Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Honeywell MPD Series Bedieningshandleiding pagina 6

Inhoudsopgave

Advertenties

AANDACHTSPUNTEN
»
Om naleving van de veiligheidsnormen te garanderen, is het essentieel dat het
»
regelmatige onderhoud, de kalibratie en de werking van de apparatuur wordt
uitgevoerd door bevoegd personeel.
De constructie van de sensor mag niet worden gewijzigd, omdat de sensor dan
»
mogelijk niet meer aan de veiligheidsvoorschriften voldoet.
Wanneer u sensoren vervangt, dient u gebruikte sensoren weg te gooien
»
overeenkomstig de plaatselijke voorschriften. Voor meer informatie over het
weggooien van sensoren neemt u contact op met uw HA-vertegenwoordiger.
Het katalytisch detectorelement is bestand tegen katalytisch gif, maar abnormaal
»
hoge concentraties van halogeenkoolwaterstoffen, dampen van zware metalen of
verbindingen, bepaalde siliconeverbindingen en zwavelverbindingen kunnen tot
gevoeligheidsverlies leiden.
»
De MPD mag nooit worden gebruikt in omstandigheden met onvoldoende zuurstof
om het brandbare gas volledig te oxideren. Voor de meeste brandbare gassen is een
zuurstofniveau van minstens 15% voldoende.
De gesinterde schijf van de sensor moet vrij blijven van verontreinigingen, zoals
»
olie en vuil.
De gevoeligheid van katalytische sensoren wordt beïnvloed door siliconeverbindingen.
»
Stel de sensoren niet bloot aan siliconen of op silicone gebaseerde producten.
De relevante procedures moeten te allen tijde nageleefd worden wanneer de behuizing
»
wordt geopend of de sensor wordt verwijderd in een explosiegevaarlijke omgeving.
De gevoeligheid van katalytische sensoren wordt beïnvloed door siliconeverbindingen.
»
Stel sensoren niet bloot aan siliconen of op silicone gebaseerde producten.
Wanneer een sensor of sensorinstallatie uit elkaar wordt genomen door onbevoegde
»
technici, vervalt de certificatie.
Door de gastuit van de weersbestendige kap omhoog te duwen, wordt de tuit tegen
»
de sinter aangedrukt. Als geen filter aangebracht is, kan het draaien van het mondstuk
schade toebrengen aan de sinter.
Directe begassing van de sensor via het mondstuk op de verzamelkegel bij
»
windsnelheden van meer dan 5 meter per seconde, kan fouten veroorzaken.
De kalibratieprocedure mag alleen worden uitgevoerd door bevoegd personeel.
»
Voorafgaand aan de eerste kalibratie, moet de detector zich gedurende 30 minuten
»
stabiliseren nadat de stroom is ingeschakeld. In de stand nulpunt- en bereikkalibratie
wordt de uitgangsstroom van de detector geblokkeerd (standaard 2 mA) om valse
alarmen te vermijden.
Langdurige of frequente blootstelling aan hogere concentraties brandbare gassen
»
kan gevolgen hebben voor de gevoeligheid van de sensor. Controleer de prestatie
van de sensor door frequente kalibratie.
6
MPD bedieningshandleiding

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave