moet de hele sensor
worden vervangen.
18
Interne O-ring
(kritisch voor prestatietijden)
Celuitlijnsleuf
Sensorhouder
en borgschroef
Figuur 9. De plug-in sensor vervangen
Er kan gas aanwezig zijn, controleer of er geen
brandbaar gas in de atmosfeer voorkomt.
Pas de nulinstelling van het regelsysteem aan.
Pas het bereik van het regelsysteem aan.
Pas het bereik van het regelsysteem aan.
ï controleer de bedrading.
ï controleer of de stofbeschermkap werd verwijderd.
ï controleer of de sinter geblokkeerd is.
ï vervang de sensor als u vergiftiging vermoedt.
Sensorcel
IR of kat. parel
Oorzaken en oplossingen
MPD bedieningshandleiding