4
Tijdens de rit
4.11
Stoelverwarming
inschakelen:
Stoelverwarming
uitschakelen:
4.12
52
Stoelverwarming (speciale uitvoering)
De stoelverwarming werkt alleen, wanneer het contact is ingeschakeld.
Afhankelijk van de uitvoering kunnen de bestuurders- en passagiersstoel
worden verwarmd door stoelverwarming met twee standen.
Afb. 29
Schakelaar voor stoelverwar-
ming
Schakelaar (Afb. 29,1) linksachter op de stoelconsole indrukken.
Voor geringe verwarmingscapaciteit: Schakelaar naar beneden
drukken.
Voor hoge verwarmingscapaciteit: Schakelaar naar boven drukken.
Wanneer de stoelverwarming werkt, brandt de LED (Afb. 29,2).
Schakelaar (Afb. 29,1) in de middelste stand zetten. De LED gaat uit.
Hoofdsteunen
De hoofdsteunen zijn niet bij alle modellen instelbaar.
Afb. 30
Hoofdsteun zitbank
Hoofdsteunen (Afb. 30,1) of hoofdsteun (Afb. 31,1) voor het begin van de rit
zo instellen, dat het achterhoofd ongeveer op oorhoogte wordt ondersteund.
De hoofdsteunen met de hand naar boven trekken of naar beneden drukken.
Afb. 31
Hoofdsteun zitbank (alterna-
tief)
T-Modell - 13/14 - Ausgabe 08/13 - 2354664 - BUE-0006-14NL