Papier uit lade 2 of 3 wordt niet ingevoerd
Oorzaak
De juiste papiersoort voor de invoerlade is niet geselecteerd
op het bedieningspaneel.
Vastgelopen papier van een eerdere storing is niet geheel
verwijderd.
Geen van de optionele laden wordt vermeld als beschikbare
invoerlade.
Een van de optionele laden is niet goed geïnstalleerd.
Het papierformaat is niet correct geconfigureerd voor de
invoerlade.
De papiergeleiders in de lade liggen niet tegen het papier.
Transparanten of glanspapier worden niet ingevoerd
Transparanten of glanspapier worden niet ingevoerd
Oorzaak
De juiste papiersoort is niet geselecteerd in de software of de
printerdriver.
De invoerlade is te vol.
Papier in een andere invoerlade heeft hetzelfde formaat als de
transparanten en het product is standaard ingesteld op de
andere lade.
De lade met de transparanten of het glanspapier is niet juist
geconfigureerd voor het soort afdrukmateriaal.
Transparanten of glanspapier worden mogelijk niet
ondersteund.
In zeer vochtige omgevingen wordt glanspapier mogelijk niet
ingevoerd of worden er meerdere vellen tegelijk ingevoerd.
202 Hoofdstuk 11 Problemen oplossen
Oplossing
Selecteer op het bedieningspaneel de juiste papiersoort voor
de invoerlade.
Open het product en verwijder al het papier uit de papierbaan.
Kijk het fusergedeelte zorgvuldig na op vastgelopen
afdrukmateriaal.
De optionele laden worden alleen als beschikbaar vermeld als
ze zijn geïnstalleerd. Controleer of de optionele laden correct
zijn geïnstalleerd. Controleer of het printerstuurprogramma is
geconfigureerd om de optionele laden te herkennen.
Druk een configuratiepagina af om te controleren of de
optionele lade inderdaad is geïnstalleerd. Als dit niet het geval
is, controleert u of de lade correct in het product is geplaatst.
Druk een configuratiepagina af of gebruik het
bedieningspaneel om na te gaan welk papierformaat is
geconfigureerd voor welke lade.
Zorg ervoor dat de geleiders tegen het papier liggen.
Oplossing
Zorg ervoor dat de juiste papiersoort is geselecteerd in de
software of de printerdriver.
Verwijder het overtollige papier uit de invoerlade. Houd u aan
de maximale stapelhoogte voor de lade.
Zorg dat de invoerlade met de transparanten of het
glanspapier is geselecteerd in het softwareprogramma of in het
printerstuurprogramma. Gebruik het bedieningspaneel om de
lade in te stellen op de gebruikte papiersoort.
Zorg dat de invoerlade met de transparanten of het
glanspapier is geselecteerd in het softwareprogramma of in het
printerstuurprogramma. Gebruik het bedieningspaneel om de
lade in te stellen op de gebruikte papiersoort.
Gebruik uitsluitend papier dat voldoet aan de specificaties van
HP voor dit product.
Gebruik glanspapier niet in zeer vochtige omstandigheden. Als
u glanspapier uit de verpakking verwijdert en een paar uur laat
liggen, wordt het mogelijk beter ingevoerd. Papier dat in een
vochtige omgeving blijft liggen, kan echter ook blaasjes
veroorzaken.
NLWW