5.
Breng de bij de printserver geleverde schroeven aan en draai ze vast.
6.
Sluit het netsnoer en de resterende interfacekabels opnieuw aan en zet het product aan.
7.
Druk een configuratiepagina af. Als het goed is, wordt ook een HP Jetdirect-configuratiepagina
afgedrukt met informatie over de netwerkconfiguratie en de status.
Als deze pagina niet wordt afgedrukt, zit de afdrukserverkaart mogelijk niet goed in de sleuf. Zet
het product uit, verwijder de afdrukserverkaart en plaats deze opnieuw in de sleuf.
8.
Voer een van de volgende stappen uit:
●
Kies de juiste poort. Raadpleeg de documentatie van de computer of het besturingssysteem
voor instructies.
●
Installeer de software opnieuw en kies deze keer de optie voor netwerkinstallatie.
156 Hoofdstuk 10 Het product beheren en onderhouden
NLWW