6� Functionele gastest (bumptest)
6�1 Sensor zonder toebehoren
Als er geen toebehoren bevestigd zijn, is het aan te bevelen een stroomadapter te
gebruiken voor het begassen van de sensor. Wanneer dit niet mogelijk is, kan een
geschikte plastic zak worden gebruikt.
6�2 Sensor met verzamelkegel of weerbestendige kap
1. Verbind het testgas met behulp van de rubberen leiding aan het
begassingsmondstuk of aan de eventuele permanent aangesloten leiding.
AANDACHTSPUNT
•
Door het mondstuk van de weersbestendige kap omhoog te duwen, wordt het
mondstuk tegen de sinter aangedrukt. Als geen filter aangebracht is, kan het
draaien van het mondstuk schade toebrengen aan de sinter.
•
Directe begassing van de sensor via het mondstuk op de verzamelkegel bij
een windkracht van meer dan 5 meter per seconde, kan fouten veroorzaken.
2. Stel de stroomsnelheid in op 1,5 ± 0,1 liter per minuut en test het systeem
overeenkomstig de instructies in de handleiding van de systeemapparatuur.
3. Als de test voltooid is, schakelt u het testgas uit en koppelt u de rubberen
leiding los.
6�3 Sensor met bemonsterings-/kalibratiegas stroomadapter
1. Schakel de bemonsteringsstroom naar de stroomadapter uit.
2. Koppel de ingangspijpleiding los van het ingangsmondstuk van de
stroomadapter.
3. Sluit het testgas met behulp van de rubberen leiding aan op het
ingangsmondstuk van de stroomadapter.
4. Stel de stroomsnelheid in op 0,5 ± 0,2 liter per minuut en test het systeem
overeenkomstig de instructies in de handleiding van de systeemapparatuur.
5. Als de test voltooid is, schakelt u het testgas uit en koppelt u de rubberen
leiding los.
6. Sluit de ingangspijpleiding weer aan op het ingangsmondstuk van de
stroomadapter en herstel de bemonsteringsstroom.
MPD bedieningshandleiding
19